Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
de Gouverneur van Aruba,
25 november 2019, AUA201901180 (aangevallen uitspraak), in het geding tussen:
[geïntimeerde],
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet hoger beroep
niet-ontvankelijk.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 7 juli 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de Gouverneur van Aruba. Het hoger beroep was ingesteld tegen een uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba van 25 november 2019. De appellant, vertegenwoordigd door V.M. Emerencia, had op 23 december 2019 een pro forma beroepschrift ingediend, maar dit beroepschrift voldeed niet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 104, eerste lid, aanhef en onder c, van de La, omdat de gronden van het beroep ontbraken.
De Raad heeft de appellant in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na dagtekening van een brief van 8 juni 2020 de ontbrekende gronden in te dienen. Echter, de appellant heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt en ook geen uitstel aangevraagd. Hierdoor heeft de Raad besloten om het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren op basis van artikel 106, eerste lid, van de La. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van het indienen van een volledig beroepschrift en de gevolgen van het niet naleven van de wettelijke vereisten. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.