Uitspraak
1.Procesverloop
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van het Gerecht
Ontvankelijkheid bezwaar 2014
5.Gronden
[adresnummer]. De appartementen worden voor haar rekening en risico verhuurd en zij geniet daarvan jaarlijks huurinkomsten. De huurinkomsten bedragen, naar niet in geschil is, respectievelijk NAf 18.000 (2010), NAf 23.700 (2011), NAf 29.400 (2012), NAf 27.900 (2013) en NAf 32.400 (2014). Belanghebbende stelt dat haar activiteiten ten aanzien deze verhuur meer hebben omvat dan bij normaal vermogensbeheer gebruikelijk is (zie 5.4.).
6.Beslissing
verklaarthet hoger beroep
gegrond;
vernietigtde uitspraak van het Gerecht voor zover het de aanslag AOV 2014 betreft;
vernietigtde uitspraak op bezwaar van 13 november 2017 omtrent de aanslag AOV 2014;
verklaarthet bezwaar tegen de aanslag AOV 2014
ontvankelijk;
vermindertde aanslag AOV 2014 naar een premie-inkomen van NAf 106.129;
veroordeeltde Inspecteur in de proceskosten ter zake van het beroep en hoger beroep van belanghebbende ten bedrage van NAf 2.800; en
draagtde Inspecteur
ophet door belanghebbende voor het beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van NAf 250 te vergoeden.
bevestigtvoor het overige de uitspraak van het Gerecht.