ECLI:NL:PHR:2005:AR6579
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Machielse
- Rechtspraak.nl
Strafrechtelijke aansprakelijkheid voor overtredingen van milieuwetgeving inzake koelinstallaties
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 januari 2005 uitspraak gedaan over de strafbaarheid van een rechtspersoon wegens overtredingen van milieuwetgeving, specifiek met betrekking tot koelinstallaties. De verdachte, een bedrijf, werd beschuldigd van het niet naleven van de Regeling lekdichtheidsvoorschriften koelinstallaties 1997 en het Besluit inzake stoffen die de ozonlaag aantasten 1995. Het Gerechtshof te Arnhem had de verdachte op 27 oktober 2003 veroordeeld tot een geldboete van € 6.250,00 voor het medeplegen van een overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 24, eerste lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen.
De verdediging voerde aan dat de betrokken voorschriften onverbindend waren wegens strijd met het bepaaldheidsgebod, omdat deze onvoldoende duidelijkheid boden over wat wel en niet toelaatbaar was. De Hoge Raad oordeelde echter dat de aard en inhoud van de voorschriften voldoende concreet waren om de betrokkenen in staat te stellen hun gedrag daarop af te stemmen. De Hoge Raad benadrukte dat van professionele marktdeelnemers verwacht mag worden dat zij zich goed laten informeren over de geldende regels en dat zij zich aan deze regels houden.
De Hoge Raad verwierp het verweer van de verdachte en concludeerde dat de voorschriften niet in strijd waren met het legaliteitsbeginsel, zoals verankerd in artikel 1.1 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 7.1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Hoge Raad stelde vast dat de verdachte zich bewust moest zijn van de overtredingen, gezien de feitelijk vastgestelde lekverliezen van de koelinstallatie, die varieerden van 16,4% tot 113,7% in verschillende jaren. De conclusie van de Hoge Raad was dat de strafbaarheid van de verdachte op juiste gronden was vastgesteld en dat het beroep tot cassatie werd verworpen.