ECLI:NL:OGHACMB:2024:133

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
30 juli 2024
Publicatiedatum
31 juli 2024
Zaaknummer
SXM21H00143
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgplicht van assurantietussenpersoon en onderverzekering na schade door orkaan Irma

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap St. Maarten Laboratory Services (S.L.S.) N.V. hoger beroep ingesteld tegen de besloten vennootschap Hencor Management B.V. naar aanleiding van een geschil over schadevergoeding na de orkaan Irma. S.L.S. had een verzekering afgesloten voor stormschade, maar de verzekeraar, New India Assurance Company Ltd, vergoedde slechts een deel van de schade. S.L.S. heeft de assurantietussenpersoon aangesproken wegens schending van de zorgplicht, omdat zij van mening was dat de verzekering niet adequaat was en dat de onderverzekering het gevolg was van nalatigheid van de tussenpersoon. Het Gerecht in eerste aanleg heeft de vorderingen van S.L.S. afgewezen, waarna S.L.S. in hoger beroep ging.

Het Hof heeft de procedure opnieuw beoordeeld en vastgesteld dat S.L.S. niet voldoende had aangetoond dat de tussenpersoon haar zorgplicht had geschonden. Het Hof oordeelde dat de tussenpersoon in 2016 een duidelijke waarschuwing had gegeven over de dekking van de verzekering en dat S.L.S. niet adequaat had gereageerd op deze waarschuwing. Bovendien heeft het Hof vastgesteld dat de onderverzekering voornamelijk het gevolg was van het eigen nalaten van S.L.S. om de waarde van de verzekerde zaken tijdig aan te passen. Het Hof heeft het vonnis van het Gerecht bevestigd en S.L.S. veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2024
Registratienummers: SXM202000825 – SXM2021H00143
Uitspraak: 30 juli 2024
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ST. MAARTEN LABORATORY SERVICES (S.L.S.) N.V.,
gevestigd in Sint Maarten,
in eerste aanleg eiseres, thans appellante,
gemachtigden: mrs. R.W. Wouters en J. Vlasblom,
tegen
de besloten vennootschap
HENCOR MANAGEMENT B.V.,
handelende onder de naam
[TUSSENPERSOON],
gevestigd in Sint Maarten,
in eerste aanleg gedaagde, thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. R.F. Gibson jr.
Partijen worden hierna SLS en [tussenpersoon] genoemd.

1.De zaak in het kort

Een exploitant van een diagnostisch laboratorium heeft schade geleden door orkaan Irma op Sint Maarten. De exploitant was verzekerd tegen stormschade, maar de verzekeraar heeft een deel van de schade niet vergoed. In deze rechtszaak spreekt de exploitant zijn tussenpersoon aan wegens schending van diens zorgplicht. Het Gerecht heeft de vorderingen van de exploitant afgewezen.
In dit hoger beroep beoordeelt het Hof de vorderingen opnieuw.

2.Het verloop van de procedure

2.1
Bij op 5 november 2021 ingekomen akte van appel is SLS in hoger beroep gekomen van het tussen partijen gewezen en op 28 september 2021 uitgesproken vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (hierna: het Gerecht).
2.2
Bij op 16 december 2021 ingekomen memorie van grieven, met producties, heeft SLS grieven tegen het vonnis aangevoerd en toegelicht. Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof het vonnis zal vernietigen en alsnog, uitvoerbaar bij voorraad, haar vorderingen zal toewijzen, met veroordeling van [tussenpersoon], uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten in beide instanties, met rente.
2.3
Bij op 22 februari 2022 ingekomen memorie van antwoord heeft [tussenpersoon] het hoger beroep bestreden. Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof het bestreden vonnis zal bevestigen, met veroordeling van SLS, uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten in hoger beroep.
2.4
Op 17 mei 2023 hebben de gemachtigden van partijen pleitnotities ingediend. SLS heeft vooraf producties toegezonden.
2.5
Vonnis is gevraagd en nader bepaald op vandaag.

3.De beoordeling

Feiten
3.1
Het Hof gaat uit van de volgende feiten.
3.1.1
SLS exploiteert een diagnostisch laboratorium in Sint Maarten. SLS heeft een hoofdkantoor in de Landmark Building aan de Hamster Drive en huurt enige kamers in het ziekenhuis aan de Welgelegen Road. Deze twee locaties bevinden zich dicht bij elkaar op Cay Hill. Sinds 2014 huurt SLS ook ruimte bij Betty’s Estate aan de Arbutus Road.
3.1.2 [
[tussenpersoon] is een assurantietussenpersoon. The New India Assurance Company Ltd (hierna: New India) is een verzekeraar.
3.1.3
Bij e-mail van 5 juli 2011 heeft [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]) onder meer het volgende bericht aan een medewerker van New India, met cc aan nog een medewerker van New India:
In pursuance of our telephone conversation of last week Friday, July 1, 2011, I met with [SLS] and came to an agreement (…) to seek coverage for the Inventory of [SLS] through [New India] via Seguros Muskus.
(…)
I hereby send you the signed copy of the application form, whereby for now, they are only applying for the Inventory insurance according to the attached specification list.
Any other changes for instance the renter’s interest, which include the internal works inside the building with the dividing internal walls and their doors as well as windows drop ceilings and light fixtures ect/ are still to be added to the total amount in due time when the exact figures are known.
They will inform us concerning such in writing if and when this has to be included in the insurance coverage.
(…)
Bij de e-mail is een aanvraagformulier gevoegd, waarop onder meer staat ingevuld:
1. Name of the proposer: St. Laboratory Services NV.
2. Address: Hamster Dr #1
(…)
4. Particular of property to be insured:
(a) Situation:
Bel Air, Cay Hill
(b) Construction:
Concrete
(c) Occupation: Office
[aangekruist]
Others (pl.specify)
Laboratory, small storage
(d) If used as a shop or warehouse, please describe the goods stored
storage of laboratory re-agents
(e) How long have you been an occupant of the premises? … years
recently moved in 1 yr
(f) Is the building detached? No
[aangekruist]
(g) Are you the sole occupant of the premises? No
[aangekruist]
If you have answered No to the questions above, please give details
One commercial unit, other units used as office and medical supply shop.
5. Loss and insurance record:
(…)
(e) Are there any other insurance policies in force on the same property or liability? Yes
[aangekruist]
with [New India] under Landmark Bldg.
Verder is bij de e-mail een inventarislijst gevoegd, met apparaten en prijzen, en als laatste regel:
totaal aan inventaris 2,054,600.00
Het aanvraagformulier en de inventarislijst zijn op elke pagina geparafeerd. Verder is het aanvraagformulier ondertekend bij de ruimte voor
Proposer’s signature.
3.1.4
De aanvraag heeft geleid tot een verzekering. Een polisblad van 6 juli 2011 van New India vermeldt onder meer:
Broker Name: [BETROKKENE 1]
Insured Name: [SLS]
Address: HAMSTER DR. #1, SINT MAARTEN
Cover: Fire Extended with Flood
Sum insured in Nafls.: 2.054.600,00
Description of risk: On own goods & merchandise, on furniture, fixtures, fittings & electrical fittings.
Situation: Bel Air, Cay Hill, Sint Maarten
Hetgeen op het polisblad achter
description of risken
onstaat, wordt hierna aangeduid als: de verzekerde zaken.
3.1.5
Op de verzekering zijn voorwaarden van toepassing, getiteld
Extended perils endorsement. Blijkens die voorwaarden is dekking overeengekomen voor schade wegens bepaalde bijzondere gevaren, waaronder stormen. In die voorwaarden staat in de linkerkolom, vierde alinea (hierna: het maximumbeding):
2. The liability of the company shall in no case under this endorsement and the policy exceed the sum insured by each item of the policy.
In die voorwaarden staat verder in de linkerkolom, onderaan (hierna: het onderverzekeringsbeding):
CONDITION 17:
If the property hereby insured shall, at the breaking out of any fire or at the commencement of any destruction to such property by any other perils insured against by this endorsement be collectively or greater value than the sum insured thereon, then the insured shall be considered as being his own insurer for the difference and shall bear a ratable proportion of the loss accordingly. Every item if more than one of the Policy shall be separately subject to this condition.
PROVIDED that it is hereby further expressly agreed and declared that the special conditions herein shall apply only to the insurance granted by this extension and the conditions of the policy shall apply in all respects to the insurance granted by the policy as if this endorsement had not been made thereon.
In die voorwaarden staat verder in de rechterkolom iets boven het midden een beding dat als volgt luidt (lid (ii) van dit beding wordt hierna aangeduid als: de
deductible clause):
EXCESS CLAUSE
(i) It is understood and agreed that as regards loss or damage (other than by fire) to any building insured directly caused by any peril which is covered under this storm and earthquake extension, the company’s liability shall be limited to (…)
(ii) Notwithstanding anything to the contrary contained in this policy, it is hereby understood and agreed that all claims caused by any perils covered under this storm and earthquake extension shall be subject to an excess (deductible) of 2% of the sum insured subject to a minimum of Nafls. 1000/- per claim. This excess will be applicable in addition to any other excess or deductible that may be applicable as per the conditions of the policy or of any of the clauses attached or endorsed thereto.
Provided however, that where a location wise sum insured has been expressly mentioned on the policy, the ‘sum insured’ for the purpose of this clause shall mean the gross sum insured relative to the location affected and not the total sum insured, insured under this policy.
3.1.6
Bij e-mail van 29 mei 2012 heeft [betrokkene 1] onder meer het volgende bericht aan New India:
I would like to use this occasion to remind you about the Policy of [SLS] which so far known to me renews in the month of June 2012. Kindly provide us with a renewal notice/invoice via [tussenpersoon] Insurance with a copy to me, which will be a perfect occasion to visit the client to see if there are any changes in the coverage of the insured interest which undoubtedly has taken place as I am aware of new machines which have entered the premises.
Please make sure this policy is transferred to [tussenpersoon] Insurances Account.
(…)
o.b.o.
[tussenpersoon] Insurances
[betrokkene 1]
3.1.7
Een polisblad van 9 juni 2012 van New India vermeldt hetzelfde als hiervoor onder 3.1.4 weergegeven, behalve dat bij “Broker Name” [tussenpersoon] staat ingevuld.
3.1.8
Op de jaarlijkse rekeningen die SLS in 2012-2017 van [tussenpersoon] heeft ontvangen, staat dat de verzekerde zaken zijn
located at Bel Air, Cay Hill, St. Maarten.
3.1.9
Op 18 februari 2016 heeft een bespreking plaatsgehad tussen een of meer vertegenwoordigers van [tussenpersoon] en een of meer vertegenwoordigers van SLS.
3.1.10
Bij e-mail van 24 februari 2016 heeft [acquisition manager], acquisition manager bij [tussenpersoon] onder meer het volgende bericht aan dr. [director 1], director/clinical biochemist bij SLS, met cc aan (onder meer) twee personen bij SLS:
Also we would like to remind you of our conversation, in where we informed you that only the Inventory & Stock at the Cay hill location is insured at the moment. Please let us know what the Sum Insured are of the other locations, so we can include those in your current policy.
3.1.11
Een aanhangsel (
renewal) van 2 juni 2017 van New India vermeldt hetzelfde als hiervoor onder 3.1.4 weergegeven, behalve dat ook hierop bij “Broker Name” [tussenpersoon] staat ingevuld. De verzekerde periode is van 1 juli 2017 tot 1 juli 2018.
3.1.12
Bij e-mail van 13 juli 2017 heeft [corporate account officer] het volgende bericht aan de gebruikers van twee e-mailadressen van SLS:
(…) I am recently appointed as the Corporate Account Officer for [tussenpersoon] Insurances.
(…)
For enhancing our business relationship that will be beneficial to both our companies, I would like to make an appointment to meet with you at your earliest convenience. This will enable us to get more acquainted with you and your business and its needs, which will help us to provide your company with more better service.
3.1.13
Op 6 september 2017 is Sint Maarten getroffen door de orkaan Irma. SLS heeft daardoor schade geleden. Zij heeft een schadeclaim ingediend bij New India. New India heeft de expert Dekra Caribbean N.V. (hierna: Dekra) ingeschakeld. Dekra heeft rechtstreeks contact gehad met SLS. Op 12 december 2011 heeft Dekra een
report of loss assessmentuitgebracht. Hierin staat onder meer:
Loss locations: 1. Hamster Drive 1-G
2. Welgelegen Road 30
3. Arburtus Road 5
(…)
Loss assessment: ANG 511,629.00 as specified in this report
Sum insured: Inadequate
(…)
Extent of loss
1 Hamster Drive
The Insured’s head office is at 1-G, Hamster Drive. In this building, most of the damage was sustained to the suspended ceiling and parts of the electrical system (…) These damages are not claimed and for the account of the building owner. (…)
30 Welgelegen Road
At this location the Insured rents a few rooms in the hospital. (…) [The] Insured’s furniture and equipment got damaged, including laboratory equipment, office furniture and computer equipment. (…)
5 Arburtus Road
At this location the Insured rents a small industrial building (…). In this building, three AC-units were damaged by the hurricane. (…) The room houses an expensive sterilizer. This equipment itself has been inspected and could be repaired.
(…)
Loss assessment
We have assessed and calculated the gross loss as follows:
- Supplies / stock ANG 354,661.00
- ICT equipment ANG 16,254.00
- Analysers, microscopes and sampler unit ANG 109,333.00
- Repair sterilizers and biosafety cabinet ANG 31.381.00
Total including turnover tax ANG 511,629.00
The above loss amounts do not take into account any deductible.
The insured has agreed with the aforementioned calculated loss by email.
(…)
Sums insured
We have checked the sum insured and found it to be inadequate. The actual reinstatement value of the residence should be ANG 3.173.760.00. The insured is aware of the consequences and planning to change the sum insured to a higher level, that reflects the current value.
3.1.14
Bij e-mail van 24 november 2017 aan medewerkers van SLS heeft een medewerker van Dekra de bedragen NAf 511.629 (loss assessment) en NAf 3.173.760 (reinstatement value) nader gespecificeerd.
3.1.15
Op 6 april 2018 heeft New India NAf 290.122 aan SLS uitgekeerd. Dit bedrag is als volgt berekend:
Getaxeerde schade NAf 511.629
Aftrek wegens onderverzekering 180.415
Aftrek eigen risico 41.092
---------------- -
NAf 290.122
De aftrek wegens onderverzekering is berekend als:
USD 511.629 x (1 - (USD 2.054.600/USD 3.173.760)) = USD 180.415.
De aftrek van het eigen risico is berekend als 2% x USD 2.054.600 = USD 41.092.
3.1.16
Bij e-mail van 17 mei 2018 heeft [director 2], director van [tussenpersoon], (hierna: [director 2]) correspondentie over de claim van SLS toegezonden aan [finance manager], finance manager bij SLS (hierna: [finance manager]). Bij e-mail van 31 januari 2019 heeft [director 2] navraag bij New India gedaan over de berekening van het uitgekeerde bedrag van NAf 290.122. Op 9 april 2019 heeft hij het van New India verkregen antwoord doorgemaild naar [finance manager]. Bij e-mail van 12 april 2019 heeft [finance manager] nadere vragen hierover gesteld. Bij e-mail van 17 april 2019 heeft [director 2] nadere informatie verschaft en te kennen gegeven graag bereid te zijn samen te komen om het nader te bespreken.
3.1.17
Bij brief van 4 september 2020 heeft de advocaat van SLS [tussenpersoon] aangesproken tot vergoeding van NAf 180.415 (aftrek onderverzekering) en NAf 41.092 (aftrek eigen risico) wegens schending door [tussenpersoon] van haar zorgplicht als tussenpersoon. [tussenpersoon] heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen.
3.1.18
Eveneens op 4 september 2020 heeft de advocaat van SLS een verzoekschrift tegen New India ingediend bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna ook: het Gerecht). Zij vorderde betaling van NAf 180.415 (aftrek onderverzekering) in hoofdsom. Dit heeft geleid tot een vonnis van 11 april 2022 waarbij New India is veroordeeld tot betaling van NAf 84.211, met rente en kosten (zaaknummer CUR202003562). Naar het oordeel van het Gerecht is de onderverzekering van SLS voor een deel eraan te wijten dat New India bij de aanvang van de verzekering in 2011
fixtures, fittings & electrical fittingsheeft meeverzekerd zonder rekening te houden met de waarde daarvan. Daarom mag New India naar het oordeel van het Gerecht minder aftrek voor onderverzekering toepassen dan zij heeft gedaan.
Vorderingen
3.2
In deze rechtszaak heeft SLS bij inleidend verzoekschrift gevorderd, verkort weergegeven,
onvoorwaardelijk: betaling van NAf 180.415 (aftrek onderverzekering) en NAf 41.092 (aftrek eigen risico), buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten, alles met rente en
voorwaardelijk: bevel tot het geven van afschrift van bescheiden, op straffe van verbeurte van dwangsommen.
Bij conclusie van repliek heeft SLS te kennen gegeven dat de vordering die eerst voorwaardelijk was ingesteld, alsnog onvoorwaardelijk wordt ingesteld.
Beslissing van het Gerecht
3.3
Bij het bestreden vonnis heeft het Gerecht de vorderingen afgewezen.
Beoordeling door het Hof
Geen eiswijziging
3.4
Bij memorie van grieven heeft SLS geconcludeerd dat het Hof haar “(gewijzigde)” vorderingen alsnog zal toewijzen. SLS heeft in hoger beroep weliswaar nieuwe nieuwe verwijten aan [tussenpersoon] gemaakt, maar zij heeft haar vorderingen (petita) in hoger beroep niet (voldoende duidelijk) gewijzigd. Het Hof zal dus recht doen op de eis zoals die in eerste aanleg uiteindelijk geheel onvoorwaardelijk is ingesteld.
De maatstaf van de maatman moet worden aangelegd
3.5
De verwijten die SLS aan [tussenpersoon] maakt, moeten beoordeeld worden aan de hand van de maatstaf of [tussenpersoon] zich heeft gedragen overeenkomstig hetgeen mag worden verwacht van een redelijk handelende en redelijk bekwame tussenpersoon, met inachtneming van hetgeen de Hoge Raad daarover heeft overwogen in onder meer HR 10 januari 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF0122. Beide partijen onderkennen dat.
[tussenpersoon] heeft in 2016 aan haar zorgplicht voldaan
3.6
Anders dan SLS heeft aangevoerd, bevat de e-mail van 24 februari 2016 (zie 3.1.10 hiervoor) een duidelijke waarschuwing met betrekking tot de (stormschade)verzekering. Weliswaar is het onderwerp van de e-mail aangeduid als “Group Medical SLS” en bevat de e-mail eerst enige alinea’s over die collectieve ziektekostenverzekering, maar dat doet er niet aan af dat de waarschuwing duidelijk is. De passage
“Also we would like to remind you of our conversation”in de waarschuwing maakt aannemelijk dat partijen hetgeen de waarschuwing bevat, ook besproken hebben (mogelijk op de bespreking van 18 februari 2016). Dat kan echter in het midden blijven, want ook als dat niet of onvoldoende duidelijk is gebeurd, is de schriftelijke waarschuwing duidelijk. Dit geldt voor de gemiddeld ontwikkelde en gemiddeld oplettende lezer van de waarschuwing. Het geldt des te meer voor een professionele, commerciële organisatie met deels hoogopgeleide medewerkers als SLS. Hieraan doet niet af dat de omvang van SLS beperkt is en dat de medewerkers geen juristen en geen verzekeringsexperts zijn (er is wel een finance manager bij SLS). Een redelijk handelende en redelijk bekwame tussenpersoon als [tussenpersoon] mocht ervan uitgaan dat SLS de waarschuwing zonder nadere toelichting zou begrijpen en ook zou begrijpen dat, indien SLS de waarschuwing niet ter harte zou nemen, dit negatieve gevolgen zou kunnen hebben voor de hoogte van de uitkering als er stormschade zou ontstaan. De waarschuwing is ook voldoende indringend.
3.7
De waarschuwing houdt in dat slechts één locatie verzekerd was. Het is de vraag of dat juist is. De door New India aangenomen onderverzekering is veroorzaakt doordat volgens Dekra de totale waarde van de verzekerde zaken op drie locaties hoger was dan de verzekerde som. New India is dus ervan uitgegaan dat niet alleen de verzekerde zaken op de locatie Hamster Drive, maar ook de verzekerde zaken op de locaties Welgelegen Road en Arbutus Road onder de dekking vielen. Als die uitleg van de verzekering juist is, gaat de waarschuwing uit van een onjuiste uitleg van de verzekering.
3.8
Het kan echter in het midden blijven of die uitleg juist is. In elk geval moest voor SLS uit de waarschuwing duidelijk worden dat indien zij stormschade zou lijden, de uitkering mogelijk lager zou zijn dan de schade en dat zij, om dat te voorkomen, zich zou dienen bij te verzekeren. Dat is de kern van de boodschap en die was juist.
3.9
Het is verder niet van belang dat in de waarschuwing gesproken wordt van de
Cay Hill locationzonder dat meteen duidelijk is welk van beide locaties op Cay Hill wordt bedoeld (of wellicht beide) en dat ook de termen
Inventory & Stocken
Sum Insuredpreciezer hadden kunnen worden geformuleerd. Dat doet er niet aan af dat de kern van de boodschap duidelijk en juist was.
3.1
De schriftelijke waarschuwing zou al voldoende zijn geweest. Mocht daarover al anders worden gedacht, dan is van belang dat [tussenpersoon] het daar niet bij heeft gelaten. Op 13 juli 2017 heeft zij bericht dat zij een afspraak wilde maken. Het ligt voor de hand dat deze afspraak mede benut zou worden om gezamenlijk te bezien of SLS (nog steeds) adequaat verzekerd was. SLS moest redelijkerwijs begrijpen dat de voorgestelde afspraak mede daarvoor bedoeld zou zijn. [tussenpersoon] mocht naar maatstaven van zorgvuldigheid verwachten dat SLS dat begreep en dat SLS de gelegenheid om beter te worden te worden geïnformeerd zou aangrijpen. Als de schriftelijke waarschuwing op zichzelf al niet voldoende is voor het oordeel dat [tussenpersoon] in 2016 aan haar zorgplicht heeft voldaan, dan is de combinatie van de schriftelijke waarschuwing met het bericht over een te maken afspraak in elk geval wel voldoende.
Eventuele vóór 2016 gemaakte fouten van [tussenpersoon] hebben geen schade veroorzaakt
3.11
SLS heeft niet naar aanleiding van de e-mail van 24 februari 2016 de waarde van de verzekerde zaken op de verschillende locaties aan [tussenpersoon] opgegeven. Evenmin is zij ingegaan op de uitnodiging van de e-mail van 13 juli 2017 om een afspraak te maken. Voldoende aannemelijk is dat als zij het een of het ander of beide had gedaan, dit ertoe geleid zou hebben dat de inventaris van SLS op de verschillende locaties zou zijn opgenomen en getaxeerd en dat de daarvan opgemaakte inventarislijst door partijen zou zijn besproken. In ieder geval is aannemelijk dat [tussenpersoon] daarop zou hebben aangedrongen. SLS zou zich dan vóór 6 september 2017 zodanig hebben bijverzekerd dat New India geen aftrek wegens onderverzekering zou hebben toegepast. Vastgesteld zou zijn geweest dat de verzekerde zaken op de drie locaties een vervangingswaarde hadden van (ongeveer) NAF. 3.173.760 (zoals Dekra later heeft vastgesteld). Verder zou hetzij de waarde van de
fixtures, fittings & electrical fittingszijn meegeteld, hetzij zouden de
fixtures, fittings & electrical fittingsuit de omschrijving van het gedekte risico zijn verwijderd. Ook zou beoordeeld zijn of en zo ja in hoeverre de software zou moeten worden meeverzekerd, en voor zover die zou zijn meeverzekerd zou de waarde ervan zijn meegeteld. De aftrek wegens onderverzekering is dus geheel veroorzaakt door het eigen nalaten van SLS. Deze aftrek kan daarom niet als een gevolg van eventuele fouten van [tussenpersoon] aan [tussenpersoon] worden toegerekend.
3.12
Voor het verwijt met betrekking tot de software geldt verder dat bij SLS een
application and system specialistwerkzaam is, die op verzoek van de advocaat van SLS gerapporteerd heeft over de vraag in hoeverre verzekering van software overbodig is, hetzij omdat de software niet meer bestaat, hetzij omdat SLS de software in licentie gebruikt. Het is het Hof niet duidelijk hoe de door de advocaat aan de expert opgegeven lijst met software zich verhoudt met de inventarislijst uit 2011, waarop slechts staat: NAf 80.000 voor hardware en software gezamenlijk. Hoe dit ook zij, in de verhouding tussen SLS en [tussenpersoon] moet worden aangenomen dat de application and system specialist van SLS minstens even goed als [tussenpersoon] kan beoordelen of het verstandig is software mee te verzekeren, en zo ja, voor welk bedrag. Aannemelijk is dat dit aan de orde zou zijn gekomen als SLS de waarschuwing ter harte had genomen en/of de uitnodiging had aanvaard.
3.13
Indien SLS in hoger beroep het standpunt heeft willen handhaven dat [tussenpersoon] aansprakelijk is voor de gedragingen van [betrokkene 1] uit 2011, heeft zij die bedoeling onvoldoende duidelijk tot uitdrukking gebracht. Haar stelling dat [betrokkene 1] toen zelfstandig werkte, zij het gelieerd aan of geassocieerd met ‒ een rechtsvoorganger van ‒ [tussenpersoon], is onvoldoende duidelijk, aangezien niet is toegelicht dat en waarom daarvan het rechtsgevolg zou zijn dat [tussenpersoon] aansprakelijk is voor de gedragingen van [betrokkene 1]. In het midden kan blijven of [betrokkene 1] in 2011 over een vergunning om als tussenpersoon op te treden beschikte en ook of hij destijds ervaren was in het bemiddelen bij de totstandkoming van verzekeringen. Het beroep van SLS op dwaling in 2011 kan ook bij gebrek aan belang onbesproken blijven. Dat beroep is bovendien in strijd met de eisen van een goede procesorde voor het eerst gedaan bij pleitnota in hoger beroep.
3.14
Indien al aangenomen moet worden dat [tussenpersoon] in de periode vanaf 2012 tot februari 2016 haar zorgplicht heeft geschonden door onvoldoende aandacht te schenken aan de dekkingsomvang en de dekkingsomschrijving van de verzekering, geldt dat [tussenpersoon] dit heeft goedgemaakt door in 2016 alsnog te waarschuwen en SLS uit te nodigen om een afspraak te maken. Meer in het bijzonder overweegt het Hof als volgt.
3.15
Voor zover [tussenpersoon] haar zorgplicht heeft geschonden door:
- in 2012 de dekkingsomvang en dekkingsomschrijving niet goed te controleren bij de overgang van het dossier van [betrokkene 1] naar [tussenpersoon];
- in 2012 niet te waarschuwen dat
fixtures, fittings & electrical fittingswaren meeverzekerd zonder dat rekening was gehouden met de waarde daarvan;
- in 2012 niet op een verhoging van de verzekerde som aan te dringen, ook al meende zij te weten dat
new machines had entered the premises;
- vanaf 2012 tot februari 2016 geen of onvoldoende controles uit te voeren;
- vanaf 2012 tot februari 2016 niet te waarschuwen dat software was meeverzekerd en dat dit wellicht niet nodig was; en/of
- vanaf 2012 tot februari 2016 niet te waarschuwen dat discussie mogelijk was over de vraag welke locaties waren verzekerd;
geldt dat de schade niet door enig van die (gestelde) zorgschendingen is veroorzaakt, maar is veroorzaakt door het eigen nalaten van SLS zoals hiervoor omschreven. Dat eigen nalaten heeft het eventuele causaal verband tussen die gestelde zorgschendingen en de schade door aftrek wegens onderverzekering doorbroken.
3.16
Voor toepassing van de omkeringsregel is geen plaats. Evenmin is er plaats voor toepassing van het leerstuk van de alternatieve causaliteit.
3.17
Slotsom is dat [tussenpersoon] niet aansprakelijk is voor schade die SLS stelt te hebben geleden doordat New India een aftrek heeft toegepast wegens onderverzekering.
[tussenpersoon] is niet aansprakelijk voor schade wegens aftrek eigen risico
3.18
Een
deductible clauseis gebruikelijk, niet alleen in Sint Maarten, maar in het gehele Koninkrijk der Nederlanden en in veel andere landen. Een dergelijk beding is zo gebruikelijk dat SLS als professionele, commerciële organisatie (als hiervoor nader omschreven) redelijkerwijs bedacht behoorde te zijn op de aanmerkelijke kans dat de verzekering een dergelijk beding zou bevatten en dat van haar verwacht mocht worden dat zij de polisvoorwaarden zou doornemen als ze daar meer zekerheid over wilde hebben en de precieze inhoud ervan wilde kennen. Het Hof verenigt zich met het oordeel van het Gerecht dat de deductible clause voldoende duidelijk is overeengekomen. SLS had de deductible clause bij lezing ervan uit eigen kracht kunnen begrijpen. [tussenpersoon] mocht daarvan uitgaan. [tussenpersoon] mocht als redelijk bekwame en redelijk handelende tussenpersoon ervan uitgaan dat zij SLS niet specifiek behoefde te waarschuwen voor de deductible clause. [tussenpersoon] is dus niet aansprakelijk wegens aftrek voor eigen risico.
3.19
SLS heeft een beroep gedaan op het maximumbeding. Dit beroep faalt. Het is voldoende duidelijk dat het maximumbeding niets afdoet aan de deductible clause. SLS mocht niet anders begrijpen. [tussenpersoon] behoefde SLS daar naar maatstaven van zorgvuldigheid ook niet op te wijzen, want zij behoefde niet bedacht te zijn op de onwaarschijnlijke mogelijkheid dat SLS het anders zou opvatten.
Niet kan worden aangenomen dat [tussenpersoon] in 2018-2019 haar zorgplicht heeft geschonden
3.2
Hetgeen [tussenpersoon] in 2018-2019 heeft gedaan om aan SLS de opbouw van de uitkering te verduidelijken, is niet in strijd met haar zorgplicht. Het schadevoorval had zich voorgedaan, er was een geschil tussen SLS en New India ontstaan over de hoogte van de uitkering en SLS had zich voorzien van bijstand van een advocaat. [tussenpersoon] mocht en moest als onafhankelijk tussenpersoon haar eigen standpunt bepalen. De zorgplicht van [tussenpersoon] jegens SLS brengt niet mee dat zij zich niet achter standpunten van New India mocht scharen.
3.21
Evenmin heeft [tussenpersoon] met haar communicatie in 2018-2019 jegens SLS het recht verwerkt om in rechte haar standpunt toe te lichten, aan te vullen en te verbeteren in het licht van het verloop van het partijdebat (ook SLS heeft dat gedaan). Ook het beroep dat SLS in dit verband op de klachtplicht van [tussenpersoon] heeft gedaan, wordt verworpen, nu het Hof niet duidelijk is waarover en bij wie [tussenpersoon] volgens SLS had moeten klagen. Het beroep van [tussenpersoon] op de e-mail van 24 februari 2016 is in elk geval niet onderworpen aan de klachtplicht, want het is geen beroep op een gebrekkige prestatie van SLS, maar een betwisting van de stelling van SLS dat [tussenpersoon] haar onvoldoende heeft gewaarschuwd.
3.22
Anders dan SLS heeft aangevoerd, kan uit het verweer van [tussenpersoon] in rechte niet worden afgeleid dat [tussenpersoon] bewust onjuiste informatie over de berekening van New India aan SLS heeft verschaft.
De vordering tot het verstrekken van afschrift van bescheiden is niet toewijsbaar
3.23
In het licht van de producties die reeds in dit geding zijn overgelegd, heeft SLS onvoldoende concreet en feitelijk gespecificeerd van welke stukken zij meent dat die zich in het dossier van [tussenpersoon] bevinden zonder dat SLS over een afschrift daarvan beschikt. Daarom wordt de vordering tot het verstrekken van afschrift van bescheiden afgewezen.
3.24
Ten overvloede wijst het Hof erop dat indien al op [tussenpersoon] een “verzwaarde stelplicht” rust, dit een processuele last is in het kader van stellen en bewijzen, en geen rechtsplicht jegens SLS. In dit geval komt het Hof niet tot het oordeel dat [tussenpersoon] SLS onvoldoende aanknopingspunten voor bewijslevering heeft verschaft. Verder wijst het Hof (naar aanleiding van een beroep van SLS op de Landsverordening Bescherming Persoonsgegevens) er ten overvloede op dat voor een partij als [tussenpersoon] een gewichtige reden in de zin van art. 843a lid 4 Rv kan bestaan bij handhaving van de vertrouwelijkheid van haar interne besluit- en gedachtevorming, waaronder begrepen de rol daarin van haar eventuele externe adviseurs (vergelijk HR 26 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1985). Dit uitgangspunt kan ook in de weg staan aan de plicht om bepaalde gegevens te verstrekken op basis van de Landsverordening Bescherming Persoonsgegevens.
Financiële gevaarzetting
3.25
SLS heeft een beroep gedaan op HR 28 mei 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO4224 (Jetblast). Dat arrest heeft betrekking op gevaarzetting. Een belangrijk verschil is dat het arrest ziet op letselschade en deze zaak op zuivere vermogensschade. Men zou met SLS daarom in dit geval van financiële gevaarzetting kunnen spreken. Hetgeen SLS daarover heeft aangevoerd, leidt het Hof echter niet tot andere oordelen dan hiervoor zijn gegeven.
Geschilpunten die niet van belang zijn
3.26
Voor zover het Hof hiervoor geschilpunten onbesproken heeft gelaten, is dat omdat zij niet van belang zijn voor de toewijsbaarheid van de vorderingen. Dit geldt onder meer voor de vraag of [tussenpersoon] in de periode na orkaan Irma operationeel was in Sint Maarten en voor de vraag of SLS een vaststellingsovereenkomst heeft gesloten met New India.
3.27
Het hoger beroep faalt. Het vonnis waarvan beroep dient te worden bevestigd. SLS zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
bevestigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt SLS in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van [tussenpersoon] gevallen en tot op heden begroot op NAf 249,50 aan verschotten en NAf 10.500,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mrs. E.M. van der Bunt, G.C.C. Lewin en C.G. ter Veer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten uitgesproken op 30 juli 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.