Uitspraak
zitting houdende in Aruba
gemachtigde [A],
1.Het procesverloop
2.Ontvankelijkheid van het beroep
deInspecteur ter post was bezorgd. De Inspecteur heeft deze gang van zaken bevestigd. De Raad heeft geen aanleiding aan de juistheid van deze gezamenlijke verklaring van partijen te twijfelen en volgt hen daarin.
De tussen partijen vaststaande feiten
[Road:de brief van de OvJ van 14 juli 2009], heeft ontvangen c.q. ingevoerd, en de voorgeschreven aangifte ten invoer met werd gedaan en ook geen rechten werden betaald. (...) Destijds heeft de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen u desgevraagd verwezen naar de Ontvanger der Belastingen om tot een betalingsregeling te komen. Tot heden heeft u het hierboven genoemde bedrag aan rechten net betaald. Dit betekent dat u een openstaande belastingschuld heeft.
4.Geschil
5.De standpunten van partijen
6.Beoordeling van het geschil
Ontvankelijkheid van het bezwaar zonder aangifte?
[Raad:vanaf 1 juni 2010: vijf jaren] na de datum van betaling bij beschikking van de Inspecteur door de Ontvanger nagevorderd". Ingevolge het hiervoor aangehaalde artikel 128b LIUD kan vervolgens "binnen een maand na de dagtekening van de aangifte" een bezwaarschrift worden ingediend.
deRaad - als de rechter in belastingzaken - wordt opgeheven en aan belanghebbende een rechtsingang wordt verschaft.
[Raad:de tussenbeschikking in deze zaak] reeds heeft geoordeeld - de in lid 2 genoemde termijn van een jaar niet geldt in een geval als het onderhavige waarin gebruik is gemaakt van valse of vervalste bescheiden en dat tegen die beschikking de in artikel 128b van de [AVIUD] bedoelde rechtsmiddelen kunnen worden aangewend."
eenjaar (met ingang van 1 juni 2010: vijf jaren) met geldt, er een - andere - uiterste termijn van toepassing is waarbinnen navordering met toepassing van artikel 218 LIUD moet plaatsvinden. De Inspecteur heeft die vraag ontkennend beantwoord en gesteld dat een zodanige navordering niet aan een termijn is gebonden. Belanghebbende heeft gesteld dat een (maximale) termijn van vijf jaren als navorderings termijn volstaat.