Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
Op het hoger beroep van:
[appellant],
10 februari 2020, AUA201900465 (aangevallen uitspraak), in het geding tussen:
de Gouverneur van Aruba,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
bevestigtde aangevallen uitspraak.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de Gouverneur van Aruba tegen een uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba. De appellant, de Gouverneur, was bevorderd naar de rang van hoofdcommies per 1 augustus 2018, maar was van mening dat deze bevordering niet in overeenstemming was met het bevorderingsbeleid dat vereist dat er minimaal één schaal verschil moet zijn tussen een diensthoofd en zijn naaste medewerkers. Het Gerecht had het bezwaar van de appellant ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep.
De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak op 16 september 2021 behandeld, waarbij de appellant niet aanwezig was, maar de geïntimeerde vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant sinds 1 augustus 1990 in dienst is van het Land Aruba en dat hij na een periode van non-activiteit in 2016 was geplaatst in de functie van expert inspectie. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, inclusief het beleid van de geïntimeerde ten aanzien van non-actieven.
De Raad concludeert dat de geïntimeerde geen rekening hoefde te houden met het bevorderingsbeleid, aangezien de leidinggevende van de appellant een andere functie vervult. De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht en oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 13 oktober 2021.