ECLI:NL:PHR:2010:BM7672
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Wijziging van partneralimentatie na terugbetaling WAZ-uitkering
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de wijziging van partneralimentatie. De man, verzoeker tot cassatie, heeft verzocht om een wijziging van de alimentatie die hij aan de vrouw, verweerster in cassatie, dient te betalen. Hij stelt dat er sprake is van een gewijzigde omstandigheid, omdat hij een WAZ-uitkering moet terugbetalen. Het hof heeft het verzoek afgewezen, omdat niet is aangetoond dat deze uitkering destijds ten grondslag heeft gelegen aan de vaststelling van de partneralimentatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de alimentatierechter, bij een wijzigingsverzoek op basis van artikel 1:401 BW, de uitkering tot levensonderhoud opnieuw moet vaststellen, rekening houdend met alle relevante omstandigheden. De man had bij de eerdere uitspraak geen financiële gegevens overgelegd, waardoor het hof niet kon vaststellen of de WAZ-uitkering bij de eerdere alimentatiebeslissing was betrokken. De Hoge Raad bevestigt dat de man onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn stelling te onderbouwen dat de WAZ-uitkering een rol heeft gespeeld bij de vaststelling van de alimentatie.
De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat het cassatieberoep moet worden verworpen, omdat het hof terecht heeft geoordeeld dat de man niet heeft aangetoond dat er sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden die een herbeoordeling van de alimentatie rechtvaardigt. De man heeft niet de benodigde financiële gegevens overgelegd en zijn stellingen zijn onvoldoende onderbouwd. De Hoge Raad bevestigt de beslissing van het hof en wijst het verzoek tot wijziging van de alimentatie af.