Uitspraak
1.[Appellant 1],
,
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een geschil over de huurgrond van het landgoed Choloma te Curaçao. De appellanten, [Appellant 1] en [Appellant 2], zijn in hoger beroep gekomen van een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. De zaak draait om de vraag of [Appellant 1] het gehuurde in gebruik mocht geven aan [Appellant 2] zonder toestemming van de verhuurder, [Geïntimeerde]. Het Hof oordeelt dat de huurovereenkomst tussen [Geïntimeerde] en [Appellant 1] is beëindigd en dat [Appellant 1] wanprestatie heeft gepleegd door het gehuurde zonder toestemming in gebruik te geven aan [Appellant 2]. Het Hof bevestigt het vonnis van het Gerecht, ontbindt de huurovereenkomst en veroordeelt de appellanten in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt de noodzaak van toestemming van de verhuurder voor het in gebruik geven van gehuurde grond en de rechten van de erfgenamen van de grondeigenaar.