ECLI:NL:ORBBACM:2014:4
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Belastingplicht van een stichting voor winstbelasting en de beoordeling van winstoogmerk
In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 2 juni 2014 uitspraak gedaan over de belastingplicht van een stichting die kunstzinnige vorming aanbiedt. De stichting, opgericht in 2006, had een aanslag in de winstbelasting ontvangen voor het jaar 2007, alsmede een verzuimboete wegens het niet indienen van aangifte. De stichting stelde dat zij geen winstoogmerk had en dat haar overschotten enkel dienden ter dekking van de kosten van haar activiteiten. De Inspecteur daarentegen betoogde dat de stichting een onderneming drijft en dat zij zich primair richt op particuliere belangen, wat zou wijzen op een winstoogmerk.
De Raad heeft vastgesteld dat de stichting belastingplichtig is voor de winstbelasting, omdat zij activiteiten verricht die niet uitsluitend gericht zijn op een algemeen maatschappelijk belang. De Raad oordeelde dat de stichting, door lessen aan te bieden tegen commerciële prijzen en het behalen van structurele overschotten in voorgaande jaren, een winstoogmerk heeft. De Raad benadrukte dat het niet vereist is dat de stichting een onderneming drijft in de traditionele zin, maar dat elke activiteit die gericht is op het behalen van winst, belastingplicht kan met zich meebrengen.
De Raad concludeerde dat de stichting niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar activiteiten uitsluitend ten goede komen aan een algemeen maatschappelijk belang. De boete voor het niet tijdig indienen van de aangifte werd door de Raad als passend en geboden beschouwd. Uiteindelijk werd het beroep van de stichting ongegrond verklaard, en de aanslag en de boete werden gehandhaafd.