5.2.1Aansluiting tussen de omzet jaarrekening en de omzet waarover BBO is aangegeven
Ik heb vastgesteld dat met betrekking tot de controlejaren er geen aansluiting is tussen de omzet volgens de jaarrekening en de omzet waarover BBO is aangegeven.
Deze berekening luidt als volgt:
Jaar
2012
2013
2014
Omzet volgens jaarrekening
(…)
2.169.013
2.469.766
Belaste omzet volgens aangiften (incl. suppletie)
(…)
2.013.118
2.326.047
Verschil
(…)
155.895
143.719
Volgens de adviseur hebben de verschillen te maken met exportleveringen. Echter heeft hij deze verklaring niet aannemelijk kunnen maken met onderliggende documenten. Ik stel daarom voor de BBO over deze omzet na te heffen.
Correctie
2012
2013
2014
Aansluiting jaarrekening
(…)
7.795
7.186
5.2.2Omzetbenadering
Algemeen
Op basis van de geconstateerde gebreken in de administratie en het niet volledig voldoen aan de bewaar- en administratieplicht overeenkomstig de ALL concludeer ik dat de gevoerde administratie zodanig ernstige gebreken vertoont dat deze niet kan dienen als betrouwbare basis voor de omzetberekening.
Op grond van artikel 30, lid 6 ALL is er sprake van de zogeheten omkering van de bewijslast omdat de vereiste aangifte niet is gedaan of omdat niet volledig is voldaan aan de verplichtingen ingevolge artikel 43 ALL. Het gevolg hiervan is dat de op te leggen aanslagen bij een uitspraak op eventuele bezwaarschriften zullen worden gehandhaafd tenzij blijkt dat en in hoeverre de aanslagen onjuist zijn.
Om de omzet in het controletijdvak op een zo juist en redelijk mogelijke wijze te bepalen zal ik de omzet corrigeren in overeenstemming met wat hierna wordt beschreven.
Aanpak
Volgens de adviseur wordt de omzet geboekt aan de hand van de stortingen op de bank. Belastingplichtige beschikt over 2 bankrekeningen in USD en 2 bankrekeningen in ANG bij de Winward Islands Bank (WIB). De omzet wordt geboekt op basis van ontvangsten via credit- en debitcard (grootboekrekening: Creditcard Sales) en de stortingen van de contante ontvangsten (grootboekrekening: Cash Sales). De managers draaien dagelijks de Z-afslagen uit, doen de afrekening met de kassier en storten de contant ontvangen gelden dagelijks op de bank. Hierbij laat men contant geld achter in de kassa voor de volgende dag. De dagomzet wordt tevens vastgelegd. (…)
Tijdens het onderzoek is gebleken dat over de controlejaren sprake is van niet verantwoorde omzet. Dit wordt afgeleid uit het volgende:
Ik heb de afrekenprocedure getoetst door deze na te gaan over de maanden februari, augustus, september en december 2012 en ook januari en oktober 2013. Uit deze toetsing is het volgende gebleken:
- Belastingplichtige heeft over al deze maanden van beide vestigingen geen enkele Z-afslag van de zondag overlegd (met uitzondering van de Z-afslagen van 19 februari, 16 december en 23 december 2012 van [locatie 1]). In de boeken staat dat de vestigingen op die dagen soms gesloten waren. Opmerkelijk is echter dat ook vaak op zondag een ontvangst wordt genoteerd in de boeken. Vreemd is dat hierbij geen afrekening wordt genoteerd zoals de rest van de dagen (maandag t/ zaterdag).
- Het totaal van deze overgelegde Z-afslagen (dus zonder zondagen) over de getoetste maanden in 2012 sluiten aan met de omzet volgens de boeken (met wat niet materiele verschillen). De omzet volgens de boeken sluit aan met de geboekte en aangegeven omzet in de jaarrekening (de omzet van december conform de boeken is voor een materieel bedrag hoger dan het grootboek/jaarrekening). Hieruit kan dus geconcludeerd worden dat belastingplichtige de omzet van zondagen niet heeft meegenomen in de omzetverantwoording.
- In de boeken van [locatie 1] worden de datums van 12, 13 en 14 februari 2012 handmatig gewijzigd naar 13, 14 en 15 februari 2012. De datum 12 februari was op een zondag. Dit is heel opmerkelijk.
- De boeken van 2013 voor de toetsing van maanden januari en oktober zijn niet overlegd.
- Uit de doorlopende nummering van de Z-afslagen blijkt dat op zondag Z-afslagen zijn gedraaid en dus is het aannemelijk dat de vestigingen open waren. Tevens blijkt uit de Creditcard sales dat op zondagen de vestigingen open waren (gezien er op die dagen ontvangsten zijn).
- Uit de analyse blijkt dat de contant ontvangen omzet bij de vestigingen op zondagen niet op de zakelijke bank wordt gestort en ook niet geboekt en verantwoord wordt.
- De hierboven beschreven handelswijze is ook geconstateerd bij de controle van een gelieerd bedrijf die dezelfde activiteiten verrichte ([belanghebbende 1]).
(…)
De adviseur heeft verklaard dat de hoogseizoenmaanden voor belastingplichtige van december tot en met april en juli zijn en dat de laagseizoenmaanden, mei, juni en augustus tot en met november zijn. Uit de analyse van de aangegeven omzet per maand blijkt echter dat de maand mei ook tot de hoogseizoenmaanden behoort. (…)
Uit een analyse van de enkele dagen in februari 2012 blijkt dat de verhouding van de omzetontvangsten via credit-/debitcard en in contanten, 20/80 is. Voor de berekening van de omzetcorrectie ben ik uitgegaan van een gemiddelde dagomzet in aftrek van ontvangsten via credit-/debitcard van 20% (deze werden al verwerkt in de omzet van maandag).
(…)
Jaar 2013
Voor de maanden januari tot en met mei,juli en december ben ik uitgegaan van de gemiddelde dagomzet van mei. Voor de maanden april, juni, augustus tot en met november ben ik uitgegaan van de gemiddelde dagomzet van augustus.
(…)
Voor de berekening van de omzet in de jaren 2012 en 2013 verwijs ik naar bijlage 5.
Jaar 2014
Het grootboek van 2014 is niet verstrekt. Gezien de handelwijze in 2012 en 2013, is het aannemelijk dat ook in 2014 de contante dagomzet van zondagen niet is verantwoord in de omzet. Gezien de aangegeven omzet in 2014 hoger is dan in 2012 en 2013, stel ik voor om voor dit jaar een iets hoger bedrag als meer omzet aan te merken. Ik stel voor een bedrag van 306.000 (USD 170.000) aan te merken.
De in deze controlejaren berekende bedragen aan meer omzet leiden tot meer BBO. Ik stel voor deze BBO na te heffen.
Correctie
2012
2013
2014
Meer omzet in USD
(…)
166.392
170
Meer omzet in Naf (*1.80)
(…)
299.506
306
Meer BBO (5%)
(…)
14.975
15.3
Te kwade trouw
Een belastingplichtige is te kwader trouw indien zij ten aanzien van een feit de inspecteur opzettelijk de juiste inlichtingen heeft onthouden of opzettelijk onjuiste inlichtingen heeft verstrekt. Van opzet is sprake als belastingplichtige willens en wetens een onjuiste of onvolledige aangifte indient. Onder opzet valt ook voorwaardelijk opzet. Dit houdt in dat belastingplichtige ten tijde van het doen van aangifte wetenschap had van de aanmerkelijke kans dat een onjuiste aangifte zou worden gedaan en dat hij die kans toen bewust heeft aanvaard (op de koop heeft toegenomen).
Uit de volgende feiten en omstandigheden blijkt dat dit het geval was:
De managers in de winkel registreren de omzet van zondagen nauwelijks in de boeken (primaire vastlegging). Soms wordt niets opgeschreven en soms wordt slechts één bedrag op zondag opgeschreven. Dit manier van registreren is totaal verschillend vergeleken met de andere dagen. Bij de registratie van de omzet op maandag tot en met zaterdag worden ontvangsten (zowel contant als giraal) en contante stortingen geregistreerd. Deze handelwijze is door belastingplichtige aan de managers opgelegd. Deze specifieke handelwijze is ook geconstateerd bij de managers van gelieerd bedrijf [belanghebbende 1].
Uit de bankafschriften blijkt dat op de meeste zondagen omzet is gedraaid gezien de giraal ontvangsten (credit- en debitcard) terwijl deze niet zijn vastgelegd in de primaire bescheiden (boeken). Tevens zijn de meeste Z-afslagen van zondagen niet overlegd. Uit de doorlopende nummering van afslagen van zaterdagen en maandagen ontbreekt elke keer een afslag (die van zondag) die niet is overlegd. De contante ontvangsten van zondagen worden niet op de bank gestort met als gevolg dat deze ook niet zijn opgenomen in de omzet.
Tevens werd belastingplichtige tijdens een vorig onderzoek (..) gewezen op enige gebreken in haar administratie. Deze gebreken (waaronder het houden van een kasadministratie) is ten tijde van dit onderzoek niet hersteld.
Op basis van bovengenoemde feiten concludeer ik dat belastingplichtige te kwader trouw is. Conform artikel 17 lid 2 ALL vervalt de bevoegdheid van de inspecteur tot het opleggen van een naheffingsaanslag door verloop van tien jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan (in plaats van vijf jaar).
Opmerking
Ik zal in een apart schrijven de Inspecteur WB informeren over de berekende meer omzet. (…)