Uitspraak
Familie- of gezinsleven
Vervolgens moet, gelet op wat de minister in hoger beroep heeft aangevoerd, de vraag worden beantwoord of de minister voldoende heeft gemotiveerd dat weigering haar verblijf toe te staan niet in strijd is met het recht op respect voor het familie- of gezinsleven als beschermd door artikel 8 van het EVRM. Het Hof kan die vraag beantwoorden aan de hand van de rechtspraak van het EHRM, zodat niet nader acht hoeft te worden geslagen op het Europees-Nederlandse jongvolwassenenbeleid.
further elements of depencyzijn vereist in het geval van
young adults who were still living with their parents and had not yet started a family of their own.Het Hof is daarom van oordeel dat het Gerecht terecht heeft geoordeeld dat verweerster op grond van de rechtspraak van het EHRM als een dergelijke jongvolwassene moet worden aangemerkt en dat de minister alleen daarom al moest uitgaan van het bestaan van familie- of gezinsleven. Zij was ten tijde van de aanvraag pas enkele maanden achttien jaar, woonde op dat moment bij haar moeder en zussen en is bij hen blijven wonen tot hun vertrek naar Bonaire. Van belang is verder dat de vader van verweerster weliswaar al langere tijd op Bonaire woont, maar dat de vader tot zijn vertrek in Suriname een gezin vormde met verweerster en haar moeder en zussen. Verder voorzag en voorziet verweerster niet in haar eigen levensonderhoud maar is zij afhankelijk van financiële bijdragen van haar ouders. Ook heeft zij niet door het aangaan van een huwelijk of duurzame samenwoning een eigen gezin gevormd.
Belangenafweging
fair balance. De minister moet gelet op de eerdergenoemde uitspraak van het EHRM in de zaak Jeunesse bij de nieuw te nemen beschikking in ieder geval de volgende feiten en omstandigheden betrekken:
de mate waarin de weigering van verblijf, waardoor verweerster zich anders dan haar moeder en zussen met wie zij tot hun vertrek samenwoonde niet voor langere tijd bij haar vader op Bonaire kan voegen, het beleven van familie- of gezinsleven effectief belemmert;
het bestaan van banden van verweerster met Bonaire;
de vraag of sprake is van
insurmountable obstaclesdie eraan in de weg staan het familie- of gezinsleven in Suriname te beleven;
de vraag of er vanuit het oogpunt van openbare orde of immigratiecontrole bezwaren tegen het verblijf van verweerster bestaan en
de omstandigheid dat verweerster ten tijde van het verzoek nog maar enkele maanden achttien jaar oud was.
bevestigtde aangevallen uitspraak, met dien verstande dat de minister van Asiel en Migratie binnen zes weken opnieuw beslist op het bezwaar, met inachtneming van deze uitspraak;
veroordeeltde minister van Asiel en Migratie tot vergoeding van de bij verweerster in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van USD. 1.400,-, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.