ECLI:NL:PHR:1999:AA1056
Parket bij de Hoge Raad
- M. Mok
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige handeling provincie jegens gemeente in het kader van gemeentelijke herindeling
In deze zaak staat de vraag centraal of de provincie Limburg onrechtmatig heeft gehandeld jegens de gemeente Tegelen in het kader van een voorgenomen gemeentelijke herindeling. De gemeente stelt dat de provincie niet heeft voldaan aan de vereisten voor 'open' overleg zoals voorgeschreven in de Wet algemene regels herindeling (Wet arhi) en de Gemeentewet. De feiten schetsen een situatie waarin de provincie op 31 oktober 1995 een plan van aanpak heeft gepresenteerd en op 2 oktober 1996 overleg heeft gevoerd met de betrokken gemeenten, waaronder Tegelen. De gemeente betwist dat dit overleg open en transparant was, omdat er al een concreet voorstel tot samenvoeging op tafel lag. De president van de rechtbank te Maastricht heeft in een kort geding de provincie in het gelijk gesteld, maar de gemeente heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft het vonnis van de president vernietigd en de vordering van de gemeente afgewezen. De gemeente heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelt dat de burgerlijke rechter slechts een marginale toetsing kan uitvoeren in geschillen tussen overheden en dat de provincie niet onrechtmatig heeft gehandeld. De conclusie van de procureur-generaal is dat het beroep van de gemeente moet worden verworpen, met veroordeling in de kosten.