In deze zaak heeft belanghebbende op 29 februari 2016 een verzoek ingediend om vrijstelling van invoerrecht voor zijn verhuisboedel, waaronder een quadracer, in verband met zijn vestiging in Aruba. De Inspecteur heeft dit verzoek afgewezen, met als argument dat de quadracer niet in Nederland was gebruikt zoals vereist. Het Gerecht in eerste aanleg heeft de afwijzing van de Inspecteur vernietigd en de vrijstelling verleend, maar de Inspecteur heeft hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting bij het Hof heeft belanghebbende verklaard dat hij slechts 1 kilometer met de quadracer in Nederland heeft gereden. Het Hof oordeelt dat dit verwaarloosbare gebruik niet voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling, aangezien de quadracer niet in Nederland is gebruikt zoals vereist door de wet. Het Hof concludeert dat de Inspecteur terecht de vrijstelling heeft geweigerd, omdat niet is voldaan aan de voorwaarde dat de quadracer in Nederland is gebruikt.
Het Hof vernietigt de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg en verklaart het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de Inspecteur ongegrond. De beslissing is op 10 januari 2018 in het openbaar uitgesproken.