3.1Het Hof gaat uit van de volgende feiten.
3.1.1 [[curandus] (hierna: [curandus]) is geboren op [datum] 1930. De nalatenschap van de ouders van [curandus] is niet verdeeld. [zus] (procespartij) is de zus van [curandus]. [curandus] en [zus] zijn de enige twee erfgenamen van hun ouders, elk voor de helft. Tot de nalatenschap behoren gronden en/of huurrechten op gronden in [wijk 1] en [wijk 2], Curaçao. Ten behoeve van de gronden en/of huurrechten hebben [curandus] en [zus] een gezamenlijke bankrekening (het rekeningnummer eindigt op 109; hierna ook: gezamenlijke rekening 109).
3.1.2 [[curandus] heeft ook een eigen betaalrekening (hierna ook: betaalrekening 100) en een spaarrekening (hierna ook: spaarrekening 801).
3.1.3 [[curandus] is getrouwd geweest en heeft vier kinderen:
- [ dochter 1] (hierna: [dochter 1]),
- [ zoon 1] (hierna: [zoon 1]),
- [ zoon 2] (procespartij) en
- [ dochter 2] (hierna: [dochter 2]). [dochter 2] woont in Nederland.
3.1.4In 2018 zijn percelen te [wijk 2] uit de nalatenschap van de ouders van [curandus] en [zus] verkocht.
3.1.5Op 17 april 2018 is de echtgenote van [curandus] overleden. Daarna is [zoon 2] bij [curandus] in huis komen wonen. Bij notariële akte van 26 september 2018 heeft [curandus] een ‘algehele volmacht’ aan [zoon 2] verleend om hem ‘in alle opzichten te vertegenwoordigen’. Na een lijst van specifieke vertegenwoordigingsbevoegdheden vermeldt de akte vetgedrukt onder meer dat de volmacht ‘in het bijzonder ook strekt om voor en namens [curandus] huurpenningen van alle door hem verhuurde onroerende zaken te innen’. Blijkens de notariële akte zijn er twee getuigen aanwezig geweest bij de verklaring van [curandus] ten overstaan van de notaris.
3.1.6In 2019 heeft [zoon 2] huurpenningen geïnd.
3.1.7Bij verzoekschrift van 11 juni 2019 hebben [dochter 1] en [zoon 1] het Gerecht verzocht [curandus] onder curatele te stellen. Bij beschikking van 25 juni 2019 (zaaknummer CUR201902084) heeft het Gerecht [provisioneel bewindvoerder] (hierna: de provisioneel bewindvoerder), kleindochter van [curandus], tot provisioneel bewindvoerder benoemd. Bij beschikking van 23 januari 2020 (zaaknummer CUR201902082) heeft het Gerecht [curandus] onder curatele gesteld en heeft het de curator (procespartij) als zodanig benoemd.
3.1.8Bij brief van 27 maart 2020 hebben de gemachtigden van de curator aan MCB Bank bericht dat de curator het vermoeden heeft dat [zoon 2] financieel misbruik van de volmacht heeft gemaakt. In de brief verzoeken zij afschrift van de opnamedocumenten van 42 opnamen van de drie bankrekeningen (eindigende op de nummers 109, 100 en 801) in de periode 3 januari 2018-28 december 2018. Verder verzoeken zij de bank eventuele camerabeelden van de opnamen te bewaren.
3.1.9Op 4 juni 2020 heeft neuropsycholoog [neuropsycholoog] schriftelijk verklaard dat [curandus] bekend is met een dementerend proces dat consistent is met de ziekte van Alzheimer. Dit kenmerkt zich door een achteruitgang van cognitieve functies. Bij onderzoek op 6 augustus 2019 werd niveau 4 tot 5 vastgesteld. Hieruit moet worden geconcludeerd dat [curandus] ook op 26 september 2018 al niet
compos mentiszou moeten zijn geweest en de gevolgen van zijn handelingen niet goed zou hebben overzien, aldus de neuropsycholoog in deze brief.
3.1.10Bij beschikking van 3 december 2020 heeft het Gerecht de curator gemachtigd om een perceel met woonhuis te [wijk 1] en een perceel te [wijk 2] te verkopen en over te dragen onder de voorwaarde dat het aan [curandus] toekomende aandeel wordt berekend als in de beschikking bepaald. Verder heeft het Gerecht de curator gemachtigd om een trust in te stellen en daarin percelen onder te brengen als trustvermogen en om namens [curandus] tegen [zoon 2] te procederen.
3.1.11Op 23 maart 2021 hebben de curator c.s. met verlof van het Gerecht ten laste van [zoon 2] conservatoire verhaalsbeslagen doen leggen. De beslagen zijn gelegd voor een vordering die voorlopig was begroot op NAf 921.675. De beslagen zijn gelegd onder een bank en op een appartementsrecht.
3.1.12Bij brief van 23 april 2021 aan [zoon 2] hebben de gemachtigden van de curator c.s. geschreven dat uit onderzoek van de provisioneel bewindvoerder is gebleken dat er in ieder geval NAf 961.897 is ontvreemd, althans dat [zoon 2] de uitgaven van [curandus] voor dit bedrag niet heeft verantwoord. Bij de brief hebben zij [zoon 2] verzocht dit bedrag te betalen. Aan dit verzoek heeft [zoon 2] geen gehoor gegeven.