ECLI:NL:PHR:2008:BB7037
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Huydecoper
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van een gemengde overeenkomst van huur en beheer van een complex voor jongerenhuisvesting
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de stichting Stichting Jongerenhuisvesting Union (SJU) en de stichting Stichting Vestia Groep (Vestia) over de kwalificatie van hun rechtsverhouding met betrekking tot een complex voor jongerenhuisvesting in Den Haag. Vestia, als erfpachtster van het onroerend goed, beschouwde de relatie als een beheersovereenkomst, terwijl SJU deze als huur van woonruimte wilde aanmerken. De zaak is ontstaan na de opzegging van de beheersrelatie door Vestia, waarna SJU in cassatie ging om vast te laten stellen dat de rechtsverhouding als huur moest worden gekwalificeerd.
De Hoge Raad heeft de overwegingen van het hof beoordeeld, waarin werd vastgesteld dat de rechtsverhouding tussen de partijen in de loop der tijd niet was veranderd van een beheersovereenkomst naar een huurrelatie. Het hof had in drie stadia onderzocht welke partijen betrokken waren, of de rechtsverhouding vóór de betrokkenheid van Vestia was veranderd, en of er na de betrokkenheid van Vestia een wijziging had plaatsgevonden. De Hoge Raad concludeerde dat het hof de stellingen van SJU niet als vaststaand had aangemerkt en dat de klachten van SJU over de uitleg van de rechtsverhouding niet konden slagen.
De Hoge Raad oordeelde dat de kwalificatie van de rechtsverhouding als een 'echte' beheersovereenkomst gerechtvaardigd was, en dat de klachten van SJU over een onjuiste rechtsopvatting niet konden worden onderschreven. De conclusie van de Hoge Raad was dat de aangevoerde klachten niet doeltreffend waren en dat de rechtsverhouding zoals deze door het hof was gekwalificeerd, correct was.