Uitspraak
Procesverloop
Overwegingen
"1. Uitgezet kunnen worden:
[…]
d. personen die tot tijdelijk verblijf werden toegelaten, wanneer zij in het land worden aangetroffen, nadat de geldigheidsduur van hun tijdelijke verblijfsvergunning is verstreken of nadat de geldigheid van de vergunning door enige andere oorzaak is vervallen.
2. De uitzetting geschiedt krachtens een met redenen omkleed bevelschrift van de minister, belast met justitiële aangelegenheden, houdende het bevel Aruba binnen een daarbij te bepalen termijn te verlaten. Het bevelschrift vermeldt de periode waarin aan de betrokkene de toelating tot Aruba zal worden geweigerd; deze periode bedraagt ten hoogste acht jaar.
[…]
Artikel 19, zesde lid, van het Toelatingsbesluit 2009 (hierna: Tb), voor zover hier van belang, luidt:
6. […] Indien vier weken na de kennisgeving, bedoeld in het vierde lid, nog niet is beslist over de ontvankelijkheid of kennelijke ongegrondheid van het verzoek, kan, tenzij toepassing is gegeven aan artikel 19d, aan de toelatingsplichtige een tijdelijke vergunning worden verleend als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Landsverordening, waaraan geen beperkingen met betrekking tot het verrichten van arbeid worden verbonden. […]
"Bij meerdere e-mailberichten van 8 september 2022 heeft de gemachtigde van [appellant] aan Departamento Integracion, Maneho y Admision di Stranhero (DIMAS) bericht dat [appellant] zijn 'asielzaken intrekt'. Op 9 september 2022 heeft [appellant] door middel van een formulier "Declaracion de renuncia a todos los casos legales referente a la peticion de asilo en Aruba" schriftelijk ten overstaan van Guarda Nos Costa verklaard dat hij al zijn verzoeken om internationale bescherming en daarmee verband houdende juridische procedures intrekt en dat hij via Colombia terugkeert naar Venezuela. Daarbij heeft hij vermeld dat hij zijn verklaring niet onder druk heeft gegeven, maar volledig vrijwillig. Het Hof ziet mede gelet op de betrokkenheid van zijn gemachtigde geen grond voor het oordeel dat aan deze verklaring moet worden getwijfeld of dat deze ondanks de vermelding dat dat niet is gebeurd onder druk is afgelegd. Dat hij bij de brief van 11 september 2022 aan zijn gemachtigde heeft bericht dat hij zijn verzoeken om internationale bescherming toch niet in wil trekken, geeft geen aanleiding voor een ander oordeel. Een onvoorwaardelijk gegeven intrekking kan naderhand niet ongedaan worden gemaakt."
Het Hof ziet in hetgeen [appellant] over de intrekking in deze procedure heeft aangevoerd, geen reden om daarover thans anders te oordelen. De minister heeft het uitzettingsbevel bij de bestreden beschikking dan ook op goede gronden gehandhaafd. Het Gerecht is terecht tot diezelfde conclusie gekomen. Het betoog slaagt niet.