ECLI:NL:OGHACMB:2020:84
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake consumentenkrediet met rentepercentage boven de 27% in strijd met goede zeden en openbare orde
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de naamloze vennootschap Island Finance Aruba N.V. (hierna: IFA) tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. IFA had een overeenkomst van verbruikleen gesloten met de geïntimeerde, waarbij een rentepercentage van 27,25% was overeengekomen. De geïntimeerde had de lening aanvankelijk stipt terugbetaald, maar kwam in betalingsproblemen. IFA vorderde betaling van het openstaande bedrag, maar het Gerecht oordeelde dat de overeengekomen rente in strijd was met de goede zeden en openbare orde, en matigde de rente tot 18%. IFA ging in hoger beroep tegen deze beslissing. Het Hof overwoog dat de maatschappelijke opvattingen over rentepercentages in Aruba en de andere eilanden in het Koninkrijk van invloed zijn op de beoordeling van de geldigheid van de rente. Het Hof concludeerde dat een APR van meer dan 27% nietig is op grond van artikel 3:40 lid 1 BW, en dat de wetgever verantwoordelijk is voor het stellen van regels omtrent rentepercentages. Het Hof verwees de zaak naar de rol voor verdere behandeling, waarbij IFA werd opgedragen om aanvullende informatie te verstrekken over de berekening van de rente en de eiswijziging. De uitspraak benadrukt de noodzaak van consumentenbescherming en de rol van de rechter in het waarborgen van goede zeden en openbare orde in kredietovereenkomsten.