ECLI:NL:ORBBACM:2014:5
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslagen omzetbelasting en de ontvankelijkheid van bezwaar
In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 24 maart 2014 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep tegen naheffingsaanslagen omzetbelasting. De belanghebbende, X NV te Curaçao, had bezwaar aangetekend tegen naheffingsaanslagen die waren opgelegd over de jaren 1999, 2000 en 2001, inclusief een boete van 25%. De naheffingsaanslag over 1999 was gedateerd op 30 december 2004, terwijl de aanslagen over 2000 en 2001 op 28 januari 2005 waren gedateerd. De Inspecteur der Belastingen had op 29 juni 2009 de naheffingsaanslagen en boeten verminderd, waarna belanghebbende op 19 juli 2010 in beroep ging tegen deze verminderingen.
Tijdens de zittingen op 16 mei 2013 en 28 oktober 2013 zijn de standpunten van beide partijen besproken. De Raad heeft vastgesteld dat de brief van 6 december 2004, waarin belanghebbende reageerde op een conceptrapport, niet als bezwaarschrift kon worden aangemerkt, omdat de naheffingsaanslagen op dat moment nog niet waren vastgesteld. De Raad oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat zij bezwaar had gemaakt tegen de naheffingsaanslagen. Het beroepschrift werd gezien als de eerste reactie op de aanslagen, maar was niet tijdig ingediend binnen de vereiste termijn van twee maanden na de dagtekening van de naheffingsaanslagen.
De Raad concludeerde dat de beschikkingen van de Inspecteur van 29 juni 2009 niet konden worden aangemerkt als 'uitspraken' in de zin van de Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL). Hierdoor was het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk. De Raad verklaarde de beroepen niet-ontvankelijk, waarmee de uitspraak van de Inspecteur werd bevestigd.