Uitspraak
Sint Maarten,
1.Procesverloop
2.Feiten
2.2 Omschrijving bedrijf
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, die op 5 juli 2023 werd gedaan. Belanghebbende, een handelsonderneming in cosmetica en elektronica, heeft bezwaar gemaakt tegen naheffingsaanslagen in de winstbelasting over de jaren 2013 en 2014, die door de Inspecteur zijn opgelegd. De naheffingsaanslagen waren gebaseerd op een boekenonderzoek dat had plaatsgevonden, waaruit bleek dat belanghebbende niet voldeed aan haar administratie- en bewaarplicht. Het Gerecht had de naheffingsaanslagen verminderd, maar belanghebbende ging in hoger beroep omdat zij vond dat de aanslagen en de vergrijpboeten onterecht waren opgelegd. Het Hof heeft de zaak behandeld en geoordeeld dat de Inspecteur terecht de omkering en verzwaring van de bewijslast had toegepast, omdat belanghebbende niet had voldaan aan de administratieplicht. Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht, waarbij de naheffingsaanslagen en de vergrijpboeten werden gehandhaafd. De uitspraak benadrukt het belang van een sluitende kasadministratie en de gevolgen van het niet naleven van fiscale verplichtingen.