4.2.2Artikel 62, lid 1 tot en met 6 ALL.
1. Op verzoek van een bevoegde autoriteit kan de Minister de inlichtingen verstrekken waarom zij vraagt en die voor haar van belang kunnen zijn bij de heffing en invordering van belastingen, bedoeld in artikel 1, eerst lid, of daarmee overeenkomende belastingen.
2. De Minister stelt degene van wie de inlichtingen afkomstig zijn en die in Curaçao woont of is gevestigd, schriftelijk in kennis van zijn voornemen om tot inwilliging van het verzoek om inlichtingen over te gaan. Bij de kennisgeving geeft de Minister een omschrijving van de te verstrekken inlichtingen en vermeldt hij de bevoegde autoriteit van wie het verzoek afkomstig is.
3. Degene van wie de inlichtingen afkomstig zijn en die in Curaçao woont of is gevestigd, kan binnen tien dagen na de dagtekening van de kennisgeving, bedoeld in het tweede lid, de Minister gemotiveerd verzoeken om tot een heroverweging te komen van zijn voornemen om tot inwinning van het verzoek om inlichtingen over te gaan.
4. De Minister beslist, tenzij dringende redenen zich daartegen verzetten, niet eerder dan na 15 dagen na de dagtekening van de kennisgeving, bedoeld in het tweede lid, om tot inwilliging van het verzoek over te gaan. Bij zijn besluit houdt de Minister rekening met een eventueel ingediend verzoek tot heroverweging, als bedoeld in het derde lid. Het besluit om tot inwilliging van het verzoek om inlichtingen te verstrekken over te gaan, wordt schriftelijk kenbaar gemaakt aan degene van wie de inlichtingen afkomstig zijn en die in Curaçao woont of is gevestigd.
5. Indien dringende redenen daartoe aanleiding geven, kan de Minister aan de inwilliging van het verzoek om inlichtingen uitvoering geven, voordat degene van wie de inlichtingen afkomstig zijn daarvan in kennis is gesteld. Alsdan blijft een kennisgeving, als bedoeld in het tweede lid, achterwege en wordt het besluit, als bedoeld in het vierde lid, zo spoedig mogelijk, doch niet later dan vier maanden na het begin van de uitvoering, kenbaar gemaakt. Bij ministeriële regeling met algemene werking kan worden bepaald wanneer sprake van dringende redenen is.
6. Tegen een besluit als bedoeld in het vierde lid kan degene van wie de inlichtingen afkomstig zijn en die in Curaçao woont of is gevestigd, binnen twee maanden na de dagtekening van het besluit in beroep komen bij de Raad. Een ingesteld beroep leidt niet tot opschorting van de verstrekking van inlichtingen.
4.2.4Artikel 64 ALL
1. De Minister verstrekt geen inlichtingen indien de verstrekking daarvan niet strekt tot uitvoering van regelingen van internationaal en interregionaal recht tot het verlenen van wederzijdse bijstand bij de heffing van belastingen, alsmede renten daarover en bestuursrechtelijke sancties en boeten die daarmee verband houden.
2. De Minister behoeft geen inlichtingen te verstrekken indien:
(...)
c. aannemelijk is dat de bevoegde autoriteit in de eigen staat niet eerst de gebruikelijke
mogelijkheden voor het verkrijgen van de door haar gevraagde inlichtingen heeft benut, die zij in de gegeven situatie had kunnen benutten zonder het beoogde resultaat in gevaar te brengen;
(....)"
4.2.5Artikel 11.1 Ministeriële regeling formeel belastingrecht
Onder dringende redenen, bedoeld in artikel 62, vijfde lid, van de Algemene landsverordening Landsbelastingen, wordt verstaan:
a. een vermoeden van (internationale) belastingfraude;
b. het risico dat als gevolg van de kennisgeving bewijsmateriaal verloren zou kunnen gaan;
c. het dreigende verstrijken van heffingstermijnen of andere termijnen in het (verzoekende) land waarvoor de inlichtingen zijn bestemd; en
d. door betrokkene veroorzaakte onduidelijkheid met betrekking tot de vraag waar de te onderzoeken boekhouding of administratie zich bevindt.