ECLI:NL:OGHNAA:2006:BG1012
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- W.P.M. ter Berg
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de toepassing van de Landsverordening toelating en uitzetting op de dochter van een man van Nederlandse nationaliteit
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Minister van Justitie tegen een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. De vader van een dochter, geboren buiten Aruba, verzocht de Minister om een verklaring dat de Landsverordening toelating en uitzetting (LTU) niet op zijn dochter van toepassing is. De Minister heeft dit verzoek niet ingewilligd, wat leidde tot bezwaar van de vader. Het Gerecht verklaarde het bezwaar gegrond en vernietigde de beschikking van de Minister. De Minister ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba oordeelde dat de LTU niet van toepassing is op de buiten Aruba geboren leden van het wettig gezin van een man van Nederlandse nationaliteit. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de Minister niet gericht is op enig rechtsgevolg en dat het uitblijven van een dergelijke verklaring ook geen rechtsgevolg heeft. De vader kan echter wel een aanvraag indienen voor een vergunning tot tijdelijk verblijf voor zijn dochter.
Het Hof verklaarde het hoger beroep van de Minister gegrond, vernietigde de eerdere uitspraak van het Gerecht en verklaarde het bezwaar van de vader niet-ontvankelijk. Tevens werd de Minister veroordeeld tot vergoeding van proceskosten aan de vader en werd het griffierecht teruggegeven. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 5 juni 2006.