ECLI:NL:PHR:1996:3
Parket bij de Hoge Raad
- P. de Vries
- F. Fokkens
- Rechtspraak.nl
Niet-naleving van art. 51 Sv en gevolgen voor terugwijzing in strafzaken
In deze zaak heeft het gerechtshof te 's-Gravenhage bij verstek een straf opgelegd aan de verzoeker wegens tweemaal rijden onder invloed. De verzoeker heeft via zijn advocaat, mr. A.A. Franken, cassatie ingesteld en één middel voorgesteld. Dit middel betrof de niet-naleving van artikel 51 van het Wetboek van Strafvordering (Sv), omdat de politierechter de zaak bij verstek heeft afgedaan in afwezigheid van de raadsvrouwe. De verzoeker stelde dat de correspondentie die aan de schriftuur was gehecht, aantoont dat er een raadsvrouwe aanwezig was, en dat het hof de zaak ten onrechte zonder nader onderzoek bij verstek heeft afgedaan.
De conclusie van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad stelt dat de overgelegde correspondentie niet bij de opgezonden stukken zat, maar dat dit niet noodzakelijkerwijs leidt tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft in eerdere uitspraken, zoals HR NJ 83, 707, geoordeeld dat niet-naleving van artikel 51 Sv kan leiden tot nietigheid, maar in dit geval is er een relativering van deze nietigheid aan de orde. De Hoge Raad wijst erop dat er geen wezenlijk verschil is tussen het niet-verwittigen van de raadsman en het niet-verlenen van het woord aan de aanwezige raadsman. Beide situaties belemmeren de verdachte in zijn recht op verdediging.
Daarom concludeert de Procureur-Generaal dat, hoewel het middel terecht klaagt over de niet-naleving van artikel 51 Sv, dit niet leidt tot vernietiging van het arrest in hoger beroep. Er zijn geen gronden gevonden waarop de Hoge Raad ambtshalve de bestreden uitspraak zou moeten vernietigen. De conclusie strekt tot verwerping van het beroep.