ECLI:NL:OGHACMB:2024:210
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.A. Saleh
- G.C.C. Lewin
- J. de Boer
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake erfpachtuitgifte en bestemmingswijziging in de zaak Ocean Eco Cleaning tegen het Land Aruba
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 30 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tussen de vennootschap OCEAN ECO CLEANING AND SUPPLIES VBA en de publiekrechtelijke rechtspersoon HET LAND ARUBA. De zaak betreft de uitgifte van terreinen in erfpacht en de bestemming van deze terreinen, waarbij de vraag centraal staat of de overeenkomsten van 1 augustus 2017 geldig zijn en uitgevoerd moeten worden. Het Hof verwijst naar een eerder tussenvonnis van 5 december 2023 en constateert dat beide partijen op 9 april 2024 en 4 juni 2024 memorie's hebben ingediend. Het Hof oordeelt dat de overeenkomsten niet nietig zijn, ondanks dat de geldigheidstermijn van artikel 20 van de overeenkomsten is verstreken. Het Hof stelt vast dat het Land Aruba zelf verantwoordelijk is voor deze situatie en dat er onvoldoende gronden zijn om de overeenkomsten ongeldig te verklaren. Het Hof oordeelt dat de erfpachtuitgifte moet plaatsvinden conform het beleid van de overheid en dat de stelling van het Land dat er sprake is van schenking niet aannemelijk is. Het Hof vernietigt het bestreden vonnis en veroordeelt het Land Aruba om mee te werken aan de vestiging van de erfpachten. Indien het Land niet binnen drie maanden aan deze veroordeling voldoet, treedt dit vonnis in de plaats van de medewerking. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.