In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 29 juni 2021 uitspraak gedaan in een incident tot het stellen van zekerheid voor proceskosten. De vennootschap BNP Paribas Jersey Trust Corporation Limited, gevestigd in Jersey, heeft verzocht om zekerheidstelling voor proceskosten in een herroepingsprocedure. De verzoekster in de hoofdzaak, aangeduid als [geïntimeerde], heeft op 12 maart 2021 een verzoekschrift ingediend tot herroeping van een eerdere beschikking van het Hof. BNP heeft in haar verweerschrift tevens verzocht om zekerheidstelling, omdat [geïntimeerde] in Monaco woont en er geen uitzondering van toepassing zou zijn volgens artikel 122 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Het Hof heeft de argumenten van [geïntimeerde] tegen de verzoeken van BNP beoordeeld, waaronder de stelling dat artikel 122 Rv niet van toepassing zou zijn op deze procedure. Het Hof heeft geoordeeld dat de strekking van artikel 122 Rv ook van toepassing is op deze herroepingsprocedure, en dat [geïntimeerde] als eiseres in de zin van dit artikel moet worden aangemerkt. Het Hof heeft de verzoeken van BNP voor zekerheidstelling gedeeltelijk toegewezen en [geïntimeerde] veroordeeld tot het stellen van zekerheid voor de proceskosten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de hoofdzaak is naar de rol van 21 september 2021 verwezen voor akte uitlating over de zekerheidsstelling.