Uitspraak
1.[APPELLANTE 1],
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
Hof] en de oom van gedaagde 5 [[geïntimeerde in parallelzaak];
Hof], Zij is, na het overlijden van haar vader en nadat diens vaderschap gerechtelijk is vastgesteld, in zijn plaats getreden als erfgenaam.
Hof] is toebedeeld.
- de akte van verdeling ten aanzien van het pand verkocht op 16 oktober 2017 te vernietigen en gedaagden hoofdelijk te veroordelen, zo dat als de een betaalt de ander voor dat deel is gekweten, tot betaling van NAf 187.013,-;
- de akte van verdeling ten aanzien van overdracht van het pand [adres 1] aan [appellante 1] te vemietigen en het huis over te dragen;
- rekening en verantwoording af te leggen over de nalatenschap van zijn vader [geïntimeerde], alsmede componenten die niet verdeeld zijn.
voorlopige oordelengeven opdat partijen daarop kunnen reageren.
enige erfgenaamzodat voor een verdeling geen ruimte is. Hij is geen overgeslagen deelgenoot en hij stelt geen rechtsvordering tot vernietiging van de verdelingen in.
hereditatis petitio). Zie artikel 4:183 lid 1 eerste zin BW:
twintig jaren. Zie artikel 3:306 BW:
hereditatis petitiomet de aanvang van de dag volgende op die van het
overlijden. De erflater is op 27 oktober 1982 overleden, zodat volgens de wet de verjaring op 28 oktober 2002 zou zijn voltooid. Zie artikel art. 3:315 BW:
konerven (HR 24 februari 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1642, NJ 1995/468 en HR 17 januari 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2248, NJ 1997/483). Hij kon pas erven na een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap en een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap was pas mogelijk per 1 januari 2012. Voor zo’n geval is artikel 3:315 BW (verjaring begint bij overlijden) niet bedoeld.
Parlementaire Geschiedenis van het Curaçaose Burgerlijk Wetboek, red. M.F. Murray, deel I, p. 196-223) en het concordantiebeginsel, ook voor het Curaçaose artikel 1:207 lid 4 BW.
te goeder trouwis.
hereditatis petitiovan [geïntimeerde] niet verjaard is. Dit betekent dat [appellante 1] niet door verjaring eigenaar kan zijn geworden. Zie artikel 3:100 BW:
gemeente Heusden). De verkrijging door [appellante 1] is geheel volgens de regels verlopen. En in 1987 hing in Curaçao de mogelijkheid van een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap met terugwerking geenszins in de lucht. Bij [appellante 1], maar ook bij het notariaat en de rest van de juristenwereld hoefde in die tijd de gedachte daaraan redelijkerwijs niet op te komen.
Parlementaire Geschiedenis van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, Invoering Boeken 3, 5 en 6. Aanpassing Burgerlijk Wetboek, reds. W.H.M. Reehuis, E.E. Slob, C.J. van Zeben, 1991, p. 74 en 75).