2.5.In een e-mail van 14 september 2017 van de Inspecteur aan het Hof heeft de Inspecteur onder meer het volgende geschreven:
“Vervolgens heeft belanghebbende op 7 november 2017 een overzicht gestuurd van de openstaande geschilpunten (bijlage 3). In verschillende bijeenkomsten zijn deze geschilpunten besproken. Door de Inspecteur is bij mail van 7 april 2017 (bijlage 4) vastgelegd dat van de zeven geschilpunten die door belanghebbende waren aangedragen er nog twee open staan, waardoor het openstaande bedrag van de Uitnodiging tot betaling is vastgesteld op 98.880,73. Op 15 april 2017 (bijlage 4) is dit standpunt door belanghebbende aan uw Hof gestuurd.
Het opmerkelijke is wel dat belanghebbende het gehele openstaande bedrag ad Afl. 98.880,73 betwist, terwijl de twee openstaande geschilpunten een bedrag vertegenwoordigen ad Afl. 49.546.14. Naar de mening van de Inspecteur bedraagt het betwiste bedrag dan ook Afl. 49.546.14.
De punten waarover nog een geschil bestaat betreffen de volgende documenten:
1. Het Enig Document S-901 met nummer 301443525 post 1, waarbij het gaat om een geconstateerd vermis ter grootte van een bedrag ad Afl. 777.60 aan invoerrechten en een bedrag ad Afl. 47.796,48 aan accijnzen.
2. Het Enig Document S 901 met nummer 301247866 post 30, waarbij het gaat om een geconstateerd vermis ter grootte van een bedrag Afl. 973,06.
Ad 1.
Belanghebbende neemt het standpunt in dat het Enig Document E-800 met nummer 301483294 dit vermis dekt.
Op het ED E-800 aangeversexemplaar en geleide terugzendingexemplaar is het aantal kartons dat uitgevoerd zou worden met de hand aangepast waardoor er geen 20, maar 200 kartons zouden zijn uitgevoerd. Een dergelijke aanpassing kan slechts worden gedaan met toestemming van de douaneambtenaar, die hiervoor op het document een aantekening maakt. Hetgeen niet het geval is.
Belanghebbende beweert deze aanpassing bij de uitslag van de goederen in aanwezigheid van douaneambtenaar [ W ] te hebben gedaan. Echter, dit was niet de ambtenaar belast met de controle bij uitslag van de goederen. Uit het geleide terugzendingsexemplaar blijkt dat de heer [V ] hiermee belast was.
Verder is de naam van het schip waarmee de goederen zijn uitgevoerd met de hand aangepast van [ R ] naar [IT].
Dit is weer een ander schip dan het schip waarmee, volgens de aangeleverde gegevens (orderbriefje) van belanghebbende, de goederen zijn uitgegaan. De kapitein van de [ N ] heeft namelijk voor ontvangst van de goederen getekend.
Daarnaast is op de achterzijde van het derde exemplaar aangetekend dat de goederen op 24 juli 2012 het land hebben verlaten. Dit strookt niet met het feit dat de kapitein op 8 mei 2012 voor ontvangst van de goederen heeft getekend.
Mede gelet op de hiervoor weergegeven discrepanties, heeft belanghebbende niet bewezen dat er 200 kartons zijn uitgevoerd in plaats van 20, waardoor er een tekort is van 180 kartons.
Ad 2.
Belanghebbende is van mening dat de goederen zijn vrijgegeven met een document dat door degene voor wie de goederen bestemd waren is opgemaakt en waarvan zij geen kopie heeft ontvangen.
Nu door belanghebbende niet is bewezen dat de goederen onder dekking van een document zijn uitgeslagen en belanghebbende in de bezwaar- en beroepsfase documenten heeft overlegd die betrekking hebben op een ander schip en tevens andere containernummers, handhaaft de Inspecteur het geconstateerde vermis.”