Uitspraak
1.Procesverloop
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van het Gerecht
5.Gronden
6.Beslissing
bevestigtde uitspraak van het Gerecht.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [Belanghebbende] tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin de Inspecteur der belastingen de afwaardering van een vordering op de NV door belanghebbende heeft gecorrigeerd. De vordering van belanghebbende, die in 2008 was afgewaardeerd tot nihil, betrof een lening die zij aan de NV had verstrekt. De Inspecteur stelde dat deze lening moest worden aangemerkt als een onzakelijke lening, omdat er geen leningsovereenkomst was opgesteld, geen rente was berekend en geen zekerheden waren gesteld. Het Gerecht had de vordering van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard en de afwaardering ongegrond verklaard. Het Hof oordeelt dat de Inspecteur terecht de lening als onzakelijk heeft aangemerkt, omdat de financiële positie van de NV op het moment van de lening verstrekkingen zeer wankel was en een onafhankelijke derde in die omstandigheden geen lening zou hebben verstrekt. Het Hof bevestigt de uitspraak van het Gerecht en verklaart het hoger beroep ongegrond.