ECLI:NL:OGHACMB:2024:87

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
12 juni 2024
Publicatiedatum
13 juni 2024
Zaaknummer
SXM2023H00072, SXM2023H00073, SXM2023H00074, SXM2023H00075 en SXM2023H00076
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring van beroep tegen verminderingsaanslagen door La Gondola Restaurant N.V.

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van La Gondola Restaurant N.V. tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, die op 29 mei 2023 werd gedaan. La Gondola had eerder bezwaar gemaakt tegen naheffingsaanslagen opgelegd door het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekostenverzekeringen (USZV) voor de jaren 2013 tot en met 2017. De USZV had in 2018 en 2019 naheffingsaanslagen opgelegd, die later gedeeltelijk werden verminderd. La Gondola stelde beroep in tegen de verminderingsaanslagen, maar het Gerecht verklaarde dit beroep niet-ontvankelijk. La Gondola ging in hoger beroep, waarbij zij betoogde dat het Gerecht haar ten onrechte niet in de gelegenheid had gesteld om een verzuim in het beroepschrift te herstellen. Het Hof oordeelde dat het Gerecht zich onbevoegd had moeten verklaren, omdat de verminderingsaanslagen geen beschikkingen zijn in de zin van de Landsverordening administratieve rechtspraak. Het Hof vernietigde de aangevallen uitspraak en verklaarde het Gerecht onbevoegd om kennis te nemen van het beroep tegen de verminderingsaanslagen. La Gondola verzocht ook om vergoeding van immateriële schade, maar dit verzoek werd afgewezen omdat de redelijke termijn niet was overschreden. USZV werd wel veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van La Gondola.

Uitspraak

SXM2023H00072, SXM2023H00073, SXM2023H00074, SXM2023H00075 en SXM2023H00076
Datum uitspraak: 12 juni 2024
gemeenschappelijk hof van jusTitie
van aruba, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Uitspraak op het hoger beroep van:
La Gondola Restaurant N.V., gevestigd in Sint Maarten (hierna: La Gondola),
appellante,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (hierna: het Gerecht) van 29 mei 2023 in zaken nrs. SXM202201224, SXM202201225, SXM202201226, SXM202201227 en SXM202201228, in de gedingen tussen:
appellante,
en
het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekostenverzekeringen (hierna: USZV)

Procesverloop

Bij beschikkingen van 15 december 2018 en 28 augustus 2019 heeft USZV aan La Gondola naheffingsaanslagen premie ziekteverzekering en ongevallenverzekering voor de jaren 2013 tot en met 2017 opgelegd.
Bij beschikkingen van 13 september 2022 heeft USZV de door La Gondola daartegen gemaakte bezwaren voor zover deze betrekking hebben op de jaren 2013 tot en met 2016 gegrond verklaard en voor het jaar 2017 ongegrond verklaard (hierna: beschikkingen op bezwaar).
Bij brieven van 16 september 2022, door het Gerecht aangeduid als: verminderingsaanslagen, heeft USZV de naheffingsaanslagen voor de jaren 2013 tot en met 2016 verminderd.
Bij uitspraak van 28 november 2022 (ECLI:NL:OGEAM:2023:62) heeft het Gerecht de door La Gondola tegen de beschikkingen op bezwaar en de verminderingsaanslagen ingestelde beroepen niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft La Gondola hoger beroep ingesteld voor zover het de verminderingsaanslagen betreft.
USZV heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak op een zitting behandeld op 15 april 2024. La Gondola, vertegenwoordigd door mr. G.J. Bergman, advocaat, en USZV, vertegenwoordigd door mr. M.M. Hofman-Ruigrok, advocaat, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding
1. USZV heeft over de jaren 2013 tot en met 2017 een looncontrole verricht bij La Gondola ter bepaling van de loonsommen voor de heffing van premie op grond van de Landsverordening ziekteverzekering (hierna: Lzv), de Landsverordening ongevallenverzekering (hierna: Lov) en de Cessantialandsverordening. Daarvan is een conceptlooncontrolerapport vastgesteld. Op basis daarvan heeft USZV, om de termijn voor naheffing zeker te stellen, bij beschikking van 15 december 2018 voor het jaar 2013 alvast een naheffingsaanslag voor de Lzv en de Lov opgelegd van NA
f21.193,95.
Vervolgens heeft USZV op 26 augustus 2019 een definitief looncontrolerapport vastgesteld. Daarin is de schriftelijke reactie van La Gondola op het conceptlooncontrolerapport verwerkt. Op basis van het definitieve looncontrolerapport heeft USZV bij vier afzonderlijke beschikkingen van 28 augustus 2019 naheffingsaanslagen opgelegd voor de jaren 2014 tot en met 2017. Voor het jaar 2014 is een naheffingsaanslag van NA
f29.106,- opgelegd, voor het jaar 2015 NA
f39.138,-, voor het jaar 2016 NA
f38.390,- en voor het jaar 2017 NA
f10.265,-.
1.1.
Naar aanleiding van de gemaakte bezwaren heeft USZV de naheffingsaanslagen voor de jaren 2013 tot en met 2016 verminderd omdat er ten onrechte premie is nageheven ten aanzien van oproepkrachten. De naheffingsaanslag voor het jaar 2013 is met NA
f901,- verminderd tot NA
f20.292,95, voor het jaar 2014 met NA
f850,- tot NA
f28.256,-, voor het jaar 2015 met NA
f1.929,- tot NA
f37.209,- en voor het jaar 2016 met NA
f2.851,- tot NA
f35.539,-.
Aangevallen uitspraak
2. Het Gerecht is niet meegegaan in het verweer van USZV dat de verminderingsaanslagen geen beschikkingen zijn als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: Lar). Volgens het Gerecht moeten de bij de beschikkingen opgelegde aanslagen, inhoudende de vaststelling van de door La Gondola verschuldigde premies, worden aangemerkt als aanslagen in de zin van artikel 3, eerste lid, van de Lar. Zij zijn gericht op enig rechtsgevolg zodat daartegen een voorziening openstaat bij de bestuursrechter. Vervolgens heeft het Gerecht beoordeeld of het beroep tijdig is ingesteld. De beschikkingen op bezwaar zijn gedateerd op 13 september 2022, zodat de beroepstermijn verstreek op 25 oktober 2022. Het op 26 oktober 2022 ingediende beroep is niet-verschoonbaar te laat ingesteld. Het beroep tegen de verminderingsaanslagen is wel tijdig ingediend omdat die aanslagen gedagtekend zijn op 16 september 2022. Ook dit beroep moet nietontvankelijk worden verklaard omdat het beroepschrift geen beroepsgrond bevat, maar slechts een verwijzing naar de gronden van het bezwaar.
Hoger beroep
3. La Gondola richt het hoger beroep uitsluitend tegen de nietontvankelijkverklaring van haar beroep tegen de verminderingsaanslagen. Zij betoogt dat het Gerecht haar ten onrechte niet in de gelegenheid heeft gesteld het verzuim in het beroepschrift tegen de verminderingsaanslagen te herstellen. Indien het Gerecht van mening is dat het beroepschrift niet aan de eisen voldeed omdat het verwijzen naar de gronden van bezwaar niet geldt als beroepsgrond, had La Gondola op dit verzuim moeten worden gewezen. Bovendien heeft La Gondola gronden aangevoerd in haar bezwaarschrift en in haar pleitnota.
3.1.
Het Hof oordeelt, ambtshalve, dat het Gerecht zich onbevoegd had moeten verklaren voor zover La Gondola tegen de verminderingsaanslagen beroep heeft ingesteld. In elk van de beschikkingen op bezwaar voor de jaren 2013 tot en met 2016 is de materiële beslissing reeds gegeven. In de beschikkingen op bezwaar is immers geconcludeerd dat USZV gedeeltelijk tegemoet komt aan de bezwaarschriften. Vervolgens is per naheffingsaanslag, inclusief aanslagnummer, weergegeven hoe hoog de naheffingsaanslag was, met welk bedrag de naheffingsaanslag wordt verminderd en hoe hoog de herziene naheffingsaanslag is. Hiermee is het rechtsgevolg ingetreden. De later toegezonden verminderingsaanslagen betreffen slechts de administratieve uitvoering van de beschikkingen op bezwaar en zijn daarom niet gericht op rechtsgevolg. Daarmee zijn het geen beschikkingen in de zin van artikel 3, eerste lid, van de Lar. Dat op de achterzijde van de verminderingsaanslagen een standaard informatieblad is opgenomen, met ook een (algemene) toelichting op de bezwaar- en beroepsmogelijkheden, maakt dat niet anders.
Slotsom en verzoek om vergoeding van immateriële schade
4. Dit leidt tot de conclusie dat de aangevallen uitspraak moet worden vernietigd voor zover deze in hoger beroep is aangevochten. Het Hof zal, doende hetgeen het Gerecht had behoren te doen, het Gerecht onbevoegd verklaren om kennis te nemen van het tegen de verminderingsaanslagen ingestelde beroep.
5. La Gondola heeft in hoger beroep verzocht om een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn. Vaststaat dat La Gondola op 25 oktober 2022 (rechtstreeks) beroep heeft ingesteld tegen de verminderingsaanslagen. Vandaag doet het Hof uitspraak. De behandeling van het beroep en het hoger beroep heeft daarmee ongeveer een jaar en acht maanden geduurd. De redelijke termijn van drie en een half jaar (anderhalf jaar voor beroep en twee jaar voor hoger beroep) is daarmee niet overschreden. Het verzoek om vergoeding van schade moet daarom worden afgewezen.
6. Mede omdat op de achterzijde van de verminderingsaanslagen een (standaard) informatieblad is opgenomen waaruit La Gondola heeft kunnen afleiden dat tegen de verminderingsaanslagen beroep kon worden ingesteld, moet USZV de proceskosten van La Gondola in beroep en in hoger beroep vergoeden. Het Hof stelt de proceskosten in beroep vast op een bedrag Afl. 1.400,- (1 punt voor het indienen van een beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting) en in hoger beroep op Afl. 1.400,- (1 punt voor het indienen van een hogerberoepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting). USZV moet ook het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht aan La Gondola vergoeden.

Beslissing

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba:
I.
vernietigtde aangevallen uitspraak voor zover in hoger beroep aangevochten;
II.
verklaarthet Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
onbevoegdom van het beroep tegen de verminderingsaanslagen van het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekostenverzekeringen van 16 september 2022 over de premieperiodes 201312, 201412, 201512 en 201612 kennis te nemen;
III.
wijsthet verzoek om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn
af;
IV.
veroordeelthet Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekostenverzekeringen tot vergoeding van bij La Gondola Restaurant N.V. in verband met het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van NA
f2.800,-, geheel toe te rekenen aan door een derde verleende rechtsbijstand;
V.
gelastdat het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekostenverzekeringen aan La Gondola Restaurant N.V. het door haar voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep betaalde griffierecht van NA
f550,- vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. W.H. Bel, voorzitter, en mr. T.G.M. Simons en mr. B.J. van Ettekoven, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.M.C.S. van der Heide, griffier.
w.g. Bel
voorzitter
w.g. Van der Heide
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 12 juni 2024.