Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
Afl. 10.639.980,- had.
Afl. 27.252,37.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om D.T.H. Television & Telecommunications N.V. (hierna DTH), die in hoger beroep is gekomen tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. DTH, die mobiele telecommunicatiediensten levert, had een concessie voor de exploitatie van een mobiel netwerk in Aruba, maar is in geschil met het Land Aruba over de hoogte van de concessievergoedingen. DTH heeft in hoger beroep gevorderd dat bepaalde bepalingen van het Landsbesluit Telecommunicatierechten onverbindend worden verklaard, omdat zij deze als prohibitief hoog beschouwt en in strijd met wettelijke en verdragsrechtelijke bepalingen. Het Gerecht heeft DTH echter niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen, omdat het van mening was dat de burgerlijke rechter niet bevoegd is in geschillen waarvoor een bestuursrechtelijke rechtsgang openstaat.
DTH heeft in hoger beroep de grieven ingediend, waarbij zij betoogt dat de facturen die door de Directie Telecommunicatiezaken aan haar zijn verzonden, geen beschikkingen zijn in de zin van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Het Hof heeft echter geoordeeld dat de facturen wel degelijk als beschikkingen kunnen worden aangemerkt, omdat zij gericht zijn op het vaststellen van betalingsverplichtingen. DTH heeft ook aangevoerd dat de civiele rechter bevoegd is om de verbindendheid van de betrokken bepalingen te toetsen, maar het Hof heeft geoordeeld dat DTH de werking van het voorschrift uitsluitend ondervindt via een besluit dat op de toepassing van dat voorschrift is gebaseerd. Dit betekent dat DTH niet-ontvankelijk is in haar vorderingen, en het Hof heeft het bestreden vonnis bevestigd. DTH is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van het Land.