In deze zaak heeft de minister van Algemene Zaken, Innovatie, Overheidsorganisatie, Infrastructuur en Ruimtelijke Ordening een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen met betrekking tot een bouwvergunning die eerder was verleend aan Three Rivers Real Estate VBA voor de bouw van een hotel in Sero Colorado. Dit verzoek volgde op een eerdere beslissing van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, die het verzoek van een verweerder tot schorsing van de bouwvergunning had afgewezen. De minister stelde dat de bouwvergunning niet van rechtswege was geschorst en dat er geen reden was voor doorbreking van het appèlverbod.
De voorzitter van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het verzoek van de minister niet ontvankelijk was, omdat er geen connexiteit bestond tussen het verzoek en een beschikking waartegen een bezwaar- of beroepschrift aanhangig was. De voorzitter benadrukte dat de bevoegdheid om een voorlopige voorziening te treffen alleen kan worden toegepast binnen de werking van een bestreden beschikking en zolang er een procedure loopt bij het Hof. Aangezien het verzoek niet ging over een beschikking waarover een procedure bij het Hof liep, kon de voorzitter geen kennis nemen van het verzoek.
Daarnaast werd opgemerkt dat, zelfs als er wel een procedure aanhangig was geweest, het verzoek van de minister niet had kunnen slagen, omdat de beslissing van het Gerecht geen hoger beroep toeliet. De voorzitter concludeerde dat er geen grond was voor doorbreking van het appèlverbod en verklaarde het verzoek van de minister niet-ontvankelijk. Er werd geen proceskostenvergoeding toegekend.