ECLI:NL:OGHACMB:2022:50

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
11 mei 2022
Publicatiedatum
9 juni 2022
Zaaknummer
AUA2022H00061
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • E.A. Saleh
  • R.M.C.S. van der Heide
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schorsing van een bouwvergunning in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 11 mei 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om schorsing van een bouwvergunning. De vennootschap Three Rivers Real Estate VBA had een bouwvergunning verkregen voor de bouw van een hotel in Sero Colorado, maar deze vergunning was geschorst op verzoek van een belanghebbende. De minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Milieu had eerder het bezwaar van de belanghebbende tegen de bouwvergunning niet-ontvankelijk verklaard. Het Gerecht in eerste aanleg had deze beslissing echter vernietigd en de minister opgedragen om opnieuw op het bezwaar te beslissen. Three Rivers verzocht de voorzitter van het Hof om een voorlopige voorziening, maar de voorzitter oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk moest worden verklaard omdat de schorsing van de bouwvergunning al was geëindigd door een nieuwe beslissing van de minister op 6 mei 2022. De voorzitter benadrukte dat het oordeel van de voorzieningenrechter voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De uitspraak van het Hof concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenvergoeding.

Uitspraak

AUA2022H00061
Datum uitspraak: 11 mei 2022
gemeenschappelijk hof van jusTitie
van aruba, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Uitspraak van de voorzitter van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: de voorzitter) op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening hangende het hoger beroep van:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Three Rivers Real Estate VBA, gevestigd in Aruba (hierna: Three Rivers),
verzoekster,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van
9 februari 2022 in zaken nrs. AUA202101487 en AUA202103160, in het geding tussen:
[belanghebbende 1] en [belanghebbende 2], beiden wonend in Aruba (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: [belanghebbende])
en
de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Milieu, thans de minister van Algemene Zaken, Innovatie, Overheidsorganisatie, Infrastructuur en Ruimtelijke Ordening (hierna: de minister)

Procesverloop

Bij beschikking van 28 mei 2020, kenmerk BA-0994-2019 heeft de minister aan Three Rivers een bouwvergunning verleend voor de bouw van een hotel in Sero Colorado (hierna: de bouwvergunning).
Bij beschikking van 9 maart 2021 heeft de minister het door [belanghebbende] tegen de bouwvergunning gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 9 februari 2022 heeft het Gerecht het door [belanghebbende] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, de beschikking van 9 maart 2021 vernietigd en opgedragen dat de minister met inachtneming van de uitspraak binnen drie maanden een nieuwe beschikking geeft. Daarnaast heeft het Gerecht de bouwvergunning geschorst totdat de minister op het door [belanghebbende] gemaakte bezwaar heeft beslist.
Tegen deze uitspraak hebben de minister en Three Rivers hoger beroepen ingesteld. Daarbij heeft Three Rivers de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De minister en [belanghebbende] hebben verweerschriften ingediend.
Three Rivers en [belanghebbende] hebben nadere stukken ingediend.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting via een videoverbinding met Aruba behandeld op 26 april 2022, waar Three Rivers, vertegenwoordigd door mr. M.R.M. Reinkemeyer en mr. A.A. Ruiz, beiden advocaat, de minister, vertegenwoordigd door mr. V.M. Emerencia, werkzaam bij de Directie Wetgeving en Juridische Zaken, en [belanghebbende], bijgestaan door mr. M.B. Boyce, advocaat, zijn verschenen.

Overwegingen

Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
Three Rivers beoogt in Sero Colorado een hotel te bouwen. Bij beschikking van 28 mei 2020 heeft de minister de door Three Rivers aangevraagde bouwvergunning verleend. Daartegen heeft [belanghebbende] bezwaar gemaakt. Dat bezwaar heeft de minister bij de beschikking van 9 maart 2021 nietontvankelijk verklaard omdat de gronden van bezwaar niet binnen de gegeven termijn van twee weken waren aangevuld. Daartegen heeft [belanghebbende] beroep ingesteld. Ook heeft hij het Gerecht verzocht de bouwvergunning te schorsen.
2.1.
Het Gerecht heeft onder meer overwogen dat de minister het bezwaar van [belanghebbende] in de specifieke omstandigheden van dit geval niet niet-ontvankelijk had mogen verklaren. Van [belanghebbende] kon niet worden verwacht dat hij bezwaargronden had kunnen formuleren op basis van een eenmalige inzage in een zodanig omvangrijk en complex bouwproject. Het Gerecht heeft het beroep gegrond verklaard, de beschikking op bezwaar van 9 maart 2021 vernietigd en de minister de opdracht gegeven om opnieuw op het bezwaar van [belanghebbende] te beschikken met inachtneming van de gronden van het bezwaar zoals ingediend op 3 februari 2021. Vervolgens heeft het Gerecht de bouwvergunning met toepassing van artikel 54 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: de Lar) geschorst totdat de minister op het bezwaar van [belanghebbende] heeft beslist.
3. Three Rivers beoogt met haar verzoek om schorsing van de aangevallen uitspraak te bereiken dat de geschorste bouwvergunning herleeft zodat zij de bouwwerkzaamheden kan hervatten.
4. Over het primaire verweer van de minister dat de voorzitter niet bevoegd is om van het verzoek om schorsing kennis te nemen omdat de Lar daartoe geen grondslag biedt, overweegt de voorzitter het volgende. Zoals het Hof eerder heeft overwogen (bijvoorbeeld de uitspraak van 4 juni 2008, ECLI:NL:OGHNAA:2008:BG3600), brengt redelijke toepassing van de Lar met zich dat de bepalingen in hoofdstuk V van de Lar omtrent schorsing en voorlopige voorziening in hoger beroep van overeenkomstige toepassing zijn. Dat betekent dat hangende hoger beroep om een voorlopige voorziening of schorsing kan worden verzocht met betrekking tot de in hoger beroep aangevallen uitspraak van het Gerecht.
4.1.
De voorzitter stelt vast dat de minister op 6 mei 2022 heeft beslist op het door [belanghebbende] gemaakte bezwaar. Met de nieuwe beslissing op bezwaar heeft de minister uitvoering gegeven aan de aangevallen uitspraak van het Gerecht zodat de door het Gerecht uitgesproken schorsing van de bouwvergunning is geëindigd. Daarmee is het belang aan het verzoek van Three Rivers komen te ontvallen. Het verzoek moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
5. Gelet op het voorgaande zal het verzoek van Three Rivers nietontvankelijk worden verklaard.
6. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzitter van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba:

verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.

Aldus vastgesteld door mr. E.A. Saleh, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R.M.C.S. van der Heide, griffier.
w.g. Saleh
voorzitter
w.g. Van der Heide
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 11 mei 2022.