ECLI:NL:OGHACMB:2024:108

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
15 mei 2024
Publicatiedatum
15 juli 2024
Zaaknummer
SXM2023H00142
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet wegens schending van veiligheidsinstructies en agressief gedrag

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Global Elevators Caribbean B.V. tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, waarin het ontslag op staande voet van de werknemer werd betwist. De werknemer, die sinds 15 december 2021 als lifttechnicus bij Global in dienst was, werd op 7 juli 2022 ontslagen vanwege vermeend agressief gedrag en het negeren van veiligheidsinstructies. Global stelde dat de werknemer herhaaldelijk instructies om veiligheidshelmen te dragen had genegeerd en dat hij een houten plaat voor een open liftschacht niet had vastgezet, wat gevaarlijke situaties creëerde. De werknemer betwistte de beschuldigingen en voerde aan dat hij niet fysiek agressief was geweest en dat er onvoldoende veiligheidshelmen beschikbaar waren. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 maart 2024 werden beide partijen gehoord, en het Hof concludeerde dat de werknemer inderdaad veiligheidsinstructies had genegeerd, wat op zichzelf al een dringende reden voor ontslag op staande voet opleverde. Het Hof oordeelde dat, hoewel de andere beschuldigingen niet waren komen vast te staan, het ontslag op staande voet toch rechtsgeldig was. De verzoeken van de werknemer tot doorbetaling van loon en uitbetaling van vakantiedagen werden afgewezen, en de werknemer werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2024
Uitspraak: 15 mei 2024
Zaaknr: SXM202300169 – SXM2023H00142
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Beschikking in de zaak van:
de besloten vennootschap
GLOBAL ELEVATORS CARIBBEAN B.V.,
gevestigd in Sint Maarten,
in eerste aanleg verweerster, thans appellante,
hierna te noemen: Global,
gemachtigde: mr. R.M. Stomp,
-tegen-
[de werknemer],
wonende in Sint Maarten,
in eerste aanleg verzoeker, thans geïntimeerde,
hierna te noemen: de werknemer,
gemachtigde: mr. C. Merx.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Verwezen wordt naar de op 30 augustus 2023 uitgesproken beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (hierna: het Gerecht). De inhoud van die beschikking geldt als hier ingevoegd.
1.2
Global is in hoger beroep gekomen van voormelde beschikking door indiening via e-mail op 11 oktober 2023 van een beroepsschrift met producties. De werknemer heeft op 8 maart 2024 een verweerschrift ingediend.
1.3
De mondelinge behandeling van het hoger beroep heeft plaatsgehad op 11 maart 2024 in het gerechtsgebouw te Sint Maarten. Verschenen zijn de werknemer, bijgestaan door zijn gemachtigde, en namens Global de heer [directeur global], directeur, bijgestaan door de gemachtigde van Global. Via een videoverbinding met Aruba nam deel mevrouw [voormalig supervisor], voormalig supervisor bij Global. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunten nader toegelicht en vragen van het Hof beantwoord. De gemachtigde van Global heeft een pleitnota overgelegd.
1.4
Uitspraak is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1
De werknemer (geboren op [geboortedatum] 1959) is op 15 december 2021 bij Global in dienst getreden als lifttechnicus. Er is geen schriftelijke arbeidsovereenkomst en er zijn geen salarisstroken aan de werknemer verstrekt. Het salaris, US$ 26.000,- op jaarbasis, werd contant aan de werknemer betaald in termijnen van US$ 1.000,- en US$ 500,-.
2.2
In de periode van 26 juni tot en met 13 juli 2022 is de werknemer door Global naar Aruba gezonden om werkzaamheden te verrichten bij de installatie van een lift in het hotel Casa del Mar Beach Resort. De werknemer werkte daar samen met drie anderen, waaronder opzichter (
site supervisor) [site supervisor]. De leidinggevende ter plaatse (
field manager) was mevrouw [voormalig supervisor] (hierna: [voormalig supervisor]). Zowel [site supervisor] als [voormalig supervisor] waren in dienst van Global.
2.3
Tussen de werknemer en de heer [directeur global], directeur van Global (hierna: [directeur global]) hebben whatsappgesprekken plaatsgevonden met onder meer de volgende inhoud:
29 juni 2022
[directeur global]
: 1. Remove old brackets
2. drop lines and install new brackets and rails, pit gear motor platform ropes,
3. Hook up Controller and get car running on temporary operation,
4. remove one old door frames one at a time staring at top floor
5. once old frame is removed install new door frames immediately and block any hole around new frame with plywood until drywall is installed by Casa del Mar
6. continue down shaft until all frames are installed
6 juli 2022
de werknemer:
According we should not do it dangerous for our live
[directeur global] :
How many hard hats do you have
de werknemer:
Only 2
[directeur global] :
You will have two more shortly
de werknemer:
Like that to avoid the helmet fall down(met een link naar een afbeelding van een helm met een kinband).
2.4
Op 7 juli 2022 ontving de werknemer een brief van de gemachtigde van Global getiteld “Termination of employment”. In de brief staat onder meer:
“(…)
This letter serves to inform you that your employment with Global Elevators Caribbean NV has been terminated with immediate effect.
You have structurally ignored the guidance and instruction of the supervisor Mrs. [voormalig supervisor]. You have treated her with continued disrespect and on Thursday July 7, 2022 at 10:30, you have even taken the liberty to put your hands on Mrs. [voormalig supervisor] by holding and squeezing her shoulder for an extended period of time, which qualifies as assault. In addition, notably on the same day, you have shouted at her in public and disrespected her in front of many witnesses. This behavior, to put it mildly, is unacceptable.
During your entire employment on Aruba you have ignored safety guidelines by refusing to wear your safety helmet. In addition, we hold proof that you have refused the explicit instructions given to you today to secure the wooden protection plate to the wall in order to cover the open lift shaft, creating an extremely dangerous situation for the guests and in particular children at the resort.
Client was also informed by the resort today that you broke through a wall entering the office of the resort’s secretary, which you failed to report to the supervisor. You reaction was that the wall should have been stronger while you were specifically instructed, well in advance, to be extremely careful.
We hold overwhelming proof of the above.
Due to your actions client has been instructed by the resort to halt all activities as its personnel, meaning you and you colleague Giovanni, do not abide by the safety instructions. You have been warned on several occasions by the resort’s security. Due to your actions client is in danger of losing substantial amounts of income. You are being held fully liable for these damages.
In addition, your aggressive behavior and assault on the supervisor are unacceptable and will be brought to the attention of the prosecutor’s office whenever client decides to do so. (…) ”
2.5
Bij e-mail van 7 juli 2022 heeft de chief engineer van het Casa del Mar Beach Resort, de heer Ferdinand Winterdal, [directeur global] als volgt bericht:
“Attached you will find the pictures of the incident that happened on Tuesday the 5th of July and the incident that just happened today the 7th of July. These pictures are from my housekeeping director office that is located on the 2nd floor behind the double elevators. This is serious safety issue, I stopped the work for today, I want you guys to provide me with a safety procedure and the super intendant needs to be on site to supervise your workers. Please provide them to me by the end of the day. If you do not provide me with this by the end of the day, I will not let your guys continue. Safety is our #1 priority for our guest, employees, and your workers.”
2.6
Bij voornoemde email bevonden zich de volgende foto’s:
2.7
Global heeft als productie III bij verweerschrift in eerste aanleg een verklaring van 8 augustus 2022 overgelegd waaronder handgeschreven de naam [naam collega] staat vermeld. Die verklaring luidt onder meer als volgt:
“Taking into account the situation presented with Mr [naam 1], the purpose of this letter is to prove that was being completely difficult to work with him since he wasn’t accomplish the rules of the company.
We would like to state the following:
One of his coworker [naam collega] can attests from Aruba by using this letter that [naam 1] acted in an aggressive way with Mrs [voormalig supervisor], who is our representative Global manager in Aruba,he saw when he squeezed her shoulder which is extremely disrespectful.
There was another opportunity when He also saw them in the hardware store when [naam 1] started to screaming her at this place in front of everybody.
Also [naam 1] did not care to drop a hot burning 25 pound bracket 6 stories down the shaft that flew through the lobby and smashed into an executive office scarring the ladies inside severely
And last but not least all our staff has all the safety gear required there on their job site, so at the begging Mr [naam 1] said he didn’t wear his helmet because he didn’t have a safety helmet which is completely not true since he had it, then he just stated that he was wearing glasses at the same time so that was his reason for not to use it and we found he was trying to lie in multiple times.
2.8
Op 11 juli 2023 heeft [naam collega] een Spaanstalige schriftelijke verklaring afgelegd, die als volgt in het Engels is vertaald:
“Taking into account the situation presented in response to the letter dated august 08, 2022, I would like to inform you that Mr. [NAAM 2] and his wife asked me to sign a letter that was written in English, which was for GLOBAL ELEVATOR: My response to that request was: “I cannot sign something that is in English” a language I do not know, and therefore my response was I do not sign.
Secondly, regarding the problems that Mr. [NAAM 1] had with Mrs. [VOORMALIG SUPERVISOR] (GLOBAL Manager) in Aruba, I was not a witness since my arrival in the country was on July 5, 2022, and on July 7, the only contact I had with Mr. [NAAM 1] was to accompany him to a hardware store to buy work materials and in the company of Mrs. [VOORMALIG SUPERVISOR]; During this time, I witnessed no any physical or verbal aggression against the lady.
By July 8, Mr. [NAAM 1] and [SITE SUPERVISOR] were returned to their country of origin.
Finally, I confirm and reiterate that the signature on the letter described does not correspond to mine. At the time I sign, there is no sign indicating only my name, as you will see below in the press signature of the letter, as well as where you can corroborate with your passport.”
2.9
Op 25 juli 2022 heeft de werknemer zich over het ontslag op staande voet beklaagd bij het Departement van Arbeidszaken. Bij de reactie op die klacht heeft Global een proces-verbaal gevoegd van de schriftelijke aangifte van [voormalig supervisor] dd. 5 augustus 2022 tegen de werknemer. Het Departement van Arbeidszaken heeft de zaak vervolgens
“Referred to Court”.
2.1
De gemachtigde van de werknemer heeft op 7 november 2022 aan Global geschreven dat
“the employment agreement entered into with client has never been terminated in accordance with the law and jurisprudence”en dat
“the labor relationship between parties remains in effect.”.De brief sluit af met een sommatie tot doorbetaling van het salaris.
2.11
Bij de reactie op de klacht bevindt zich ook de volgende tekst van [directeur global]::
[naam 1] was given verbal warning several times about his safety issues.
“He was told very sternly not to drop anything down the hoistway but instead he dropped a 25pound burning how bracket 5 stories down the hoistway that he knew was a drywall hoistway not concrete and the bracket smashed off several beams in the hoistway eventually going through the wall in the lobby and smashed into the secretaries was scaring her extremely and causing damage to the office.
This is an occupied hotel and we are lucky he did not kill somebody.
Two days after this he smashed two 2x4 s threw another executive office and now the lady doesn’t want to work in the office anymore due to fears of what would happen next.
[naam 1] was also told many times about wearing his safety gear and refused to do so even with all safety gear in machine room and available.
His screaming at [voormalig supervisor] and severe safety issues and failure to listen to his supervisors caused an immediate response and dismissal.”
2.12 [
voormalig supervisor] heeft op 5 augustus 2022 aangifte gedaan tegen de werknemer. De aangifte luidt -voor zover relevant- als volgt:
“ik ben gaan kijken en meneer werd heel boos op mij en zei dat ze dan maar geen gips moeten gebruiken maar een stenen muur. Daarbij pakte hij mij vast en duwde hij mij naar de elevator shaft aan mijn linker schouder ik vroeg hem om mijn schouder los te laten maar dat deed hij niet hij was alleen maar aan het schreeuwen
Meneer wilde ook zijn safety helm niet op en luisterde niet, toen ik vroeg om het hout vast te boren voor de opening van de elevator en dat kinderen in de pit konden vallen en de security hebben hem dat ook meerde keren gevraagd.
Zijn antwoord daarop was het is goed zo, en dat hij het niet ging vast boren.
Daarna moet ik naar de bouwmarkt met meneer [naam 1] want we liepen achter met het werk.
(…)
Na 5 min ben ik ook naar binnen gelopen en vroeg aan hem wat het hout gaat kosten waarop hij ineens ging schreeuwen bij de kassa dat ik maar naar buiten moest lopen en vragen voor info voor het hout.
Waarop ik zei dat hij zich moest inhouden.
(…)”

3.De procedure bij het Gerecht

3.1
Gelet op het door de werknemer overgelegde bewijs van onvermogen wordt hem toelating verleend om kosteloos te procederen.
3.2
De werknemer heeft bij inleidend verzoekschrift verzocht:
Global te veroordelen tot betaling van het achterstallig loon vanaf 1 juli 2022 (het Hof begrijpt: 7 juli 2022) tot en met 9 februari 2023, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente;
Global te veroordelen tot betaling van het loon vanaf 10 februari 2023, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente tot de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze zal zijn beëindigd;
Global te veroordelen tot uitbetaling van de niet-genoten vakantiedagen, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente;
Global te veroordelen in de proceskosten.
3.3.
Het Gerecht heeft bij de bestreden beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, Global veroordeeld om aan de werknemer te betalen het loon vanaf 7 november 2022 tot aan de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met wettelijke verhoging en met wettelijke rente, Global veroordeeld in de proceskosten en het meer of anders verzochte afgewezen. Het Gerecht heeft overwogen dat niet is komen vast staan dat de werknemer zich tegenover zijn supervisor [voormalig supervisor] agressief heeft gedragen en evenmin dat hij een instructie om veiligheidshelmen te dragen heeft genegeerd. Het Gerecht heeft wel als vaststaand aangenomen dat de werknemer de instructie om een houten plaat voor een open liftschacht te plaatsen heeft genegeerd, maar dat levert volgens het Gerecht (in 4.13) geen dringende reden op voor ontslag op staande voet. Over het incident met de houten balk heeft het Gerecht overwogen (in 4.14) dat Global heeft nagelaten een onderzoek in te stellen naar de oorzaak van het ongeluk. Zelfs als uit onderzoek zou zijn gebleken dat de werknemer onzorgvuldig heeft gehandeld, zou daarmee niet vaststaan dat een ontslag op staande voet gerechtvaardigd is. Het verzoek tot uitbetaling van vakantiedagen is door het Gerecht afgewezen omdat de arbeidsovereenkomst nog steeds voortduurde en er dus nog geen aanspraak bestond op vakantiedagen.

4.De beoordeling

4.1
Bij de beoordeling van het hoger beroep stelt het Hof het volgende voorop. Als dringende redenen worden beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van zodanige dringende reden sprake is, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. In geval van opzegging van een arbeidsovereenkomst om een dringende reden dient die reden onverwijld aan de wederpartij te worden meegedeeld. De werkgever die een werknemer aldus heeft ontslagen, dient in geval van betwisting van de dringende reden door de werknemer, te stellen en zo nodig te bewijzen dat de door de werkgever meegedeelde ontslaggrond zich heeft voorgedaan en is aan te merken als dringende reden (vgl. HR 24 april 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH0387).
4.2
Global heeft in haar brief van 7 juli 2022 aan het ontslag op staande voet de navolgende vier redenen ten grondslag gelegd:
de agressieve houding van de werknemer jegens ‘field manager’ [voormalig supervisor] met als toppunt het op 7 juli 2022 grijpen en knijpen van haar schouder en later die dag publiekelijk in bijzijn van getuigen tegen haar schreeuwen;
de structurele weigering om tijdens de werkzaamheden een veiligheidshelm te dragen;
de weigering om een houten plaat vast te zetten ter afdekking van een open liftschacht waardoor een gevaarlijke situatie is ontstaan voor de gasten van het hotel, met name voor kinderen;
het incident in het hotel waarbij een vallende balk vanuit de liftschacht door een muur is gebroken tussen de lobby en een werkkamer, hetgeen een gevaarlijke situatie heeft opgeleverd en waardoor schade is ontstaan.
4.3
Uit de ontslagbrief volgt dat Global voornoemde redenen in zijn geheel- en dus niet ook ieder afzonderlijk – aan het gegeven ontslag ten grondslag heeft gelegd. Dit betekent dat ingeval slechts een gedeelte van het door Global als dringende reden voor het ontslag aan de werknemer meegedeelde feitencomplex komt vast te staan, het ontslag op staande voet alleen geldig is als (i) het gedeelte van de feiten dat vaststaat op zichzelf kan worden beschouwd als een dringende reden voor ontslag op staande voet en (ii) voor de werknemer in het licht van de aanzegging en de overige omstandigheden van het geval onmiddellijk duidelijk was dat Global hem ook zou hebben ontslagen indien deze, anders dan hij blijkens de ontslagaanzegging meende, daarvoor niet meer grond zou hebben gehad dan in rechte is komen vast te staan, althans dat daaromtrent bij de werknemer, gelet op de omstandigheden van het geval, in redelijkheid geen twijfel kan hebben bestaan (vgl. HR 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2806; HR 7 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3126). Het Hof zal hierna de door Global in de ontslagbrief vermelde ontslaggronden bespreken.
Agressieve houding
4.4
Global heeft de gestelde agressieve houding (op 7 juli 2022 grijpen van en knijpen in de schouder van [voormalig supervisor] en het later op die dag publiekelijk in een bouwmarkt in bijzijn van getuigen tegen haar schreeuwen) onderbouwd met de aangifte van [voormalig supervisor] bij de politie (zie onder 2.8) en de verklaring van [naam collega] (zie onder 2.4).
4.5
De werknemer heeft gemotiveerd betwist dat hij zich tegen [voormalig supervisor] fysiek agressief heeft gedragen. Hij heeft ter onderbouwing een schriftelijke verklaring van [naam collega] van 11 juli 2023 overgelegd (zie onder 2.6) waarin deze ontkent eerder een verklaring te hebben afgelegd en ondertekend en aangeeft dat hij geen agressieve houding van de werknemer jegens [voormalig supervisor] heeft waargenomen. Tegenover deze gemotiveerde betwisting heeft Global de gestelde fysieke agressieve houding van de werknemer niet nader onderbouwd. Er is dan ook niet komen vast te staan dat de werknemer op 7 juli 2022 de schouder van [voormalig supervisor] heeft vastgegrepen en daarin heeft geknepen.
4.6
De werknemer heeft ook gemotiveerd betwist tegen [voormalig supervisor] te hebben geschreeuwd in de bouwmarkt. Ter onderbouwing heeft de werknemer camerabeelden overgelegd van het incident in de bouwmarkt. Het Hof heeft die beelden bekeken en komt tot de conclusie dat daarop niet is waar te nemen dat de werknemer schreeuwt dan wel zich op andere wijze agressief gedraagt richting [voormalig supervisor]. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Global bovendien aangegeven dat de door haar gestelde verbale agressie plaatsvond bij het verlaten van de bouwmarkt maar dat dat op de camerabeelden niet is waar te nemen. Gelet hierop en nu Global het schreeuwen tegen [voormalig supervisor] niet op andere wijze heeft onderbouwd, is dat niet komen vast te staan.
4.7
Gelet op het voorgaande is de door Global gestelde agressieve houding van de werknemer tegen [voormalig supervisor] op 7 juli 2022 niet komen vast te staan. Wel staat vast dat er een woordenwisseling tussen de werknemer en [voormalig supervisor] is geweest en dat er op dat moment sprake was van een geëscaleerd meningsverschil.
De structurele weigering om tijdens de werkzaamheden een veiligheidshelm te dragen
4.8
De werknemer heeft niet betwist dat hij verplicht was een veiligheidshelm te dragen en ook niet dat hij gedurende de periode dat hij in Aruba werkzaam was geen veiligheidshelm heeft gedragen. De reden daarvoor was dat er niet voldoende helmen voorhanden waren. Dat heeft de werknemer onderbouwd met de door hem overgelegde whatsappgesprekken tussen hem en [directeur global] op 6 juli 2022 (zie onder 2.3). Global betwist niet via whatsapp een toezegging te hebben gedaan om extra veiligheidshelmen te kopen. In eerste aanleg heeft [voormalig supervisor] aangegeven foto’s te hebben waaruit blijkt dat er wel genoeg helmen waren en dat er vier extra helmen zijn gekocht. Die foto’s zijn toen niet getoond. Global heeft ook in hoger beroep deze foto’s niet overgelegd noch anderzijds specifiek bewijs aangeboden van deze stelling. Dat betekent dat niet is komen vast te staan dat de werknemer structureel heeft geweigerd om tijdens de werkzaamheden een veiligheidshelm te dragen.
D
e weigering om een houten plaat vast te zetten ter afdekking van een open liftschacht waardoor een gevaarlijke situatie ontstond voor de gasten en met name kinderen in het hotel;
4.9
Global stelt dat zowel [directeur global] als [voormalig supervisor] aan de werknemer instructies hebben gegeven om op iedere verdieping de open liftschacht te beveiligen door voor de opening houten platen te bevestigen aan de muur. [directeur global] heeft deze instructies gegeven ruim voordat de werkzaamheden bij de installatie van de lift een aanvang namen. Vervolgens heeft [voormalig supervisor] de instructies herhaald nadat zij had gehoord dat de houten platen toch niet aan de muur waren bevestigd. Global heeft ter zitting in hoger beroep aangegeven dat het van groot belang was dat de houten platen aan de muur bevestigd zouden worden omdat zich vlakbij de open liftschacht een raam bevindt waardoor er wind door de liftschacht heen waaide, met het gevaar dat de loszittende houten platen zouden omvallen en rondlopende gasten (waaronder kinderen) in de liftschacht zouden kunnen vallen.
4.1
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [directeur global] verder verklaard instructies te hebben gegeven dat er voor iedere verdieping een houten plaat moest komen die moest worden vastgemaakt met een
locken een
latchet. Dit sluit aan bij de instructies die [directeur global] via whatsapp heeft gegeven op 29 juni 2022, zoals weergegeven onder 2.3.
De werknemer heeft niet betwist dat hij zowel van [directeur global] als van [voormalig supervisor] in verband met het hiervoor geschetste potentiële gevaar instructies heeft gekregen om op alle verdiepingen voor de open liftschacht een houten plaat aan de muur vast te zetten. De werknemer heeft evenmin betwist dat hij deze instructies niet volledig heeft opgevolgd, maar dat hij heeft volstaan met de houten platen voor de liftschacht te plaatsen, zonder deze aan de muur vast te zetten, zoals ook blijkt uit de hiervoor onder 2.6 weergegeven foto. Het aldus bewust weigeren om veiligheidsinstructies van Global op te volgen in deze situatie, die naar het oordeel van het Hof gevaarzettend is, levert op zich bezien al een dringende reden op voor ontslag op staande voet. Dat de werknemer van mening was dat het plaatsen van pionnen en veiligheidstape al voldoende veilig was, maakt dat niet anders. Het is niet aan de werknemer om in weerwil van duidelijke instructies van Global zelf te bepalen welke veiligheidsmaatregelen voldoende zijn.
Het incident waarbij een vallende balk vanuit de liftschacht door een muur is gebroken tussen de lobby en een werkkamer, hetgeen een gevaarlijke situatie opleverde en waardoor schade is ontstaan.
4.11
Global stelt over dit voorval het volgende. Op 7 juli 2022 was de werknemer in de liftschacht aan het werk. De werknemer is verschillende keren mondeling gewaarschuwd dat hij geen voorwerpen mag laten vallen in de liftschacht. De werknemer moest in de liftschacht aanwezige beugels vastbinden voordat deze werden doorgesneden en deze vervolgens naar beneden laten zakken. In plaats daarvan sneed de werknemer de beugels door en liet deze ondanks de waarschuwingen naar beneden vallen.
Op 5 juli 2022 heeft de werknemer een 25 pound wegende beugel vijf verdiepingen naar beneden laten vallen. De beugel heeft tijdens de val een houten balk in de liftschacht los geramd. De balk heeft vervolgens de muur tussen de lobby en de werkkamer van de secretaresse doorboord. Op dat moment was een secretaresse in die werkkamer aanwezig. Twee dagen later, op 7 juli 2022, vond een soortgelijk incident plaats, waarbij weer een houten balk in de muur tussen de lobby en de kamer van de secretaresse terechtkwam.
4.12
Dat Global instructies heeft gegeven om geen voorwerpen naar beneden te laten vallen staat vast. Global heeft dit namelijk onderbouwd met de verklaring van [directeur global] (zie hiervoor onder 2.11) en de werknemer heeft niet betwist dat hij aldus is geïnstrueerd. Ook staat, bij gebrek aan betwisting door de werknemer, vast dat hij op 7 juli 2022 beugels naar beneden liet vallen in plaats van ze te laten zakken. De werknemer heeft dus gehandeld in strijd met voormelde uitdrukkelijke instructies van Global. Dat er, zoals de werknemer stelt, beneden iemand stond om de beugels op te vangen doet hier niet aan af. Op de desbetreffende dag heeft, net zoals twee dagen daarvoor, een naar beneden vallende beugel een balk meegesleurd die de muur van de werkkamer van de daar toen aanwezige secretaresse heeft doorboord.
Dringende reden voor ontslag op staande voet
4.13
Op grond van het voorgaande staat vast dat de werknemer 1) in strijd met veiligheidsinstructies houten platen niet heeft vastgezet aan de muren bij de open liftschacht en 2) in strijd met veiligheidsinstructies de beugels in de open liftschacht heeft laten vallen in plaats van deze naar beneden te laten zakken. De werknemer heeft dus meerdere malen gehandeld in strijd met uitdrukkelijke veiligheidsinstructies van Global. Dit heeft hij gedaan tijdens werkzaamheden bij een open liftschacht in een hotel waar gasten (waaronder kinderen) rondliepen en andere werknemers aan het werk waren. Dit leverde de nodige risico’s op die zich deels ook hebben verwezenlijkt, in die zin dat een houten balk een muur van een werkkamer waar op dat moment iemand zat te werken, heeft doorboord, zoals ook te zien is op de hiervoor onder 2.6 overgelegde foto. Het handelen van de werknemer als voormeld is gevaarzettend en levert op zichzelf al een dringende reden op voor ontslag op staande voet.
4.14
Hoewel de overige in de ontslagbrief vermelde feiten (de agressieve houding van de werknemer jegens [voormalig supervisor] en de structurele weigering om tijdens de werkzaamheden een veiligheidshelm te dragen) niet zijn komen vast te staan, acht het Hof het ontslag op staande voet geldig. Zoals hiervoor overwogen leveren immers de herhaalde weigeringen om veiligheidsinstructies op te volgen met als gevolg gevaarzettende situaties een dringende reden op voor ontslag op staande voet. Verder kan bij de werknemer, gelet op de omstandigheden van dit geval, in redelijkheid geen twijfel hebben bestaan dat Global hem ook zou hebben ontslagen indien zij, anders dan zij blijkens de ontslagaanzegging meende, daarvoor niet meer grond zou hebben gehad dan in rechte is komen vast te staan. Het Hof neemt hierbij in aanmerking dat uit de stellingen van partijen en de door Global overgelegde producties voldoende duidelijk is geworden dat sprake was van meningsverschillen uitmondend in een inmiddels verstoorde arbeidsverhouding. Ook neemt het Hof in aanmerking dat het voor de werknemer, gelet op de uitdrukkelijke instructies van Global duidelijk was, althans had moeten zijn dat het voor Global van essentieel belang was dat de veiligheid van de in het hotel rondlopende gasten en werknemers gewaarborgd werd tijdens de uitvoering van de werkzaamheden bij de open liftschacht in het hotel. Er is dus sprake van een rechtsgeldig gegeven ontslag op staande voet.
4.15
Gelet op deze uitkomst is het bewijsaanbod van Global met betrekking tot de agressieve houding van de werknemer jegens [voormalig supervisor] en de structurele weigering om tijdens de werkzaamheden een veiligheidshelm te dragen niet ter zake dienend en zal dit worden gepasseerd.
4.16
Op grond van het voorgaande worden de verzoeken van de werknemer tot doorbetaling van loon alsnog afgewezen. Voor het verzoek tot uitbetaling van niet-genoten vakantiedagen geldt dat de werknemer, tegenover de stelling van Global bij verweerschrift in eerste aanleg dat zij de werknemer volledig heeft betaald, dit verzoek niet nader heeft onderbouwd. Ook dit verzoek zal dus worden afgewezen.
4.17
De slotsom is dat de bestreden beschikking zal worden vernietigd. Het Hof zal opnieuw recht doen als na te melden. De werknemer zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.
BESLISSING:
Het Hof:
verleent de werknemer toelating om kosteloos te procederen;
vernietigt de bestreden beschikking en opnieuw rechtdoende:
wijst de verzoeken van de werknemer af;
veroordeelt de werknemer in de proceskosten aan de zijde van Global gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op:
eerste aanleg NAf 2.500,- aan gemachtigdensalaris
hoger beroep: NAf 900,- aan verschotten en NAf 4.000,- aan gemachtigdensalaris.
Aldus gegeven door mrs. E.A. Saleh, C.G. ter Veer en C.J.H.G. Bronzwaer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten op 15 mei 2024 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.