ECLI:NL:OGHACMB:2017:225

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
31 juli 2017
Publicatiedatum
3 december 2018
Zaaknummer
P-2015/08683 en H 171/2016
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van gewoontewitwassen en opzettelijk geen melding maken van de in- en/of uitvoer van geld

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 31 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte A, die eerder door het Gerecht in eerste aanleg van Aruba was veroordeeld voor gewoontewitwassen en het opzettelijk niet melden van de in- en uitvoer van contant geld. De verdachte werd beschuldigd van het witwassen van grote geldbedragen, naar schatting meer dan dertig miljoen euro, die vermoedelijk afkomstig waren uit de drugshandel. Het geld werd op ingenieuze wijze verborgen in kiprollades en via zeecontainers van Nederland naar Aruba en Venezuela vervoerd. De verdachte en zijn medeverdachten maakten gebruik van een complex netwerk om de criminele activiteiten te verbergen. Tijdens de rechtszaak werd de rol van de verdachte in de organisatie van de geldtransporten en zijn kennis van de criminele herkomst van de gelden uitvoerig besproken. Het Hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van gewoontewitwassen en het niet melden van de in- en uitvoer van geld. De straf werd vastgesteld op vier jaar gevangenisstraf, waarbij rekening werd gehouden met de omstandigheden van de zaak en de rol van de verdachte. Tevens werden de in beslag genomen geldbedragen en voorwerpen verbeurd verklaard.

Uitspraak

Strafzaken over 2017 | AV
Datum uitspraak: 31 juli 2017
Zaaknummer: H 171/2016
Parketnummer: P-2015/08683
Tegenspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
S T R A F V O N N I S
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 18 oktober 2016 in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam verdachte A],
geboren op [een datum in het jaar] 1967 in Nederland,
wonende in Aruba, [adres],
thans in Aruba gedetineerd.
Procesgang en onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 5 februari 2016, 15 april 2016, 9 juni 2016, 23 september 2016 en 27 september 2017, zoals daarvan blijkt uit de processen-verbalen van die terechtzittingen, alsmede van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 10 juli 2017 in Aruba.
Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de (waarnemend) procureur-generaal, mr. F.A.P.M. van Deutekom, en van hetgeen door de verdachte en diens raadslieden, mrs. D.G. Kock, D.G. Illes en A. de Bie, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het primair ten laste gelegde bewezen zal verklaren (met een enigszins andere bewezenverklaring) en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van voorarrest. Zijn vordering behelst voorts de verbeurdverklaring van de in beslag genomen geldbedragen (€ 73.000,--en € 2.640.340,--), alsmede van de overige in beslag genomen voorwerpen (twee mobiele telefoons met foto’s van notities over de verdeling van geldbedragen).
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf van gelijke duur, met verbeurdverklaring van dezelfde voorwerpen.
Zowel de verdachte als de officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het Hof tot andere oordelen komt.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2013 tot en met 30 juni 2015 in Aruba en/of Nederland en/of Venezuela, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (telkens) van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
(van) een of meer voorwerp(en), te weten een of meer (contante) geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van – circa – 23.352.500 euro (hoofdsom), en/of 2.833.340 euro (transport d.d. 23 juni 2015), en/of 934.100 euro (commissie), althans enig(e) (contante) geldbedrag(en)
a. a) de werkelijke aard en/of herkomst en/of vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld, en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) was/waren en/of wie dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) voorhanden (heeft/hebben ge)had(den)
door (telkens)
(hoofdsom en transport d.d. 23 juni 2015)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) in ontvangst te nemen en/of (vervolgens)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) in te pakken in (bruin) (pak)papier en/of te verpakken in plastic en/of te verstoppen in gemalen kip/kiprollade en/of die gemalen kip/kiprollade in te vriezen en/of in dozen te verpakken en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) op te slaan (in koelvriesinstallaties) (van het bedrijf [bedrijf 1] te Roermond, Nederland) en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) in een of meer (zee)container(s) te plaatsen (tussen andere producten) en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) te (doen) transporteren naar Aruba en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) op te slaan (in koelvriesinstallaties) (die ter beschikking stonden van hem, verdachte, althans het/zijn onderneming/restaurant [bedrijf 2]) en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) (deels) over te dragen aan zijn, verdachtes mededader(s) en/of (deels) te (doen) transporteren naar Venezuela en/of daarbij (telkens)
- die gemalen kip/kiprollade (bij [bedrijf 1]) te (doen) bestellen op naam van/door de onderneming [bedrijf 3] en/of te (doen) factureren door [bedrijf 1] aan [bedrijf 3] en/of in (bij de transporten behorende) douanedocumentatie op te (doen) nemen dat die gemalen kip/kiprollade bestemd was voor [bedrijf 3] en/of
(commissie)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) in ontvangst te nemen en/of (vervolgens)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) in te pakken in (bruin) (pak)papier en/of te verpakken in plastic en/of (vervolgens)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (geheel of ten dele) in bewaring te geven bij zijn, verdachtes broer [broer verdachte] en/of zijn, verdachtes zus [zus verdachte] en/of
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (door zijn, verdachtes, broer [broer verdachte]) (ten dele) meermalen, althans eenmaal, in Nederland te laten overhandigen aan een of meer perso(o)n(en) ter uitbetaling (in andere valuta) aan hem, verdachte in Aruba en/of
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (ten dele) te verstoppen in gemalen kip/kiprollade en/of die gemalen/kip/kiprollade in te vriezen en/of in dozen te verpakken en/of (vervolgens) dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) op te slaan (in koelvriesinstallaties) (van het bedrijf [bedrijf 1] te Roermond, Nederland) en/of (vervolgens) dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) in een of meer (zee)container(s) te plaatsen (tussen andere producten) en/of (vervolgens) dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) te (doen) transporteren naar Aruba ten behoeve van hem, verdachte,
en/of
b) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of van dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) gebruik gemaakt,
terwijl hij (telkens) wist of begreep dat dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en), onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
(artikel 2:404 jo 2:405 Wetboek van Strafrecht)
althans, indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht (kunnen) volgen:
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2013 tot en met 30 juni 2015 in Aruba en/of Nederland en/of Venezuela, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (van) een of meer voorwerp(en), te weten een of meer (contante) geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van – circa – 23.352.500 euro (hoofdsom), althans 2.833.340 euro (transport d.d. 23 juni 2015), althans 934.100 euro (commissie), althans enig(e) (contante) geldbedrag(en)
a. a) de werkelijke aard en/of herkomst en/of vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) was/waren en/of wie dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) voorhanden (heeft/hebben ge)had(den)
door (telkens)
(hoofdsom en transport d.d. 23 juni 2015)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) in ontvangst te nemen en/of (vervolgens)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) in te pakken in (bruin) (pak)papier en/of te verpakken in plastic en/of te verstoppen in gemalen kip/kiprollade en/of die gemalen kip/kiprollade in te vriezen en/of in dozen te verpakken en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) op te slaan (in koelvriesinstallaties) (van het bedrijf [bedrijf 1] te Roermond, Nederland) en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) in een of meer (zee)container(s) te plaatsen (tussen andere producten) en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) te (doen) transporteren naar Aruba en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) op te slaan (in koelvriesinstallaties) (die ter beschikking stonden van hem, verdachte, althans het/zijn onderneming/restaurant [bedrijf 2]) en/of (vervolgens)
- dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) (deels) over te dragen aan zijn, verdachtes mededader(s) en/of (deels) te (doen) transporteren naar Venezuela en/of daarbij (telkens)
- die gemalen kip/kiprollade (bij [bedrijf 1]) te (doen) bestellen op naam van/door de onderneming [bedrijf 3] en/of te (doen) factureren door [bedrijf 1] aan [bedrijf 3] en/of in (bij de transporten behorende) douanedocumentatie op te (doen) nemen dat die gemalen kip/kiprollade bestemd was voor [bedrijf 3] en/of
(commissie)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) in ontvangst te nemen en/of (vervolgens)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) in te pakken in (bruin) (pak)papier en/of te verpakken in plastic en/of (vervolgens)
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (geheel of ten dele) in bewaring te geven bij zijn, verdachtes broer [broer verdachte] en/of zijn, verdachtes zus [zus verdachte] en/of
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (door zijn, verdachtes, broer [broer verdachte]) (ten dele) meermalen, althans eenmaal, in Nederland te laten overhandigen aan een of meer perso(o)n(en) ter uitbetaling (in andere valuta) aan hem, verdachte in Aruba
en/of
- dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) (ten dele) te verstoppen in gemalen kip/kiprollade en/of die gemalen/kip/kiprollade in te vriezen en/of in dozen te verpakken en/of (vervolgens) dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) (heimelijk) op te slaan (in koelvriesinstallaties) (van het bedrijf [bedrijf 1] te Roermond, Nederland) en/of (vervolgens) dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) in een of meer (zee)container(s) te plaatsen (tussen andere producten) en/of (vervolgens) dat/die (aldus verpakte) voorwerp(en)/geldbedrag(en) te (doen) transporteren naar Aruba ten behoeve van hem, verdachte
en/of
b) heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of van dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij (telkens) redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerp(en)/ geldbedrag(en), onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
(artikel 2:406 Wetboek van Strafrecht)
Feit 2
hij, op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 juni 2013 tot en met 30 juni 2015 in Aruba, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, als degene die (telkens) geld (eurobiljetten) ter waarde van (telkens) meer dan twintigduizend florin heeft ingevoerd en/of uitgevoerd, althans deed invoeren en/of uitvoeren, al dan niet opzettelijk geen (schriftelijke) melding heeft gemaakt van die invoer en/of uitvoer bij de inspecteur der invoerrechten en accijnzen.
(artikel 7 jo. 2 Landsverordening meldplicht in- en uitvoer contant geld)
Bevoegdheid van het Hof
De verdediging heeft bepleit dat het Hof zich onbevoegd zal verklaren. Daartoe is aangevoerd dat het vonnis waarvan beroep aan nietigheid lijdt, nu dat niet binnen vier maanden na de uitspraak op de voet van art. 402, zevende lid, van het Wetboek van Strafvordering van Aruba is aangevuld met bewijsmiddelen.
Het Hof verwerpt dit verweer en overweegt daartoe dat de Hoge Raad in zijn jurisprudentie heeft uiteengezet waarom in de desbetreffende wetsbepaling sprake is van een misslag en de overschrijding van de termijn niet tot nietigheid leidt (vgl. HR
2 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2123, en HR 19 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1353).
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Door de verdediging is bepleit dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de strafvervolging van de verdachte. Volgens de verdediging bestond er in de zaak Kamarina geen grond voor het aftappen van het telefoonverkeer van [X] en bestond die grond er evenmin bij de start van het onderzoek Tunis ten aanzien van het aftappen van het telefoonverkeer van de verdachte. In de optiek van de verdediging is het voor het Gerecht in eerste aanleg en het Hof onmogelijk gemaakt om de rechtmatigheid van de start van het onderzoek te beoordelen.
Het Hof overweegt als volgt.
Bij de beoordeling van het verweer wordt vooropgesteld dat het in artikel 413 van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (hierna: Sv) bedoelde rechtsgevolg van niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de strafvervolging slechts in uitzonderlijke gevallen in aanmerking komt. Daarvoor is alleen plaats indien het vormverzuim daarin bestaat dat met de opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan.
Daar komt bij dat de toepassing van dat rechtsgevolg is beperkt tot onherstelbare vormverzuimen en dat telkens rekening dient te worden gehouden met het karakter, het gewicht en de strekking van de norm, de ernst van de normschending, het nadeel dat daardoor werd veroorzaakt en de mate van verwijtbaarheid van de degene die de norm schond.
Van de verdediging mag worden verlangd dat aan de hand van de toepasselijke beoordelingsfactoren - het karakter, het gewicht en de strekking van de norm, de ernst van de normschending, het nadeel dat daardoor werd veroorzaakt en de mate van verwijtbaarheid van de degene die de norm schond - duidelijk wordt gemotiveerd waarom een vermeend vormverzuim tot het zwaarste rechtsgevolg dient te leiden. Aan dit vereiste heeft de verdediging niet voldaan. Alleen daarom al kan het verweer worden gepasseerd. Desalniettemin zal het Hof op de afzonderlijke onderdelen van het verweer ingaan.
De oorsprong van het onderzoek ‘Tunis’ in Aruba is gelegen in informatie verkregen uit het Amerikaanse onderzoek ‘Kamarina’. In de relatie tussen Aruba en Amerika geldt het vertrouwensbeginsel, dat inhoudt dat de justitiële autoriteiten in beginsel mogen uitgaan van de rechtmatigheid van de door het andere land verstrekte informatie. Slechts indien sterke aanwijzingen bestaan dat bij het verkrijgen van die informatie fundamentele rechten zijn geschonden, ligt een nader onderzoek naar de rechtmatigheid van de herkomst in de rede. Nu van dat laatste niet is gebleken, dient het verweer dat het rechtshulpverzoek tot het tappen van [X] niet met bewijsmiddelen was onderbouwd en reeds daarom niet mocht worden toegewezen, dan ook te worden gepasseerd.
Het Hof stelt vast dat de verdediging, de rechter-commissaris en het Gerecht in eerste aanleg hebben kennisgenomen van de volledige stukken die ten grondslag lagen aan het start van het onderzoek ‘Tunis’. Zij hebben de rechtmatigheid van de informatie derhalve volledig kunnen toetsen. Aan het Hof zijn deze stukken slechts overgelegd in een vorm waarin delen van de tekst onleesbaar zijn gemaakt. De reden voor het onleesbaar maken van delen van de tekst is dat de Amerikaanse autoriteiten, ter voorkoming van de openbaarmaking, hebben bedongen dat deze delen niet voor het bewijs zullen worden gebruikt. Het Hof zal slechts zelfstandig kunnen toetsen op grond van de stukken zoals die hem ter kennis zijn gebracht. Het Hof zal daarbij ook betrekken hetgeen de verdediging dienaangaande heeft aangevoerd.
Van belang is dat het onderzoek Tunis op 15 januari 2015 is aangevangen met de mondelinge vordering van de officier van justitie dat een machtiging wordt verleend voor een bevel tot het opnemen van de telecommunicatie van het telefoonnummer [telefoonnummer verdachte], dat in gebruik was bij de verdachte. De rechter-commissaris heeft diezelfde dag beslist tot verlening van de machtiging voor een periode van ten hoogste vier weken (pagina 2779 van het methodiekendossier).
Uit het proces-verbaal verdenking d.d. 12 maart 2015, (pagina 23 tot en met 32 van het persoonsdossier van de verdachte) komt naar voren dat:
  • de verdenking was gerezen dat een man genaamd [Y] betrokken is bij de handel in verdovende middelen;
  • een man genaamd [X] samen met genoemde [Y] deel uitmaakt van een crimineel samenwerkingsverband;
  • telefoongesprekken van [X] zijn opgenomen en afgeluisterd;
  • uit die telefoongesprekken bleek dat [X] veelvuldig contact had met de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer verdachte], zijnde de verdachte;
  • de verdachte en [X] op 22 december 2014, om 14:29 uur, een gesprek met de volgende inhoud voeren:
  • de verdachte en [X] tien minuten later opnieuw een gesprek hebben, ditmaal met de volgende inhoud:
In aanmerking genomen dat noch de verdediging, noch de rechter-commissaris, noch het Gerecht in eerste aanleg ervan blijk hebben gegeven dat in de onleesbaar gemaakte delen ontlastende informatie aanwezig was, kan naar het oordeel van het Hof op grond van de hiervoor omschreven feiten en omstandigheden in redelijkheid worden gekomen tot een ernstig vermoeden dat met het telefoonnummer [telefoonnummer verdachte] werd deelgenomen door of in opdracht van een verdachte van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, als bedoeld in art. 169 lid 2 Sv, zodat de rechter-commissaris de machtiging rechtmatig heeft verleend. Ook de daaropvolgende machtigingen van de rechter-commissaris voor de bevelen dan wel de verlengingen daarvan tot het opnemen en uitluisteren van het telefoonverkeer acht het Hof rechtmatig verleend.
Het Hof stelt verder in navolging van het Gerecht in eerste aanleg vast dat de Amerikaanse autoriteiten hebben ingestemd met het, op basis van de bevindingen uit het onderzoek Kamarina, opstarten van een parallel onderzoek in Aruba, wat met het onderzoek Tunis ook is gebeurd. Bij brief van 22 maart 2016 is hierover namelijk het volgende opgemerkt:
“(…) I wish to confirm that Aruban authorities were given permission to start and execute their parallel investigations based on the evidence collected in the execution of the request for assistance from the United States in Kamarina (…)”.
Het is juist, zoals ook al eerder is overwogen, dat zekere restricties zijn gesteld. In voormelde brief is daarover het volgende vermeld:
“As previously discussed, certain constraints have been imposed, (…) concerning the use of this Kamarina evidenceas direct evidencein the current judicial proceedings (onderstreping door het Hof). In particular, only the redacted version of your (police) reports (…), may be used in the prosecution. Further, the new case file, which will now only include the redacted reports, is to preplace what was previously provided to defense counsel.”
De restrictie houdt in dat delen van de processen-verbaal niet als (direct) bewijs worden gebruikt. Het Hof stelt voorop dat deze restrictie niet is aangebracht om de verdachte in enig belang te beschermen, maar slechts om het belang van het Amerikaanse onderzoek te dienen. Bovendien heeft het openbaar ministerie zich aan de restrictie gehouden. Het heeft immers de delen die niet gebruikt mogen worden onleesbaar gemaakt. Dat de resultaten van de observaties, de immigratiegegevens en de historische verkeersgegevens van die toestemming zijn uitgesloten, kan uit voornoemd schrijven niet worden geconcludeerd.
Voor zover de Amerikaanse autoriteiten de restrictie hebben aangebracht dat de stukken niet mochten worden gebruikt voor de beoordeling van de vraag of er ernstige bezwaren tegen de verdachte bestonden in het kader van de voorlopige hechtenis van de verdachte, is dat niet van belang voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. Ook deze restrictie is dan immers niet aangebracht om de verdachte in enig belang te beschermen. Bovendien doet het gebruik van de stukken voor de voorlopige hechtenis geen afbreuk aan het recht van de verdachte op een eerlijk proces en heeft de verdediging de rechtmatigheid en betrouwbaarheid van de aangeleverde informatie ten volle kunnen aanvechten, nu de stukken in ongecensureerde vorm aan haar zijn verstrekt.
Het verweer wordt gelet op het voorgaande in al zijn onderdelen verworpen.
Bewezenverklaring
Het Hof acht bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair en 2 is ten laste gelegd, met dien verstande:
Feit 1
hij in
of omstreeksde periode van 1 juni 2013 tot en met
3024juni 2015 in Aruba en
/ofNederland en
/ofVenezuela, tezamen en in vereniging met
een of meerander
(en
),
althans alleen, (telkens)van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
althans zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen,immers
heeft/hebben
hij,verdachte
,en
/ofzijn mededader
(s
) (telkens
)
(van)
een of meervoorwerp
(en
), te weten
een of meer (contante
)geldbedrag
(en
)tot een totaalbedrag van – circa – 23.352.500 euro (hoofdsom)
,en/of 2.833.340 euro (transport d.d.
23juni 2015)
,en/of 934.100 euro (commissie),
althans enig(e) (contante) geldbedrag(en)
a. a) de
werkelijke aard en/of herkomst en/of vindplaats en/of vervreemding en/ofverplaatsing verborgen en/of verhuld, en
/ofverborgen en
/ofverhuld wie de rechthebbende(n) op
dat/die voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
)was/waren en
/ofwie
dat/die voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
)voorhanden (heeft/hebben ge)had(den)
door (telkens)
(hoofdsom
en/oftransport d.d.
23juni 2015)
-
dat/die voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
) (heimelijk
)in ontvangst te nemen en
/of (vervolgens
)
-
dat/die voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
)in te pakken in (bruin) (pak)papier en
/ofte verpakken in plastic en
/ofte verstoppen in gemalen kip/kiprollade en
/ofdie gemalen kip/kiprollade in te vriezen en
/ofin dozen te verpakken en
/of (vervolgens
)
-
dat/die
(aldus verpakte
)voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
) (heimelijk
)op te slaan
(in koelvriesinstallaties
)(van het bedrijf [bedrijf 1] te Roermond, Nederland) en
/of (vervolgens
)
-
dat/die
(aldus verpakte
)voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
)in een
of meer(zee)container
(s)te plaatsen
(tussen andere producten
)en
/of (vervolgens
)
-
dat/die
(aldus verpakte
)voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
)te
(doen
)transporteren naar Aruba en/of (vervolgens)
-
dat/die
(aldus verpakte
)voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
) (heimelijk
)op te slaan
(in koelvriesinstallaties
) (die ter beschikking stonden van hem
,verdachte
,althans
het/zijn onderneming/restaurant [bedrijf 2]) en/of (vervolgens)
-
dat/die
(aldus verpakte
)voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
)(deels) over te dragen aan zijn, verdachtes
,mededader(s) en/of (deels) te (doen) transporteren naar Venezuela en/of
daarbij (telkens)
- die gemalen kip/kiprollade
(bij [bedrijf 1]
)te (doen) bestellen op naam van/door de onderneming [bedrijf 3] en
/ofte (doen) factureren door [bedrijf 1] aan [bedrijf 3] en
/ofin
(bij de transporten behorende
)douanedocumentatie op te (doen) nemen dat die gemalen kip/kiprollade bestemd was voor [bedrijf 3] en
/of
(commissie)
-
dat/die voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
) (heimelijk
)in ontvangst te nemen en/of (vervolgens)
-
dat/die voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
)in te pakken in (bruin) (pak)papier en/of te verpakken in plastic en/of (vervolgens)
-
dat/die voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
)(geheel of ten dele) in bewaring te geven bij zijn, verdachtes
,broer [broer verdachte] en
/ofzijn, verdachtes
,zus [zus verdachte] en/of
-
dat/die voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
) (door zijn, verdachtes, broer [broer verdachte]
)(ten dele) meermalen,
althans eenmaal,in Nederland te laten overhandigen aan een
of meerperso
(o
)n
(en) ter uitbetaling (in andere valuta) aan hem, verdachte in Arubaen
/of
-
dat/die voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
)(ten dele) te verstoppen in gemalen kip/kiprollade en
/ofdie gemalen/kip/kiprollade in te vriezen en
/ofin dozen te verpakken en
/of(vervolgens)
dat/die
(aldus verpakte
)voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
) (heimelijk
)op te slaan
(in koelvriesinstallaties
)(van het bedrijf [bedrijf 1] te Roermond, Nederland) en
/of (vervolgens
) dat/die
(aldus verpakte
)voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
)in een
of meer(zee)container
(s)te plaatsen
(tussen andere producten
)en
/of (vervolgens
) dat/die
(aldus verpakte
)voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
)te
(doen
)transporteren naar Aruba
, onder meerten behoeve van hem, verdachte
,
en
/of
b) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen
en/of omgezeten/of van
dat/die voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
)gebruik gemaakt,
terwijl hij
en/ofzijn mededader(s)(telkens
)wist
(en)of begreepdat
dat/die voorwerp
(en
)/geldbedrag
(en
), onmiddellijk of middellijk, afkomstig
was/waren uit enig misdrijf.
Feit 2
hij
,op
een of meertijdstip
(pen
)in de periode van 1
juni 2013januari 2014tot en met
3024juni 2015 in Aruba,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,als degene die
(telkens
)geld (eurobiljetten) ter waarde van
(telkens
)meer dan twintigduizend florin
heeft ingevoerd en/of uitgevoerd, althansdeed invoeren en/of uitvoeren,
al dan nietopzettelijk geen (schriftelijke) melding heeft gemaakt van die invoer en/of uitvoer bij de inspecteur der invoerrechten en accijnzen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen [1]
Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
In deze bewijsmiddelen zullen de verdachte en diens medeverdachten steeds bij hun voor- en/of achternaam c.q. bijnaam worden genoemd. Waar het Hof spreekt van [A], wordt de verdachte bedoeld. De medeverdachten zullen respectievelijk worden aangeduid als [B], bijgenaamd [bijnaam B] en/of [bijnaam B], en [C], bijgenaamd [bijnaam C]. De toevoeging verdachte/medeverdachte zal met andere woorden worden weggelaten.
Verder is, omwille van de leesbaarheid, de inhoud van de bewijsmiddelen zakelijk weergegeven, zij het dat met die zakelijke weergave zo dicht mogelijk bij de letterlijke tekst van de bewijsmiddelen is aangesloten.

Onderschepte container: kiprollades met geld
1.Op 25 juni 2015 werd in Aruba onderzoek gedaan aan een in beslag genomen zeecontainer. Hierover is onder meer het volgende gerelateerd:
“Op donderdag 25 juni 2015, omstreeks 06:40, werd een onderzoek gestart aan de in beslag genomen zeecontainer (Sea Trade CXRU1536797), gelegen in [adres 1] te Aruba. In de container werd een EURO pallet aangetroffen. Op deze pallet stonden diverse witte dozen.
De geld speurhond bleek aan te slaan bij de deze pallet. Door de zoekploeg is de pallet afgestapeld en zijn de dozen genummerd. De dozen zijn vervolgens uitgespreid op de grond neergelegd om de inhoud gedeeltelijk te laten ontdooien en te controleren. Op de dozen was verder te zien dat er een sticker bevestigd was met hierop onder andere GEG. KIPROLLADE (VLEESWAAR).In dozen werden rollades aangetroffen omwikkeld met transparante folie. Veelal zaten twee rollades per doos verpakt. Na kapotslaan van de rollades troffen medewerkers van het onderzoeksteam hierin een geseald pakket. In dit gesealde pakket zat een bruine zak met inhoud. Veelal stonden op de papieren zakken nummers geschreven. In deze zakken werden geldbedragen aangetroffen.” [2]
2.Het geld dat in de zeecontainer is aangetroffen, is in beslag genomen en geteld. Het bleek te gaan om een totaalbedrag van € 2.833.340,--. Dit volgt uit het hierna weergegeven proces-verbaal:
“Op donderdag 25 juni 2015 is tijdens een onderzoek naar de inhoud van de in beslag genomen zeecontainer Sea Trade CXRU1536797 een grote hoeveelheid contant geld gevonden en in beslag genomen. Dit in beslag genomen geld is vervoerd naar de Centrale Bank van Aruba, waar het op donderdag 25 juni 2015, omstreeks 12.51 uur aankwam.
Het in beslag genomen geld is in een waardetransportzak gedaan waarbij werd aangegeven uit welke doos op genoemde pallet het geld afkomstig was.
In een doos zaten vaak 2 pakketten met contant geld. De pakketten geld waren omwikkeld met bruin papier waarop vaak een getal stond geschreven. Hier omheen was het geld nog een keer omwikkeld met een plastic vacuümverpakking.
Voor de telling werd per keer 1 waardetransportzak geopend, de vacuümverpakking en het bruine papier verwijderd, waarbij werd genoteerd wat het opschrift op het bruine papier van de pakketten geld was. Daarna werd het geld per pakket geteld, waarbij is gespecificeerd uit welke coupures een pakket bestond. Daarna werd liet contante geld ontdaan van elastieken en werd liet geld losgemaakt. Het geld bleek namelijk vochtig en plakkerig.
Hierna werd het geld geteld door geldtelmachines van de Centrale Bank van Aruba. Na de telling werden de biljetten per coupure gebundeld per 100 stuks en voorzien van een papieren banjo, waarna er stapels werden gemaakt van telkens 10 bundels.
Hierna werd het contante geld per pakket uit een gespecificeerde doos gestapeld.
Het bedrag van de pakketten uit de gespecificeerde dozen die op 25 juni 2015 geteld waren, was: € 1.863.820,--.
Op vrijdag 26 juni2015, omstreeks 11:30 uur, werd de telling van het geld voortgezet. Het totaalbedrag van de op 26 juni2015 getelde pakketten geld is: € 969.520,--.
Het totaalbedrag van het in genoemde in beslag genomen zeecontainer in beslag genomen geld is: € 1.863.820,-- (telling 25 juni 2015) + € 969.520,-- (telling 26 juni 2015) = € 2.833.340,--.” [3]
3.De desbetreffende zeecontainer is op 12 juni 2015 per schip vanuit Nederland uitgevoerd richting naar Aruba. [bedrijf 1] had daartoe opdracht gegeven. [4] Op de bijbehorende factuur van [bedrijf 1] – de factuur met nummer 15213 – stonden onder meer 30 dozen met kiprollade vermeld. [5] Het schip is op 24 juni 2015 Aruba binnengevaren. De zeecontainer is diezelfde dag in beslag genomen. [6]
[bedrijf 1] verscheepte de goederen in koelcontainers vanuit Nederland naar het bedrijf [bedrijf 3] in Aruba. De handelsnaam van dit bedrijf is [handelsnaam bedrijf 3]. [7]

Eerder verzonden containers
4.In de periode van 11 december 2013 tot en met 24 juni 2015 zijn in totaal tien zeecontainers door [bedrijf 1] naar [bedrijf 3] verzonden. Buiten de hiervoor besproken zeecontainer met het kenmerk CXRU1536797 gaat het, voor zover van belang, om de volgende zeven zeecontainers:
Container
Vertrek
Aankomst
Factuurnr
Goederen volgens douaneformulieren
1
ATKU4112385
11-12-2013
20-12-2013
13408
-/-
2
ATKU411O85O
14-3-2014
25-3-2014
14110
O.a. 21 dozen gek. kiphamworst
3
TCLU1152270
1-5-2014
12-5-2014
14265
O.a. 21 dozen kiprollade
4
TR1U8592470
26-6-2014
7-7-2014
14327
O.a. 40 dozen gek. kiphamworst
5
SZLU9133352
14-8-2014
26-8-2014
14394
O.a. 18 dozen gek. kipfilet vleeswaar
6
SZLU985S437
15-10-2014
30-10-2014
14456
O.a. 88 dozen kiprollade vleeswaar
7
CXRU1124038
5-12-2014
17-12-2014
14515
O.a. 100 dozen gek. worstsoorten [8]
5.Op 27 december 2013, aldus kort na de aankomst van de eerste container, is een foto genomen van kiprollades in een badkuip, die grote gelijkenissen vertoont met de badkuip in de badkamer van medeverdachte [C]. Deze foto is aangetroffen op de telefoon van medeverdachte [A]. Over dit een en ander is het volgende gerelateerd:
“Op een nachtkastje in de slaapkamer van verdachte [A] werd een iPhone 5 aangetroffen en inbeslaggenomen. Later werd onderzoek verricht aan de iPhone 5 en werd een foto aangetroffen van een badkuip, met daarin objecten die sterke gelijkenis vertonen met de kiprollades waarin het geld werd vervoerd (Hof: de kiprollades met het geld in de container met nummer CXRU1124038).
Vervolgens is de omgeving op de foto vergeleken met foto’s die werden genomen tijdens de verschillende huiszoekingen in het onderzoek Tunis. Tussen de foto’s van de doorzoeking van de woning van de verdachte [C] werd een foto van eenzelfde omgeving aangetroffen.
Uit de metadata behorende bij de foto die op de iPhone 5 van verdachte [A] is aangetroffen, blijkt dat de foto op 27 december 2013 is genomen met een iPhone 5.
Zichtbaar op de foto is een badkuip. In de badkuip liggen in ieder geval 14 kiprollades. Sommige kiprollades op de foto zijn nog geseald in plastic. Andere zijn van het plastic ontdaan. Net onder de douchekop is een kiprollade zichtbaar. De kiprollade is deels open en er lijkt een pakket in te zitten. Het pakket lijkt van plastic te zijn met daaromheen 3 bandjes/elastiekjes.” [9]

Link tussen [bedrijf 3] en [A]
6.Op 25 juni 2015, de dag dat het geld tussen kiprollades in de onderschepte container werd aangetroffen, werd [E] gehoord. Deze mede-eigenaar van [bedrijf 3] heeft toen als getuige het volgende verklaard:
“Ik ben de eigenaar van [bedrijf 3]/[handelsnaam bedrijf 3] De andere eigenaar woont in Venezuela. Alles wat jullie in beslag hebben genomen is van mij, behalve de kiprollades.
De kiprollades zijn van [bedrijf 2] van de eigenaar [A]. [A] heeft de kiprollades besteld bij het bedrijf [bedrijf 1].” [10]
7.E] is op 3 juli 2015 nader gehoord. Bij die gelegenheid heeft hij het volgende verklaard:
“[A] heeft op mijn naam kiprollade besteld. Ik heb inderdaad eerder verklaard dat alles wat in beslag was genomen van mij was, behalve de kiprollades. Ik zei dit omdat [A] ook bestellingen doet voor [bedrijf 2]. Maar deze keer waren alle
etenswaren van mij behalve de kiprollades die waren van [A]. [A] had mij een voorstel gedaan. Hij wilde producten uit Nederland hier naartoe importeren. [A] wist dat ik schulden had bij de bank dit had ik hem namelijk verteld.
Ik heb geen kiprollades verkocht. Ik weet niet eens wat het is. Ik zag ze voor het eerst toen jullie die container leeghaalden. [A] heeft niet over de kiprollades gesproken, maar ze staan wel op de factuur. Die factuur ging direct naar mijn ex-vrouw [F], die de administratie doet. Van de producten die [A] bestelde, maakte mijn ex-vrouw een factuur op en die werd meestal na een maand door [A] betaald.
[A] bestelde de kiprollades via het Nederlandse bedrijf [bedrijf 1]. Ik vroeg mijn vrouw welke producten dit waren, dus de kiprollades, en toen zei mijn ex-vrouw dat ze voor [A] waren. Op de facturen staat niet de naam van [A] vermeld, maar de naam van [bedrijf 2]. Het gaat altijd via [bedrijf 1]. Ik weet dat dit bedrijf in Nederland zit en dat het op de dozen staat. Ik krijg een factuur van de producten met daarop een rekeningnummer in Nederland en mijn vrouw maakt vervolgens het factuurbedrag over.
[A] deed de bestellingen, omdat ik geen Nederlands spreek en versta. Het contact met [bedrijf 1] is er sinds twee jaar, via [A]. Alles gaat via [A]. Mijn bedrijf bestelt om de twee of drie maanden iets bij [bedrijf 1]. Het is in totaal tien keer geweest. De laatste container was de tiende keer.
Mij wordt voorgehouden dat op de in beslag genomen factuur met nummer 15213 van [bedrijf 1] d.d. 10 juni 2015, 30 dozen kiprollade à € 1.014,75 vermeld staan. Deze dozen zijn besteld door [bedrijf 2], dus [A].
Mij wordt voorgehouden dat op de in beslag genomen factuur met nummer 15213 van [bedrijf 1] d.d. 10 juni 2015 (het Hof begrijpt gelet op de hierna volgende specificatie: factuur met nummer 14515 van [bedrijf 1] d.d. 3 december 2014), 100 dozen kiprollade à € 2.925,00 vermeld staan. Ook allemaal voor [A], maar deze levering is ook nog niet betaald.
Mij wordt voorgehouden dat op de in beslag genomen factuur met nummer 14456 van [bedrijf 1] d.d.15 oktober 2014, 88 dozen kiprollade à € 4.203,08 vermeld staan. Ook deze dozen waren voor [A] bestemd. Ik verkoop die kiprollades niet.
Mij wordt voorgehouden dat op de in beslag genomen factuur met nummer 14394 van [bedrijf 1] d.d. 14 augustus 2014, 18 dozen gek. kipfilet vleeswaar à € 882,00 vermeld staan. Als het van vorig jaar was, dan was het niet voor ons, maar voor [A]. Vroeger was er een probleem met de kipfilet, omdat de kwaliteit slecht was en daarom zijn we ermee gestopt.
Mij wordt voorgehouden dat op de in beslag genomen factuur met nummer 14327 van [bedrijf 1] d.d. 24 juni 2014, 40 dozen gek. kiphamworst à € 1.837,50 vermeld staan. Ik verkoop alleen rookworst. Kiphamworst zegt me niets. Alles wat van kip is, is van [A].
Mij wordt voorgehouden dat op de in beslag genomen factuur met nummer 14265 van [bedrijf 1] d.d. 29 april 2014, 21 dozen kiprollade à € 1.102,50 vermeld staan. [A] heeft deze dozen besteld, voor hem waren ze bestemd en hij heeft ze betaald.
Mij wordt voorgehouden dat op de in beslag genomen factuur met nummer 14110 van [bedrijf 1] d.d. 18 maart 2014 de bestelling van 21 dozen gek. kiphamworst à € 1.837,50, is doorgehaald. Mij wordt voorgehouden dat deze bestelling ook voorkomt op de factuur met nummer 14243 van [bedrijf 1] d.d. 15 april 2014. Ik weet niet waarom dat is gebeurd. Ook hier is het [A] die de dozen heeft besteld. Voor hem zijn ze bestemd en hij heeft ze betaald. Ik verkoop alleen rookworst. Kiphamworst zegt me niets. Alles wat van kip is, is van [A].
Over de levering van de kip voor [A] kan ik het volgende verklaren. Normaal komt Roger, chauffeur van [bedrijf 2], de producten van [A] ophalen. Als [A] niet op Aruba is, dan heeft [A] mij weleens als gunst gevraagd om de producten naar [bedrijf 2] te brengen.” [11]

8.[G] heeft de volgende getuigenverklaring afgelegd:

“[A] is de mede-eigenaar van [bedrijf 2]. Hij is dus mijn baas. Ik ben officieel verantwoordelijk voor de inkopen van het restaurant. Alle producten die we nodig hebben om te kunnen draaien. Ik doe de inkoop van de producten.
Dat zijn de vleesproducten, groenten en fruit. Ook de specerijen en olie, eigenlijk alles wat je in een keuken nodig hebt.
Het vlees dat we gebruiken is Braziliaans of Amerikaans. Er wordt geen vlees besteld in Nederland, niet door mij. Er komt nooit een doos of doosje vlees vanuit Nederland voor personeel binnen. We gebruiken geen kiprollades voor onze menu’s.” [12]

9.[A] heeft het volgende verklaard:

“Ik en meneer [H] zijn beiden directeur van [bedrijf 2]. Ik ben eigenlijk wel de eindverantwoordelijke voor dat bedrijf.
[G] doet de inkoop bij [bedrijf 2].” [13]
“De levensmiddelen voor [bedrijf 2] worden lokaal ingekocht. De vis wordt lokaal ingekocht bij groothandels. Het vlees voor [bedrijf 2] wordt bij dezelfde groothandels gekocht. Origineel kan het vlees uit Amerika komen. Ik bestel het zelf (Hof: voor [bedrijf 2]) niet internationaal. Daar gaat veel te veel geld in zitten als je een hele container bestelt.
Ik ken het bedrijf [bedrijf 3]. Ik doe daar de communicatie voor.
[bedrijf 3] importeert friet, porkbellies, kiprollades, kippepoten, kippevleugeltjes, spareribs. Zij kopen dat in bij [bedrijf 1]. [bedrijf 1] zit in Roermond, Nederland. Ik heb wel eens contact met [bedrijf 1]. Ik heb contact met [I] (Hof: [I]). Ik heb verder contact met de baas, meneer [D]. Ik noem hem [D].” [14]

10.[I] heeft het volgende verklaard:

“[D] is de directeur bij [bedrijf 1], de eindverantwoordelijke. Hij heeft de touwtjes in handen. In opdracht van hem en van de klant wordt de laadlijst voor een container gemaakt.
Mij wordt voorgehouden dat in een in Aruba in beslag genomen container kiprollades zaten. Volgens mij heeft [D] dat ingekocht. Ik heb er geen factuur van gezien. Het zou gemalen kippenvlees moeten zijn. De kip is gemaakt voor [bedrijf 3]. Ik weet niet wie de eigenaar is, maar wij hebben alleen contact met [A] daarover.” [15]

Venezuela als kennelijke bestemming voor (delen van de) container(s)
11.De ex-vrouw van [E], [F], deed de administratie bij [bedrijf 3] en wist nog het volgende te verklaren:
“Als er door [bedrijf 3] kiprollade, gekookte kiphamworst of gekookte
kipfilet is geïmporteerd, heeft [A] die besteld. Altijd door [A].
Het kwam dan met onze container, maar is nooit in onze opslag gegaan.
Mij wordt factuurnummer 9577 d.d. 19 december 2014 van [bedrijf 3] voorgehouden waarop is vermeld: “40 dozen kiprollade, 14 kg per doos en [barkje 1]”. Ja, dit is een factuur van [bedrijf 3] Dit is van een boot. Het was in de container die rond die periode uit Holland kwam. Het was van de kiprollade die voor [A] was. Hij heeft het verder verkocht. Er is nog een boot.
Mij wordt gevraagd wat [bedrijf 3] in het verleden allemaal heeft geleverd aan [barkje 1]. Ik zou moeten nazoeken of er nog meer facturen met betrekking tot leveringen aan [barkje 1] zijn. [A] heeft me verteld dat de kiprollade aan de boot is verkocht. En [A] betaalde mij.” [16]
12De container die rond 19 december 2014 in Aruba is aangekomen, is de container met het kenmerk CXRU1124038. Daarin zaten 100 dozen kiprollade. De factuur die aan de getuige [J] is voorgehouden – de factuur met nummer 9577 d.d. 19 december 2014 – vermeldt inderdaad dat deze is gericht aan het barkje “[barkje 1]” en dat het om “40 dozen kiprollade” gaat. [17]
13.C] is op 11 december 2014 naar Caracas (Venezuela) vertrokken en is vanuit Caracas in Aruba teruggekomen op 26 december 2014. [18]
14.De andere boot waarover de getuige [J] sprak, zal het barkje “[barkje 2]” zijn geweest. Nadat de container met het kenmerk SZLU9855437 op 30 oktober 2014 vanuit Nederland in Aruba aankwam – een container met 88 dozen kiprollades –, zijn twee facturen met daarop kiprollades gericht aan het barkje “[barkje 2]”. De eerste factuur, gedateerd van 3 november 2014, vermeldt 44 dozen kiprollades. De tweede factuur, gedateerd van 4 november 2014, vermeldt 36 dozen kiprollades. Het douanedocument dat betrekking heeft op de factuur van 4 november 2014, heeft de politie achterhaald en daarop is vermeld dat het land van bestemming Venezuela was. [19]
15.C] is op 7 november 2014 naar Caracas vertrokken en op 30 november 2014 is hij vanuit Caracas teruggekomen in Aruba. [B] is op 11 november 2014 naar Caracas vertrokken om vervolgens op 22 november 204 terug te komen in Aruba. [20]

Door [D] (persoon achter [bedrijf 1]) beschreven toedracht
16.D]) [D] is de directeur van het bedrijf [bedrijf 1], dat enig aandeelhouder is van [bedrijf 1] [21] [D] is in Aruba aangehouden en heeft op 24 juni 2015 het volgende verklaard:
“Ik voerde handel met [A].
Vanuit mijn bedrijf [bedrijf 1] exporteer ik containers.
Een container zou afgelopen maandag (Hof: 22 juni 2015) binnenkomen. Dat is een container voor iets van [deel bedrijfsnaam] en dan komt er nog iets achter (Hof: [bedrijf 3]).
Mij wordt voorgehouden dat jullie denken dat er iets niet in de haak is met die container. Jullie komen daar toch wel achter. Er zit geld in de container. Ik denk 2,7 miljoen euro, maar precies weet ik het niet. Het zit verstopt in de kip. Ik heb het zo gemaakt. Die kip is gegaard en daar zit het in verstopt. Dus je moet het niet snijden, maar even laten ontdooien en dan breek je het zo.
[A] zou het hier in ontvangst nemen.
Ik kreeg het aanbod en dat is aanlokkelijk.
Vorig jaar was het vier miljoen, maar dat weet ik niet meer zeker. Ik kreeg toen hetzelfde bedrag. Dat kon ik zelf op het bedrag inhouden.
De man die het geld kwam brengen, kwam niet naar de zaak. Ik werd gebeld voor een afspraak en dan kreeg ik het overgedragen en nam ik het in de auto. Dat is inderdaad degene die ‘koffie komt brengen of drinken’.
De ‘73’ zijn voor [A]. [A] vroeg mij dat apart te maken. Dat moest ik van dat bedrag, die 2.7 miljoen, afhalen.
Ik wil u nog even uitleggen hoe het precies op de pallet zit, want dat scheelt werk. De onderste drie lagen à zes dozen zijn gevuld. Laag nummer vier de twee doosjes in het
midden zijn gevuld. Laag vijf zijn allemaal blanco.
Er zijn 17 dozen voor de grote baas, 1 doos voor [A] en 2 dozen voor [bijnaam C] en
[bijnaam B]. Dat weet ik, omdat ik dat van [A] hoorde.
[bijnaam C] en [bijnaam B] zijn vorig jaar allebei bij mij geweest.
Vorig jaar ging het op dezelfde manier als deze keer. Ik heb toen ook het aandeel voor [A] erbij gedaan. Ook de aandelen van [bijnaam C] en [bijnaam B] zaten erbij. Totaal was het in ieder geval ruim boven de vier miljoen euro.
Mij wordt foto bijlage 3 getoond (het Hof: een foto van de verdachte [B] [22] ). Dit is de man die [bijnaam B] genoemd wordt.
Mij wordt foto bijlage 4 getoond (het Hof: een foto van de verdachte [C] [23] ). Dit is [bijnaam C].” [24]

17.[D] heeft op 25 juni 2015 voorts het volgende verklaard:

“Ik kreeg het geld in zakken. Het waren grijze zakken, donkergrijs/bruin. Het geld zat allemaal geteld en kant en klaar in de zakken. Er stond met een viltstift op de zijkant van het geld geschreven hoeveel het was. Er zat alleen een elastiekje omheen.
Ik heb papier en plastic eromheen gedaan en het vacuüm getrokken. Vervolgens heb ik kip gekookt. Dan wordt het vloeibaar en dan gooi ik het geld erin. Dan komt er druk op de kip en wordt het in die vorm gedrukt. Niemand ziet dan dat het geld er in zit.
Zoiets brengt heel snel geld op. Daar moet ik 20 containers voor verschepen om dat te halen en dat was verleidelijk en verleidelijk wordt gestraft.
Ze hebben me gevraagd of ik het kon verstoppen. Een van die twee (Hof: [B] of [C]) heeft me dat gevraagd. Dat was de eerste keer. Ik weet niet wanneer dat was. Er was er een bij mij. Ik heb ze allebei gezien, in Nederland. In de stad, in Roermond. Met een heb ik een kopje koffie gedronken en het geld gekregen.
Het geld van deze container (Hof: de in beslag genomen container met nummer CXRU1124038) heb ik in december gekregen. Die twee – [bijnaam B] en [bijnaam C] – waren er niet bij. Ik kreeg een afspraak bevestigd dat iemand zou komen. Diegene refereren we aan met ‘koffiedrinker’. Via [K] (het Hof: [K], de vriendin van [D]) werd mij doorgegeven dat er een afspraak kwam. Ik gooide het in de auto en was weg. Dat weekend heb ik het in de kip gedaan in de hoop dat het snel weg ging. De ontmoeting was voor de [winkelcentrum] in Roermond, op de parkeerplaats. De man, een man van rond de 60 jaar, gaf dus dit hele bedrag. Ik heb toen alles ingepakt. Ik heb geld apart gehouden voor [A], [bijnaam C] en [bijnaam B]. Dat vroeg [A] mij. Heeft u dat gezien in de doos?
Er stond een R voor [A] en JO voor jongens. Dus met jongens bedoel ik [bijnaam B] en [bijnaam C].
Mij wordt gevraagd hoe het geheel tot stand is gekomen. Dat is eenvoudig. Ik ben benaderd door [A]. Ik denk dat we in Roermond waren. Hij vroeg of ik een pakketje met geld kon opsturen. Ik zei waarom niet. Ik wist toen niet dat het om zoveel ging. Hij vroeg om het te verstoppen.
Ik heb aan [K] gevraagd om ertussen te zitten. Die koffiedrinker had alleen het nummer van [K]. Ik hoorde van [K] wat ik moest doen.
Die ouwe zat bij zijn dochter in Nederland. Ik hoorde dat hij een adres nodig had, onderdak. [K] verhuurt ook kamers weet u. Die ouwe had dus een adres nodig. Ik heb ze naar [K] verwezen.
Ik heb dus eerst met [A] gesproken over dat pakketje geld meenemen. Daarna vroeg
[A] mij of ik voor [bijnaam B] een adres kon regelen in Nederland. Ik moest toen aan [K] denken en we hebben geregeld dat hij daar langs ging en zich daar kon inschrijven. Dat heeft [K] toen gedaan.
Toen hij die kamer had gehuurd, heb ik besloten [K] er tussen te zetten. Ik wilde liever geen contact. Ze werd gewoon op haar eigen telefoon gebeld en dan gaf ze mij door dat er een afspraak zou komen.
Die [bijnaam B] is bij [K] geweest om zich in te schrijven. Toen zal hij het nummer van [K] hebben genoteerd, want ik heb toen tegen [A] gezegd dat het via [K] zou gaan en hij vroeg om een nummer. Ik zei toen dat die ouwe dat al had. Dus dat de koffiedrinker [K] kan bellen, kan alleen als die ouwe het nummer heeft gegeven.
We hebben alleen gesproken over het geld vervoeren.” [25]

18.Op 26 juni 2015 heeft [D] het volgende verklaard:

“Voor het inpakken van geld gebruikte ik een vacumeermachine en een dompelaar.
Ik schreef daarop wat er in zat. Ik schreef dan op het papier wat er in het blokje zat. Dat geld werd dus in het papier gedaan en vervolgens geseald en in het vlees gedaan. Je wist dat het vaak 100 biljetten waren per bundeltje. Even nadenken ik woog het ook gewoon. 954 gram briefjes van 50 is dan 1000 briefjes. Zo deed ik dat. Ik haalde er wat van af en de rest interesseerde me niet.
[bijnaam B] is [bijnaam B]. De ander ken ik eigenlijk alleen als [bijnaam C].
Ik lever kiprollade op het eiland. Mij wordt een overzicht voorgehn van goederen die door mij zijn geleverd aan [bedrijf 3] over 2014 en 2015. We leverden het laatste jaar vrijwel iedere keer. Mij wordt voorgehouden dat op sommige bonnen “gegrilde kiprollade” staat en op andere “gekookte kiphamworst”. De naam moet u zich niet op vastpinnen. Het is hetzelfde spul. En waarschijnlijk soms zelfs ook dezelfde vorm als waar het geld in zat.
Feitelijk doet [A] alle bestellingen die [bedrijf 3] doet. Hij bestelde ook de kiprollades.
Ik heb alleen geld van [bijnaam B] in ontvangst genomen. Ik heb nooit geld in ontvangst genomen van die koffiedrinker. Ik begreep wel dat het geen zuivere koffie was. Ja, natuurlijk heb je daar wel gevoel bij. Je kan van alles denken, drugs en zo. Ik denk niet
van Islamitische Staat. Maar het geld is natuurlijk van de grote baas. Ik weet niet wie dat is.
Ik heb dus twee keer van [bijnaam B] het geld in ontvangst genomen.
[K] deed het in ontvangst nemen van de koffiedrinker. Die meldde zich bij haar telefonisch en dan ging [K] daar naartoe. Dat was in de [winkelcentrum] in Roermond of in de buurt van de [winkelcentrum]. [K] heeft zeker twee keer geld opgehaald bij die koffiedrinker.” [26]
19.Op 14 juli 2015 heeft [D], die op dat moment al was overgeplaatst naar Nederland, het volgende verklaard:

“Mij wordt een foto voorgehouden waarop een pakket uit de in beslag genomen container is afgebeeld met daarop het cijfer 30. Ik heb dat pakket zo ingepakt. Ik heb het cijfer 30 erop geschreven bij [bedrijf 1]. Het cijfer 30 betekent dat er 30 duizend euro in zit. Toen ik het geld ontving, stond het erop geschreven.

Mij wordt voorgehouden dat in een prullenbak op een kantoor van [bedrijf 1] in Roermond een geel briefje is aangetroffen en in beslag is genomen. Mij wordt getoond dat daarop is geschreven: “[A] 1 doos van 73 afnemen van 120-73=47.” Dat is mijn handschrift. Het gaat over de 73.000 euro die in een doos in de container zat en voor [A] bestemd was.
Mij wordt gevraagd wat “120” betekent. Mij wordt voorgehouden dat ik in Aruba heb verklaard dat het geld dat “[bijnaam C]” en “[bijnaam B]” kregen ongeveer 120.000 euro was. Mij wordt gevraagd of dit het bedrag was dat in de twee dozen in de container zat. Ik heb dat geld apart in een doos gegaan. Op ieder pakket stond een getal. Dat geld geeft aan hoeveel geld erin dat pakket zit.” [27]

Notitieboekje van [B]
20.In de slaapkamer van [B] werd in een gele broek een notitieboekje aangetroffen met losse notities. In dat notitieboekje staat een prepaid telefoonnummer dat bij [C] in gebruik is, het Nederlandse mobiele nummer van medeverdachte [D] en aantekeningen waarvan kan worden opgemaakt dat deze behoren bij het op 24 juni 2015 onderschepte transport. Hierover is het volgende gerelateerd:

“Door mij, verbalisant [verbalisant 1], is onderzoek gedaan naar een roze notitieboekje dat in beslag werd genomen op 23 juni 2015 op het adres [adres 2] te [plaats in Aruba]. Het notitieboekje werd aangetroffen in een gele broek die op de slaapkamer van [B] lag. In het notitieboekje zaten nog verschillende losse notities.

Bij de persoonlijke gegevens staan de gegevens van [B], [adres 2], [plaats in Aruba] Aruba.
Op een pagina staat CAS [telefoonnummer C]. Uit onderzoek is gebleken dat dit een prepaid telefoonnummer is dat wordt gebruikt door [C]. Daaronder staan ook Venezolaanse telefoonnummers van [C].
Op een andere pagina staat [D]. N land [telefoonnummer D]. Dit is het Nederlandse mobiele telefoonnummer van [D].
Ook is er op een pagina “[bijnaam C] (VEN) [telefoonnummer C]”. [bijnaam C] is de bijnaam van [C].
Er zijn ook aantekeningen aangetroffen die betrekking hebben op het onderschepte transport van 24 juni 2015, namelijk:
“2DOZEN
JONGENS 120
R.M 1 DOOS

17 DOZEN [L]S

ONDER (stuk onleesbaar)

1 DOOS [bijnaam C]

BLANCO
10
BLANCO TOTAAL
TOTAAL 30 DOZEN”
en
“TOTAAL 2640…”
Op een losse notitie staat verder:
“[D]  DOKTER” met telefoonnummer “[telefoonnummer D]”.
Op een andere losse notitie staan telefoonnummers, waaronder die van “[L]”:
[L] cell [telefoonnummer L]
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
[telefoonnummer].” [28]

Aangetroffen geld bij [B]
21.In de woning van [B] werden ook pakketten met geld aangetroffen. Hierover is het volgende gerelateerd:

“Op dinsdag 23 juni 2015 was ik, verbalisant [verbalisant 1], belast met de doorzoeking van het perceel [adres 2] te [plaats in Aruba]. Dit betreft de woning van de verdachte [B].

Tijdens de doorzoeking werd de zolder doorzocht. Het luik dat toegang geeft tot de zolder bevindt zich in de woonkamer, in een nis die toegang geeft tot de slaapkamerdeur van ruimte alwaar verdachte [B] sliep.
Tussen de zoldervloer en het plafond werden verschillende pakketten, plastic tassen en sportsokken gevuld met sieraden aangetroffen. Hierbij zakte een van de opsporingsambtenaren door het plafond waardoor er verschillende plastic tasjes
naar beneden vielen. Deze kwamen terecht in de slaapkamer van [B]. Nadat deze plastic zakken gevuld met contant geld in verschillende valuta werden
aangetroffen, werd er verder gezocht tussen het plafond en de zoldervloer. Er werd op twee plaatsen geld aangetroffen. Als eerste bleek dat er op de plaats waar het plafond naar beneden kwam, er 2 pakketten met geld (euro’s) in bruin papier verpakt lagen. Naast deze papieren pakketten gevuld met eurobiljetten werden er ook in plastic vacuüm
verpakte euro biljetten aangetroffen. Deze lagen op een andere plaats. Bij de opgang van de zoldertrap bleek er een plank los te zitten. Bij het weghalen van de plank werden de vacuüm verpakte geldpakketten zichtbaar.” [29]
22.In totaal ging het om 380.200 euro, 10.000 Arubaanse guldens, 4.610 Canadese dollars en 6.300 Amerikaanse dollars. Dat blijkt uit het volgende proces-verbaal:

“Op dinsdag 23 juni 2015 werd het in beslag genomen geld geteld wat op de zolder van de [adres 2] werd aangetroffen. Nadat het geld was geteld, bleek het te gaan om onderstaande coupures en hoeveelheden.

Valuta
Biljet
Aantal
Bedrag
Euro
500
78
39.000,--
200
7
1.400,--
100
995
99.500,--
50
4558
227.900,--
20
277
5.540,--
10
686
6.860,--
Arubaanse guldens
100
100
10.000,--
Canadese dollars
100
5
500,--
50
81
4.050,--
20
2
40,--
10
1
10,--
5
2
10,--
Amerikaanse dollars
100
57
5.700,--
20
30
600,--
Bij deze telling bleken er bij verschillende geldbundels kleine afgescheurde papiertjes te zitten waarop een bedrag of een aantal geschreven staat. Deze papiertjes heb ik veiliggesteld, gefotografeerd en hieronder beschreven.
  • Verschillende afgescheurde briefjes (ruitjespapier) waarop getallen zijn geschreven (zoals 4.000, 20.000 en 50.000). Op de achterzijde staat een telefoonnummer 06-50297185, een faxnummer:013-5710176 en de website [website bedrijf 4]. [bedrijf 4] is een bedrijf gevestigd in Tilburg op [adres 3] te Tilburg.
  • Afgescheurd stuk bruin pakpapier met daarop geschreven €3800 50 en iets wat niet te lezen valt.” [30]
23.Bij een doorzoeking van het bedrijf [bedrijf 1] in Roermond werd in een kantoorruimte een ordner aangetroffen, met daarin een handgeschreven notitie over onder andere “kiprollade voor [A]” met de datum “2-12-2014” op ruitjespapier van [bedrijf 4] te Tilburg. Ook op andere plaatsen in het bedrijf werden notities op dit ruitjespapier aangetroffen. [31]

Aangetroffen geld bij de broer en zus van [A]
24.Tijdens doorzoekingen van het bedrijfspand van [broer verdachte] (broer van [A]) en de woning van [zus verdachte] (zus van [A]), zijn contante geldbedragen aangetroffen van € 493.100 en € 157.550 (totaal € 650.650) voornamelijk in coupures van 10, 20 en 50 eurobiljetten. [32]
25.broer verdachte A] heeft op 7 juli 2015 het volgende tegenover de politie verklaard:

“Mij wordt voorgehouden dat mijn bedrijfspand op het adres [adres 5] te Roermond is doorzocht en dat ik bij het binnentreden heb ontkend dat er wapens, drugs of grote contante geldbedragen in het pand aanwezig waren. Ik heb nee gezegd, omdat ik mijn broer wilde beschermen. Ik wist dat er contant geld aanwezig was. Het geld was verpakt in plastic folie.

Mij wordt voorgehouden dat een contant geldbedrag van € 493.100 is aangetroffen in een koelbox in mijn pand. Mij wordt gevraagd wie wisten dat het daar lag. Alleen mijn zus [zus verdachte A] en ik.
Mij wordt gevraagd hoe ik in het bezit ben gekomen van dit geld. [A] heeft het mij overhandigd. Dat was ergens rond november 2014, bij mij in het bedrijfspand aan de [adres 5] in Roermond. Alleen [A] en ik waren daarbij aanwezig.
Het geld zat verpakt in plastic folie waar papier omheen zat. Ik heb het toen in die kunststof koelbox gestopt en boven in de stelling neergezet. [A] heeft een stuk of vier, vijf, pakketten gepakt. Hoeveel geld dat was, weet ik niet. [A] heeft van die vier of vijf pakketten er enkele naar mijn zus [zus verdachte A] gebracht.
Mij wordt voorgehouden dat in de koelbox een zestal pakketten met geld zijn aangetroffen. Mij wordt verder voorgehouden dat om een pakket een stuk papier zat met daarop handgeschreven een aantal getallen, waaronder “4 – 14000,-”, “5 – 70000,-”, “7 – 70000,-”, “8 – 75000,-”, “9 – 115000,-” en “10 – 5.000,-”. Ja, dat is mijn handschrift. Op die pakketten, op het bruine papier, staan één- of tweecijferige getallen. [A] heeft mij gezegd wat die getallen betekenen. Of met andere woorden hoeveel geld erin zit. Ik heb dat op een stuk wit papier geschreven en dat papier heb ik los in de koelbox gestopt. Ik denk dat ik die aantekeningen 7 of 8 weken geladen heb gemaakt.
Ik heb dat gedaan, omdat [A] wilde weten hoeveel hij eigenlijk had. Hij heeft dat aan mij gevraagd.
Mij wordt voorgehouden dat in de koelbox nog een pakket was omwikkeld met een stuk papier. Mij wordt voorgehouden dat daarop de volgende handgeschreven tekst stond: “AS 1 – 80000,-” en “AS 3 – 80000,-”. Dat betekende dat de pakketten met de nummers 1 en 3 bij mijn zus [zus verdachte A] lagen. Het is mijn handschrift. Ook die aantekeningen zijn 6 of 7 weken geleden gemaakt. Mij wordt voorgehouden dat in de woning van mijn zus [zus verdachte A] aan [adres 4] te Roermond onder meer een geseald pakket is aangetroffen met daarop het cijfer “3”, waarin een contant geldbedrag is aangetroffen. Volgens mijn aantekeningen zou er 80.000 euro in dat pakket moeten zitten. Althans dat had [A] aan mij telefonisch doorgegeven.
Mij wordt voorgehouden dat uit een opgenomen gesprek tussen [A] en mij van 24 januari 2015 blijkt dat ik aan [A] heb doorgegeven dat 1 briefje van 500 kapot is en dat jij daaraan niets kon doen. Mij wordt gevraagd of dat betrekking heeft op het bankbiljet van 500 euro dat in een piepschuim doos is aangetroffen. Ja, dat klopt. Ik had namelijk 1 pakket opengemaakt om te kijken wat erin zat. Toen is er één briefje kapot gegaan.” [33]
26.zus verdachte A] heeft diezelfde dag het volgende tegenover de politie verklaard:
“Mij wordt voorgehouden dat tijdens de doorzoeking van mijn woning op 23 juni 2015 geld is aangetroffen. Mij wordt gevraagd wat ik daarover kan vertellen. Mijn broer is vorig jaar in oktober, 2014, op vakantie geweest en toen heeft mij gevraagd of ik een pakketje voor hem wilde bewaren. Met mijn broer bedoel ik mijn broer [A]. Het pakketje was een kartonnen doos en er zaten twee pakketjes in en die heb ik naar boven verplaatst. De pakketjes waren ingepakt en er zat plakband omheen.
Ik kon er niet doorheen kijken. Ik heb het op de zolder verstopt. [A] heeft gezegd dat er geld in zat en verder heb ik niks gevraagd.
Een pakketje was open toen ik het kreeg. Er zat een scheur in. Ik heb er een keer iets uitgehaald omdat ik iets moest betalen. [A] is bezig met een casinospel, samen met vier mensen. En hij had mij toen gevraagd om opvangbakken te bestellen. Dat heb ik gedaan. Ik heb dat zelf per bank betaald en dat geld (contant) heb ik toen uit dat pakketje gehaald. Dat was 2300 euro. En omdat de kinderen geslaagd waren, mocht ik geld uit het pakketje halen voor de kinderen. En ik had nog iets voor hem betaald, voor de kok uit Aruba. Dat heb ik allemaal eerst zelf betaald en dat heb ik toen teruggehaald uit dat pakketje. Dat wat in de wasmand lag, is dus mijn eigen geld. Ik denk dat het ongeveer 3500 euro was wat in de wasmand lag.
Mij wordt voorgehouden dat er bij mij in totaal een bedrag van 157.550,-- euro is aangetroffen. Nu je zegt dat het zoveel is, vind ik dat ook heel akelig. Ik heb een keer 2300 euro en de tweede keer ook 2300 euro voor die bakken betaald en een keer 1500 euro voor die kok en het geld voor mijn dochters, dat ik uit dat ene pakketje heb gehaald.” [34]
27In de woning van [A] werd niet alleen de eerder genoemde iPhone 5 aangetroffen, maar ook een iPhone 4. Op deze iPhone 4 zijn twee foto’s aangetroffen waarop twee notities met getallen zijn afgebeeld. Op de foto’s is te zien dat de ene notitie is gemaakt op 11 oktober 2014 en de andere op 19 oktober 2014. Op de iPhone 5 is een WhatsApp-gesprek aangetroffen met [broer verdachte A], waarin deze diezelfde twee foto’s en een derde foto van een notitie heeft doorgestuurd. Op de foto’s is de volgende getallenreeks te zien:
1 = 80
2 = 90
3 = 80
4 = 140
5 = 70
6 = 100
7 = 70
8 = 75
9 = 115
10 = 50
11 = 75
12 = 85
13 = 60. [35]

Geldoverdracht op verzoek van [A]
28.broer verdachte A] heeft op verzoek van zijn broer ook geld weggebracht en overgedragen aan een Chinese man. Hij heeft hierover het volgende verklaard:
“Mij wordt gevraagd of ik wel eens geld of andere goederen in opdracht van [A] heb weggebracht of ergens heb moeten afgeven. Ja, geld. Ik had een telefoonnummer van iemand. Mij wordt gevraagd hoe vaak dat is gebeurd. Ik denk een keer of vier, vijf. Dat was in de periode nadat [A] het geld bij mij had gedeponeerd. Het was steeds dezelfde man, een lange Chinees. Zijn nummer staat in mijn telefoon onder de naam “R niet goed”. En dat was omdat ik daar ook geen goed gevoel bij had.
[A] vroeg mij dan om geld weg te brengen en zei mij waar ik naartoe moest rijden. Daarna werd ik door die Chinees gebeld. Van [A] kreeg ik een nummer van een pakketje door. Ik denk dat het tussen de 50 en 80 duizend euro was. Dat was het geld dat in de pakketjes van [A] zat.
Mij wordt voorgehouden dat uit tapgesprekken blijkt dat ik op 6 mei 2015 op verzoek van [A] bij het Mercure Hotel op Schiphol aan iemand iets heb gegeven. Dat was een pakje geld. Ik weet niet hoeveel geld het was. Ik schat 50 duizend euro. Het nummer dat op het pakje stond, weet ik niet meer. Op verzoek van [A] ben ik met het pakketje naar Schiphol gereden. Ik heb de auto op “kort parkeren” gezet bij de vertrekhal. De Chinees aan wie ik het pakketje af moest geven, stuurde mij een foto van de plek waar hij stond. Dat was de vertrekhal 1 of 2. Ik ben daar naartoe gegaan en heb hem het pakketje gegeven.
Mij wordt voorgehouden dat uit een tapgesprek van 7 mei 2015 blijkt dat [A] en ik het hadden over de keren dat ik geld had weggebracht voor [A], waarbij wordt gesproken over onder meer over Harderwijk, Den Bosch en de eerste keer toen [A] naar het vliegveld was gegaan. In Harderwijk heb ik denk ik rond de 8.000 euro afgegeven. Dat was voor dakpannen die naar Aruba zijn gegaan. Mijn neef heeft dat toen voor mij weggebracht. Ik heb dat geld toen in een kistje wijn gedaan en hij heeft dat zo weggebracht. Ik heb dat geld uit de koelbox gehaald, waar het geld van [A] in zat.
In Den Bosch zal het bij [benzinestation] geweest zijn. Ik heb daar een met papier omwikkeld pakketje geld afgegeven. Ik heb het op verzoek van [A] aan de Chinese man gegeven. [A] heeft mij toen gebeld. Ik heb het pakketje gepakt en ben naar [benzinestation] gereden. Ik heb telefonisch contact gehad met die Chinese man en ik heb hem ontmoet op die parkeerplaats. Ik heb het pakketje aan hem afgegeven. Dat was het geld van [A].
De eerste keer toen [A] naar het vliegveld was gegaan, was ’s ochtends om 8 uur toen ik [A] naar Schiphol bracht. [A] zou toen eigenlijk geld aan die Chinese man geven. Maar toen bleek dat die Chinese man pas om 8 uur ’s avonds zou komen. [A] is toen op het vliegtuig gestapt en ik heb toen het geld van [A] overgenomen. Dat heb ik de volgende dag bij [benzinestation] aan die Chinese man afgegeven.” [36]
29.broer verdachte A] heeft op verzoek van zijn broer ook een keer geld weggebracht en afgegeven aan een man met een Antilliaans uiterlijk, die hij aan de hand van een foto herkent als zijnde [M]. Zijn verklaring hierover houdt het volgende in:
“Er schiet mij nu te binnen dat er ook een man uit Den Bosch was. Ik kreeg van [A] het verzoek om een pakket met geld aan deze man te geven. Ik weet niet hoeveel. [A] gaf mij het nummer van het geldpakket door. Ik heb deze man gebeld en een afspraak met hem gemaakt.
[A] had voorgesteld om de overdracht in Roermond te laten plaatsvinden. Het was vlak voor de kerst en dan heb ik het druk, en dan ga ik niet ver weg. De overdracht heeft bij het station in Roermond plaatsgevonden. De man zat in een horecagelegenheid vlakbij het station. De man zat alleen aan een tafel en had gezegd dat hij aan het raam zou zitten. Aldaar trof ik een onbekende man. De man had een getinte huidskleur, naar ik meen een Antilliaans uiterlijk. De man sprak met een Antilliaans accent. Mij wordt een foto van een persoon getoond (opmerking verbalisant: het betreft een foto van [M]). Volgens mij is dit de man aan wie ik het pakket met geld in Roermond heb overhandigd. Ik herken hem aan zijn Antilliaanse uiterlijk.” [37]
30.Deze [M] heet voluit [M]. Hij heeft onder meer de volgende verklaringen afgelegd:
“Mijn roepnaam is [M]. Ik word ook [bijnaam M] genoemd.
Mijn vriend, genaamd [B], is in Aruba aangehouden. Ik noem hem [bijnaam B]. Ik ken hem al heel lang.” [38]
“Mij wordt voorgehouden dat mijn woning is doorzocht en dat daarbij onder meer een agenda in beslag is genomen. Mij wordt voorgehouden dat in die agenda op 15 april 2015 het volgende is genoteerd: “12.00 koffie D/[bijnaam K]”. Mij wordt een afschrift van deze pagina getoond. Ik herken de bladzijde als een kopie van mijn agenda. Ik heb dat opgeschreven. Het betekent dat ik koffie ging drinken met [bijnaam K]. Dat is [K], een vriendin van [bijnaam B].
Ik denk zo’n vier keer dat ik met [K] in een open winkelcentrum koffie gedronken heb.” [39]
“Mij wordt voorgehouden dat uit mijn telefoongegevens blijkt dat [broer verdachte A] mij op 23 december 2014 heeft gebeld. Mij wordt voorgehouden dat [broer verdachte A] heeft verklaard dat hij met mij een afspraak heeft gemaakt op het station in Roermond. Ja, dat klopt. Hij heeft zijn naam niet genoemd. We hebben afgesproken in Roermond en hij heeft mij een pak geld gegeven. Het was een korte ontmoeting. Volgens mij was het 40.000 euro. Ik heb dat later thuis geteld.
[bijnaam B] heeft mij gebeld en gezegd dat iemand mij zou bellen. Het zal kort voor die 23e zijn geweest. Deze man en ik hebben elkaar ontmoet in een café aan de overkant van het station. Volgens mij ben ik aan een tafel gaan zitten bij het raam.
[B] heeft me gevraagd om dat te doen.” [40]
“Misschien word ik ‘de koffiedrinker’ genoemd, omdat ik een paar keer met [K] heb afgesproken om koffie te drinken.
[B] was in Nederland en vroeg mij om geld op te halen en naar Roermond te brengen. Dat was ergens in 2014. Ik heb meerdere keren voor [bijnaam B] geld opgehaald en naar Roermond gebracht. [bijnaam B] heeft mijn telefoonnummer aan iemand gegeven die mij opgebeld heeft en een afspraak met mij maakte.
Ik moest naar Amsterdam om daar iemand te ontmoeten. [bijnaam B] had mij 1.000 euro gegeven om een auto te huren. Ik heb die auto gehuurd bij een autobedrijf Schuurman in Vught. Ik heb die auto steeds op eigen naam gehuurd. Op de afgesproken plaats heb ik gewacht. In het begin was [bijnaam B] er ook bij. Hij is denk ik 2 keer mee geweest. Daarna ging hij naar Aruba. Op de afgesproken plek kwam 1 persoon. Hij nam onze huurauto mee. Ik heb ik een café gewacht. Die man kwam terug met mijn huurauto en ik kreeg de auto terug. En toen lag er geld in de auto. Bij die keren heb ik twee verschillende personen die op de afgesproken plek ontmoet. Eén persoon was een Spaanssprekende man. De ander
was een blanke Nederlander die goed Nederlands sprak. In ieder geval kreeg ik daar geld. Het zat in sporttassen en koffers. Die lagen in de kofferbak. Soms ook in stevige nylon boodschappentassen van Nederlandse supermarkten. Het geld was op verschillende manieren verpakt en soms ook alleen pakjes geld met een elastiek erom Soms zat er op het pakketje geld een papiertje met een getal erop. Dat papiertje zat tussen het elastiek gestoken. Dezelfde dag toen ik het geld kreeg in Amsterdam, ben ik naar Roermond gereden. De keren dat [bijnaam B] erbij was, is hij ook mee naar Roermond gegaan.
Ik had daar bij het winkelcentrum [naam winkelcentrum] met [K] afgesproken en zij heeft het geld daar in ontvangst genomen. Steeds als ik geld naar Roermond gebracht heb, was ik met de huurauto. [K] heb ik leren kennen via [bijnaam B].” [41]
“Mij wordt voorgehouden dat de politie bij autoverhuurbedrijf [bedrijf 5] in Vught gegevens heeft opgehaald, namelijk tien facturen voor verhuur in de periode van 5 april 2014 tot en met 23 december 2014. Ik ben twee keer met [bijnaam B] geweest, zoals ik al heb verklaard. Ik denk dat ik in 2014 zes of zeven keer geld vervoerd heb. De eerste keer dat ik dat alleen deed, zei de jongen dat het 200.000 was.” [42]

Tapgesprekken

31.Op 23 februari 2015 hebben [A] en [D] het volgende gesprek:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
3805
(Kamarina)
23 februari 2015
09:14:55 uur
[D]
([telefoonnummer D])
[A]
([telefoonnummer verdachte])
Inhoud
[A]: Dat is de 25e. Ik dacht dat die een week uitgesteld was, maar nee, laat um maar gaan want binnen een week krijg dat “grei” toch niet door.
[D]: Nee, woensdag of donderdag wordt het geladen.
[A]: Maar (stuk onverstaanbaar) niks extras erin of wel.
[D]: Nee, nee, want dat hou ik vast.
[A]: Ja, of ik moet, eh ja hou het maar vast ja.
[D]: Ja weet je, dat is beter he.
[A]: Ja, niks mee, niks mee sturen.
Ja, en wat wou ik zeggen, die ene heeft die een bericht terug gestuurd.
[D]: E, jawel, er is een afspraak morgen, om een kop koffie te drinken.
[A]: Hij gaat een kop koffie drinken met [K], of eh?
[D]: Ja ja.
[A]: Of met die andere mensen?
[D]: Nee, nee. Een beetje bijpraten en zoiets.
[A]: Oh, maar niet om geluk wat te doen.
[D]: Nee. nee, ja dat weet ik niet (een stuk onverstaanbaar) weet.
Woensdag weet je neer he.
[A]: Ja, want ik had uh, ik had al eens tegen die, tegen die dinges gezegd, tegen die uh dochter heb ik gezegd, dat je dat nummer belt (stuk onverstaanbaar) die persoon belt, maar dat deed die ook niet, want dan kan je zien waar vanaf je belt, natuurlijk
Dus ik vind het een klein beetje, ik weet het niet, ik hoop dat ik verkeerd zit hoor, maar ik vind het een klein beetje raar wel, ik
vertrouw het niet helemaal, maar ja (stuk onverstaanbaar) dat weet je he.
[D]: Ja, ja, maar ja, je weet wat ik hier heb he.
[A]: Ja daarom, dat is ook zo ja, maar uh, kijk het kan goed zijn dat, als ze nu straks terugkomen, dat hij dan zegt stuur dat maar open dan kijken we dan verder, ja dan is het wel afgelopen he.
[D]: Ja ja. Moet je wel zeggen, jongens is dat wel de moeite.
[A]: ja, maar ja, dan zeg ik wel luister je moet wel niet vergeten dat we overal vanaf weten, toch.
[D]: Ik vraag me af, uh, ja er is van alles gebeurd hier (een stuk onverstaanbaar).
[A]: Ja, dat heb ik ook in hot nieuws gezien overal ja, dus eh, dat kun er ook allemaal mee te maken hebben natuurlijk he.
Het mooie is, bij ons is het nog altijd netjes en perfect gelopen toch.
[D]:Dat dacht ik ook, dan zal liet misschien, zal het toch teveel zijn.
[A]: Wat, wat wij krijgen (verdienen).
[D]: Ja.
[A]: Ja, hij is al de hele tijd aan het zeuren over dat half procentje van jou en dat half procentje van mij extra.
[D]: Uhm
[A]: En dan zeg ik, luister, als ze kunnen garanderen, dat uh, dat (stuk onverstaanbaar) komt wat beloofd werd, dan heb ik daar nog niet zoveel moeite mee, ook niet, snap je. Maar ze moeten niet eh, gaan pakken en dan maar met kleine beetjes gaan doen.
[D]: Ze doen, ze doen godverdomme niks he.
[A]: Nee, maar daarom als eh, want die ene heeft het vaker aan mij gevraagd, en die lange zal wel hij jou komen en die zal wel aan jou gaan vragen, die [bijnaam C], en dan moet je gewoon tegen hem zeggen luister dat willen we wel doen maar daar moet wel een garantie van zoveel aan zitten, klaar. [43]

32.De dag erop voeren zij het hierna weergegeven gesprek:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
3952
(Kamarina)
24 februari 2015
15:44:36 uur
[D]
([telefoonnummer D])
[A]
([telefoonnummer verdachte])
Inhoud
[D]: Het meisje heeft contact gezocht met die andere man. En die hebben vandaag koffie gedronken. Het zit allemaal goed want hij wist ook dat het heel druk ging worden.
[A]: Dus hij weet hetzelfde als wij eigenlijk want hij heeft dat ook van horen zeggen.
[D]: Ja, en die man, die ene, die heeft gezegd “je moet niet met de telefoon werken”. Deze man wist ook te zeggen dat onze flapdrol een echte flapdrol is, want dat ze hem vaker aan de ketting moeten leggen voor zijn uitgaves.
[A]: Ja maar ja, deze man is ook een flapdrol hé, hij komt wel serieus over, maar alsjeblieft niet tegen [K] zeggen wat die allemaal krijgt.
[D]: Ja ik weet niet wat die krijgt.
[A]: Nog meer als [K].
[D]: Nee, je bedoelt die vandaag koffie is komen drinken?
[A]: Ja ja ja, want die moest voor de Kerst nog een dinges hebben van uh. een cadeautje van 40 rooitjes.
[D]: Dat meen je niet.
[A]: Dat eist hijzelf hè. Ja want die heeft dinges aan mij gegeven en dat heeft hij bij [broer verdachte A] opgehaald toen.
[D]: Je bedoelt de Arubaanse flapdrol.
[A]: Die in Nederland zit.
[D]: Oh, de chauffeur.
[A]: Die ja. Die eist met de Kerst dat hij een extra cadeautje krijgt van 40, terwijl hij gewoon voor zijn werk ook nog eens dik betaald krijgt he. Daarom, die moet niet teveel met [K] praten.
[D]: Nee nee.
[A]: Want dan wil die ook eh dinges hebben.
[D]: Nee, zo te horen heb ik niks gehoord wat dat betreft. Ze/hij (onverstaanbaar) had alleen gevraagd wanneer, omdat ze geen tijd hebben.
[A]: Maar hij denkt dus ook dat het binnenkort gaat gebeuren.
[D]: Ja, ja.
[A]: Oh, is hij zelf naar Roermond gekomen?
[D]: Ehm, volgens mij wel ja hier, weet je wel, de [winkelcentrum], daar gaan ze koffiedrinken.
[A]: Ja ik hoop het wel maar, het moet toch weer eens beginnen. [44]

33.Op 6 maart 2015 wordt het volgende gesprek gevoerd:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
5186
(Kamarina)
6 maart 2015
08:43:23 uur
[D]
([telefoonnummer D])
[A]
([telefoonnummer verdachte])
Inhoud
[D]: Heb je nog wat gehoord?
[A]: Nee, nog niet, jawel, hij gaat er zondag naar toe
[D]: Ja ja zondag ja, maar hij is er al 3 keer geweest
[A]: Hij had hem (3e persoon) aan de telefoon gehad, hij had inderdaad wat tegenslag gehad zegt hij, maar de motor begint te draaien.
[D]: Had hij tegenslag gehad?
[A]: Ja, de grote baas. Een paar mannen hadden nog geld vastgehouden. Maar dat zou nu allemaal vrijkomen heeft hij gezegd.
[D]: Ja, het moet gaan draaien want alles heb ik al ondergebracht. Ik heb eigenlijk niet veel meer.
[A]: Ik heb daar ook nog iets liggen denk ik, bij jou of niet.
[D]: Ja ja. 1 2.
[A]: Dat ligt daar goed bij jou.
[D]: 1 2. Je weet wat ik bedoel he.
[A]: Ja.
[D]: Eh 3 x 4.
[A]: Ja, maar wat wil zeggen (stuk onverstaanbaar) in gaan zitten.
[D]: En die 2 ook, die 2 ook, en hetzelfde ligt er naast.
[A]: Wat hetzelfde lig ernaast? Oh ja, van die jongens ja ja ja.
[D]: En daar heb ik 2 6 4 liggen.
[A]: Heb je dat al ingepakt?
[D]: Ja, kant en klaar. [45]

34.Op 19 maart 2015 volgt het volgende gesprek:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
159
19 maart 2015
15:49:37 uur
[D]
([telefoonnummer D])
[A]
([telefoonnummer verdachte])
Inhoud
[D]: Onze vriend heeft zich gemeld dat hij volgende week, ja het is t praatje dat hij volgende week komt koffiedrinken.
[A]: Ja, dat is goed ja dat had ik ook verwacht ja.
[D]: He ja ja maar dan moeten we dan even haast maken, he.
[A]: Ja precies. Zolang zonder salaris is ook niks he.
(beiden lachen). [46]

35.Op 23 maart 2015 vindt opnieuw een gesprek plaats:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
469
23 maart 2015
05:28:54 uur
[D]
([telefoonnummer D])
[A]
([telefoonnummer verdachte])
Inhoud
[D]: Wacht even ik wil je even ehmm. Ik heb gisteren iets gecontroleerd met tellingen, met tellingen als je mij begrijpt
[A]: Ja.
[D]: Maar dat ding werkt perfect. Het gooit het meteen eruit als er iets niet klopt.
[A]: Oh ja.
[D]: Ja heb ik gisterenavond nog eens geprobeerd omdat ik er één had he? Maar dan ben ik toch bang voor de volgende, als je dat niet meldt dan, die hebben dat geprobeerd he, ik weet niet wat er nu
in zit maar ik wil wel alles controleren of niet....
[A]: ja weet je wat het is, één ertussen, één had je er, he?
[D]: Ja ja, maar maar dat is misschien een test.
[A]: Ja, maar dan duwen ze er toch niet één tussen op zo’n groot bedrag. Het kan natuurlijk wel. Ik heb het wel doorgeven hier aan dingus he, aan [bijnaam B] hier.
[D]: Ja, want het was er niet één, het waren er 20 ook 3.
[A]: Ja dat is toch wel veel. En het machine gooit het er zo uit?
[D]: ja, ja hij stopt
[A]: Oh dat is mooi. Zeg wat ik zeggen wil, die container is natuurlijk gepland voor 1 april, he.
[D]: Ja, dat was op tijd binnen dat spul.
[A]: Is dat al binnen dat spul?
[D]: Nee, dat komt [I] ([D] vraagt aan een 3e persoon:) Wanneer komt dat spul binnen, kip? 31e ... 30e.
De 1e zou de container gaan.
[A]: Wil je dan de 1e verschepen of wil je nog een weekje wachten?
[D]: Weet je wat het is, als ik het binnen heb, dan wil ik dat liever alles meteen weg is.
[A]: Dat snap ik ja
[D]: Als ik het deze week allemaal geregeld heb, het weekend zeg maar dan kan het de 1e weg, he. Hoeveel weken zitten daar nog tussen? één?
[A]: Ja, dat is volgende week ,vandaag is de 23e.
[D]: Ja, dat is de volgende week dinsdag.
[A]: ja daarom, het is snel he.
[D]: Ja, ik krijg dat wel klaar, dan moet hij wel komen, he.
[A]: Dat weet ik , dat is het m net, want die ene blijft zeggen alles is goed, alles is mooi, alles is prachtig zegt hij, maar er komt niks.
[D]: Maar nu zijn wij helemaal klaar
Leg dat voorstel, voor de 1e nog eens voor, ja?
[A]: Ik zal dat nog eens even in de groep gaan gooien hier
Zeg wat wilde ik zeggen, als je nu straks weer ielt gaat maken, ik moet één doos van 73 kilo kip bedoel?
[D]: Ja ja jajajaja, nee, is goed.
[A]: 73 kilo.
[D]: Ja. [47]

36.[D] heeft over dit gesprek het volgende verklaard:

“Mij wordt gevraagd hoe het ging met het valse geld. Ik had zo een blokje geteld. Ik wou dat ding, die geldtelmachine, getest hebben. En zo had ik een briefje van 50 gevonden die vals was. De machine stopt als er een vals biljet tussen zit Ik had nog nooit een vals biljet gezien.
Mij wordt voorgehouden dat ik bang was dat er meer vals geld tussen zat. Ik heb toen nog wat meer door de machine gegooid. Dat waren alleen een paar pakjes. Ik had die 5-jes erdoor geduwd. Tien, twintig en vijftig. Ik heb twee briefjes van 20 en ik heb er een van 50 vals uitgehaald. Dat moet dus tekort zijn op het totaal.
[A] heeft doorgegeven aan [bijnaam B] dat ze vals waren. Mij wordt voorgehouden dat [A] het in de groep zou gooien. Ja, of [A] het wilde bespreken met [bijnaam B] en [bijnaam C].” [48]

37.[D] en [A] hebben op 25 maart 2015 opnieuw telefonisch contact:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
729
25 maart 2015
06:59:35 uur
[D]
([telefoonnummer D])
[A]
([telefoonnummer verdachte])
Inhoud
[D]: Heej, ik heb zojuist gehoord dat die ene morgen komt koffie drinken. Met [K].
[A]: O, maar koffie drinken of koffie brengen?
[D]: Koffie drinken.
[A]: Alleen maar drinken of ook...
[D]: Inclusief
[A]: Hij brengt de koffie mee dan?
[D]: Ja. [49]

38.[D] heeft over dit gesprek het volgende verklaard:

“Als hij koffie komt drinken komt hij geld brengen en als hij alleen komt drinken dan weet je het nog niet, dan zou het ook alleen een gesprek kunnen zijn.
[bijnaam B] heeft het zelf ook een keer gebracht. [bijnaam B] heeft me dat geld bij de [winkelcentrum] gebracht Hij bracht dat geld overdag. Hij kwam met een rood autootje. Hij stapte uit en hij deed het samen met mij, de zakken achter bij mij in de auto. Hij had zijn dochter bij zich, 1 keer. En hij had zijn dochter bij zich ook de volgende keer.
En [K] was samen met die [bijnaam B] de inschrijving gaan doen. Dus de twee keer en misschien meer keer heb ik een ontmoeting gehad met [bijnaam B].
Daar was de dochter ook bij geweest, bij de [winkelcentrum]. Het was dus minimaal twee keer dat ik [bijnaam B] heb ontmoet en de rest ging het via [K].
En de koffiedrinker heb ik niet gezien, maar dat contact heeft [K] gehad. [K] is een paar keer bij mij gekomen met geld en dat had ze dus van de koffiedrinker.
Ik heb ook een keer [bijnaam C] en [bijnaam B] ontmoet bij mij op kantoor.” [50]

39.Op 26 maart 2015 heeft opnieuw een gesprek plaats tussen [D] en [A]:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
889
26 maart 2015
06:11:49 uur
[D]
([telefoonnummer D])
[A]
([telefoonnummer verdachte])
Inhoud
[D]: Eehm, de man had gezegd, hij kan niet, maar ja omdat hij niet kan, ik weet niet wat er is of er is een probleempje of het een en ander, maar als hij niet kan moeten we maar gaan halen.
[A]: Nee maar schijnbaar zou hij alleen maar, gewoon, komen om koffie te drinken. En hij zou geen thermoskan meebrengen. Want ik heb gezegd tegen de man hier, van, ik heb gehoord dat ze koffie gaan drinken. En hij zegt, hij kreeg de opdracht van hem hier. Toen zei hij ik, ga nu gelijk naar de dinges, de baas bellen, zegt hij. En morgenochtend vroeg kom ik gelijk met een antwoord voor je, zei hij.
[D]: Morgen, vandaag.
[A]: Ja. Hij zou gisterenavond langs zo een dinges gaan zo een, om te bellen. En hij zou vandaag (stuk onverstaanbaar) naar mij vanochtend om te zeggen wat die grote baas gezegd heeft. Want die man gaat niet uit zichzelf koffie drinken, zegt hij, die moet altijd van
mij de opdracht krijgen. [51]

40.Op 31 maart 2015 wordt het volgende gesprek gevoerd:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
1373
31 maart 2015
08:36:02 uur
[A]
([telefoonnummer verdachte])
[D]
([telefoonnummer D])
Inhoud
[D]: Morgenvroeg wordt ie geladen hè. Ik was even aan het twijfelen of ik toch wat mee zou sturen, maar niet doen hè.
[A]: Nee, nee.
[D]: Okay, de volgende week.
[A]: Ik denk over 14 dagen.
[D]: Ja, ja, en daarna, als die weg is, dan kom ik.
Ik moet iets doen, want anders wordt het mij te lastig, maar jij moet ook even kijken of je iets kunt doen mettuh, met [bedrijf 3]
[A]: Ja ja
[D]: Ik moet me even gaan indekken dat ik wat voorraad heb want anders kom ik vast te zitten.
[A]: Ja, nee, daar ga ik aan werken
[D]: Het komt altijd ongelegen he, zoiets.
[A]: Nee, daar ga ik aan werken, en zo niet, de volgende keer als je stuurt dan stuur maar wat mee, dan geef ik hun dat en dan reken ik hier met die af.
[D]: Nee, mijn vraag was even, zal ik wat doen of zal ik niks doen, maar dan wachten we maar.
[A]: Nee, wacht maar, wacht maar, ZIJ (derde partij) moeten eerst wat doen, niks meesturen nu, want anders dan is alles weg, snap je.
[D]: Ja ja. En wanneer zullen, zullen ze.
[A]: Ja volgens DINGES deze week natuurlijk hè. Toen ik je de laatste keer gesproken heb was het 10 dagen geleden hè. Toen was het
“OVER 10 DAGEN” en dat is afgelopen week geweest dus eh.
[D]: Dus eh... het zal deze week, ja oké. Ik bel je wel als er iets loos is.
[A]: Laat me weten.
[D]: Oké, dus morgen wordt geladen. Ze zijn nu aan het lossen. Hij is net binnen, 10 minuten geleden. Ik ga nu onder kijken.
[A]: Ik ga dadelijk [bedrijf 3] even duwen. [52]

41.Op 6 april 2015 volgt het volgende gesprek:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
2031
6 april 2015
13:31:57 uur
[D]
([telefoonnummer D])
[A]
([telefoonnummer verdachte])
Inhoud
[D]: Ik heb nog niks gehoord he.
[A]: Nee, gisteren zijn ze even bij mij geweest enneh die ene die [bijnaam C] was er ook bij, die zegt woensdag ga ik naar huis en dan gaan we aan het werk
[D]: Ja.
[A]: Dus eeh, dat is goed. [53]
42.Op 22 april 2015 heeft [A] aan [D] laten weten dat “[bijnaam C]” de zondag ervoor (Hof: zondag 19 april 2015) naar huis is gegaan:
Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
3980
22 april 2015
13:49:04 uur
[D]
([telefoonnummer D])
[A]
([telefoonnummer verdachte])
Inhoud
[D]: Heb je nog iets van die jongens gehoord, dat ik van mijn werken af kom, ik haat dat werk.
[A]: Die ene is ehmm
[D]: Is een naar huis?
[A]: Die is zondag weer terug gegaan naar dinges, naar waar die woont en dan deze week komt hij jouw kant uit.
[D]: O, die [bijnaam C].
[A]: Ja ja.
[D]: Oké, dat is beter.
[A]: Ja. Ik heb ook al aantallen en alles, dus dat is wel goed hoor.
[D]: Hmm, ik ben het zat aan het worden dat dag en nacht werken, godverdomme nog.
[A]: Ja allicht. Maar als dat nu gaat zoals beloofd [D], dan ehhm, dan hebben we eind van het jaar toch iets goeds bijeen. [54]
43.C] is op 19 april 2015 naar Valencia, in Venezuela gereisd. [55]

44.Op 24 april 2015 wordt het volgende gesprek gevoerd:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
4145
24 april 2015
10:29:59 uur
[D]
([telefoonnummer D])
[A]
([telefoonnummer verdachte])
Inhoud
[A]: (stuk onverstaanbaar) nou maar zorgen dat die vriend van [K] snel jouw kant op komt.
[D]: Jajaja. Ik zal kijken dat ik zo snel mogelijk die kant op kom.
[A]: En hij brengt elke keer 4 ton kip hebben ze gezegd nu.
[D]: O ja?
[A]: Hij brengt elke keer 4 ton en als hij 3 keer gebracht heeft mag je laden, je snapt wat ik bedoel hé.
[D]: Jajaja, dus ehh dat zijn er 7.
[A]: Neenee, dat worden er dan 12.
[D]: Ja, maar 4 en 3.
[A]: Neenee, hij brengt elke keer 4 en als hij 3 keer gebracht heeft dan gaan we laden.
[D]: O ja ja, en die 3 dan 2 (stuk onverstaanbaar).
[A]: Die moeten dan de eerste keer nog erbij, dan worden dat a 15 ton, bijna een container vol.
[D]: O ja ja. En in hoeveel tijd denk je dat het gaat gebeuren?
[A]: Ja ja, [D], ze zijn me al weken aan het zeggen het gaat nou gebeuren, maar als het begint, dan gaat het achterelkaar, weet je wel, net als vorig jaar.
[D]: Oké, als die weg is dan kom ik gauw over hè.
[A]: Jazeker, komen, dan vliegen we over een paar dagen ergens anders heen. [56]

45.Op 4 mei 2015 hebben zij het volgende gesprek:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
4991
4 mei 2015
15:19:46 uur
[D]
(onbekend nummer)
[A]
[telefoonnummer verdachte])
Inhoud
[D]: Maar, je moet eens zeggen tegen die jongens dat ik weer naar het buitenland moet dat ik (stuk onverstaanbaar). Want weet je, ehm, ik sta hier te wachten eigenlijk hè.
[A]: Dat heb ik ook gezegd, we zitten te wachten, ten eerste: [D] die moet weg en, en tweede er moet een container weg. Die bestelling wil ik ook wel doordoen, maar ik doe nou geen bestelling door anders dan zet [I] die container klaar voor volgende week en dan we weer eh.
[D]: Nee, nee, doe maar niet, maar wat zeiden ze daarop?
[A]: Ja, het komt goed, het komt goed zeggen zomaar altijd.
[D]: Ja ja, is die ene, is die [bijnaam C] nu onderweg?
[A]: Ehm, die schijnt onderweg te zijn ja. Dat is gezegd dat hij, ja dat hij afgelopen weekend naar jou toe zou gaan.
[D]: Komend weekend?
[A]: Nee, afgelopen weekend had hij moeten reizen eigenlijk.
[D]: Oh, ik heb niks gezien niks gehoord.
[A]: Maar ah, ik zie [B] straks waarschijnlijk en dan zal ik eens even een kopje koffie met hem gaan drinken.
[D]: Ja ja, ik ben benieuwd. Ik wil dat direct afwerken. Weet je, dan staat het ook In de vriezer, maar dan heb ik het klaar
[A]: Precies. En dat andere zit in de diepvries, of niet? Dat andere heb je toch afgewerkt of niet?
[D]: Ja ja natuurlijk, dat zit in de diepvries he. [57]

46.Op 7 mei 2015 is het volgende gesprek gevoerd:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
5296
7 mei 2015
09:27:25 uur
[D]
([telefoonnummer D])
[A]
([telefoonnummer verdachte])
Inhoud
[D]: [B] heeft die nog contact gemaakt?
[A]: Ja, maar hij heeft nog geen nieuws, heeft nog geen nieuws.
[D]: Is die ene, [bijnaam C] wel weg?
[A]: Ja, dat weet hijzelf ook niet, hij zegt ik probeer hem te bellen en krijg hem niet eraan, dus het kan goed zijn dat die weg is.
[D]: Maar krijgt hij de opdracht van de GROTE BAAS?
[A]: Die moet de opdracht van de GROTE BAAS krijgen, jaja.
[D]: Ah, dan kan [B] dat toch niet weten, maar die man hier, die man hier, die wist ook dat [bijnaam C] zou komen.
[A]: Ja, zie dan zien ze toch, dan zijn ze toch aan het voorbereiden. [58]

47.Op 14 mei 2015 vond het volgende gesprek plaats:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
5893
14 mei 2015
08:49:09 uur
[A]
([telefoonnummer verdachte])
[D]
([telefoonnummer D])
Inhoud
[D]: Heej, ik was aan het denken, ik heb nog niks gehoord, ze moeten niet denken dat ik eeuwig wacht want ik moet door.
[A]: Daar bel ik je voor. Die jongens die zijn nu alle twee hier, zaterdag vliegen die naar eh.. naar eh.... PAPA toe. En maandag vliegen ze naar jouw kant.
[D]: Ah zo.
[A]: Ik ben erbij geweest toen ze aan het bellen waren met de grote baas dus ehm.
[D]: Waar wacht dat eigenlijk allemaal op?
[A]: Nee, op ehh.... Ja, het komt van een beetje verder weg de centen, weet je wel waar we het toen een keer over gehad hebben.
[D]: Ja ja ja
[A]: Snap je, en dat is nu geregeld en ze beginnen.. die 3 ton kip die je nu hebt liggen worden aangevuld met 9 ton erbij.
[D]: Ja, maar dat krijg ik niet in 1 weekend weg hé.
[A]: Niet? 9?
[D]: Nee, ja ik zal het proberen, maar ik moet die kerels niet om me heen hebben want dan word ik gestoord (toevoeging verbalisanten: in de zin van gek, geen storing in de zin van onderbreking).
[A]: Nou ja. anders kom ik wel even. [59]

48.Op 19 mei 2015 hebben zij het volgende gesprek:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
6484
19 mei 2015
07:35:57 uur
[A]
([telefoonnummer verdachte])
[D]
([telefoonnummer D])
Inhoud
[D]: Ja ja ja, met de volgende container, maar wanneer gaat die?
[A]: Ja ja, die moet nu want ik moet ook gaan bestellen hoor. Ik moet echt gaan bestellen, want we hebben niks meer hier.
[D]: Huhuhu, gotverdommesse klootzakken als die nu nog niet komt.
[A]: Ja, ze zeggen iedere keer: ja het gaat nu, het gaat nu. Dus eh.
Ze zouden eigenlijk al weg zijn gegaan, maar nu zijn ze nog hier.
[D]: Oh, komen ze deze kant op?
[A]: Ja die, [bijnaam C] gaat die kant op. Die vliegt gelijk naar jou toe. [60]

49.Op 24 mei 2015 is het volgende gesprek gevoerd:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
6781
24 mei 2015
09:30:54 uur
[A]
([telefoonnummer verdachte])
[D]
([telefoonnummer D])
Inhoud
[A]: Heej, die 2 mannen die zijn niet meer hier, dus die zullen wel op weg naar jou zijn.
[D]: Wie heeft dat gezegd, de dochter?
[A]: Ik krijg ze alle twee niet aan de telefoon dus ehm die dochter een bericht gestuurd en dan zeggen ze, ze zijn op reis.
[D]: Ah zo, ja dan weten we genoeg.
Maandag ben ik bij (stuk onverstaanbaar). Ik heb geboekt en al, weet je niet dat dat vorige keer hetzelfde was.
[A]: Ja, ze komen, ze komen van het weekend. Jij moet gewoon gaan, je moet gewoon doen wat je moet doen [D] enneh, we kunnen niet altijd naar rekening blijven houden met die jongens
[D]: Jaja. dan moeten ze maar drie dagen wachten. [61]

50.Op 25 mei 2015 volgt het volgende gesprek tussen [A] en [D]:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
6870
25 mei 2015
12:21:03 uur
[A]
([telefoonnummer verdachte])
[D]
([telefoonnummer D])
Inhoud
[D]: Heej, heb jij iets gehoord van de BOYS?
[A]: Nee, ik eh, ze zijn er niet, zijn dochter zegt ja, ze zijn weg, eerst naar de BUREN en dan naar de DOKTER, de DOKTER dat ben jij dus.
[D]: Ja, ze gaan eerst naar de BUREN hé.
[A]: Ja, dat zei ze gisteren, ze gaan eerst naar de BUREN en dan naar de DOKTER. Even afmelden bij de GROTE BAAS, bij DE CHIRURG en dan naar DE DOKTER.
[D]: mhm, oké, ja dan weet ik genoeg. [62]

51.Op diezelfde dag heeft [A] ook een gesprek met [B]:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
6881
25 mei 2015
13:16:07 uur
[bijnaam B] ([B]) ([telefoonnummer B])
[A]
([telefoonnummer verdachte])
Inhoud
[B]: Hoe staan de zaken?
[A]: Die staan, hangen. Hoe is ie? Ik dacht dat je al naar de dokter was geweest jongen. Wat voor nieuws geef ik aan de dokter?
[B]: Hij is goed, alles is goed, hij is naar de dokter gegaan, alles is goed uitgekomen ze zeiden dat hij drie, drie pitjes heeft, vier, ze maken een andere klaar, dan kunnen 4 pitjes passeren, want hij loopt scheef, dat hij rechtop loopt, begrijp je, hij loopt alsmaar scheef met de drie pitjes, nu gaan we stoppen, we doen een transplantatie van een pitje
[A]: Maar op welke dag gaan ze dat voor hem doen?
[B]: Ik laat je dat weten.
[A]: Ja.
[B]: Ik ga nog later reizen naar, vergadering/vergaderen en morgenochtend kom ik koffie met jou drinken.
[A]: Ja, laat me weten, de man belt mij als een gek en hij moet zijn dingen doen.
[B]: Alles is goed, ik ben zelf hier. Ik zeg jezelf dat ze we zijn gegaan, we vinden dat de jongen heel goede relaties heeft met
de overheid, speciaal met Maduro. Goede relaties, veel om te investeren In de fabriek om dingen hier te doen.
[A]: Heb je nog niets dat ik aan de man kan zeggen?
[B]: Ja ja, alles is daar, alles is daar. [63]

52.Op 4 juni 2015 hebben [A] en [D] het volgende gesprek:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
7914
4 juni 2015
13:26:23 uur
[D]
([telefoonnummer D])
[A]
([telefoonnummer verdachte])
Inhoud
[D]: Heb je nog iets gehoord?
[A]: Ik word helemaal gek van die jongens. Ze waren net weer bij mij, en ja, ze gaan nu weer bellen en weet ik wat allemaal.
[D]: Maar zijn ze er?
[A]: Ja, ze zijn nu weer hier.
[D]: Allebei?
[A]: Ja, ze ze gaan nu bellen en dan laten ze me straks meer weten en ik zeg we moeten verder, we kunnen nergens meer op wachten, we moeten gewoon door.
[D]: Jaja, maar we moeten die container he, we moeten ja een week schuiven.
[A]: Ja, een week schuiven kunnen we nog wel, maar dan moet hij wel weg, want die mensen hebben ook geen spul meer.
[D]: Kunnen zij niet?
[A]: Ja, ik weet het niet of ze ergens een probleem hebben maarre het lijkt me stug dat het in een keer afgelopen is toch?
[D]: Ja, (stille). Waar wachten ze op waarom zeggen ze niet nee we hebben wat te doen?
[A]: Jaja, ik heb gezegd kijk of er op z’n minst iets er bij doen van wat er nu is. Ik bel je wel even terug als ik iets weet. [64]

53.De dag erop hebben zij het volgende gesprek gevoerd:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
7914
5 juni 2015
07:37:29 uur
[A]
([telefoonnummer verdachte])
[D]
([telefoonnummer D])
Inhoud
[D]: Wat ik wil zeggen, over de container. Kan het nog een week wachten?
[A]: Oh luister, gisteren hebben ze tegen me gezegd: laad maar wat er nu ligt, ja? En dan de volgende keer brengt hij wel goede porties.
[D]: Maar waarom kon dit nu niet?
[A]:Ja, ze zitten ergens vast. Ik weet ook niet wat ik ervan moet denken, weet je. Ik eh, van de ene kant denk ik zullen ze (stuk onverstaanbaar) aan de andere kant denk ik (stuk onverstaanbaar) wel ergens op, vastzitten natuurlijk.
[D]: Zal (stukje onverstaanbaar) gepakt zijn of zo?
[A]: Dat zou kunnen. Maar ergens is het wel goed dan kan die container ook weg, snap je.
[D]: Ja, uhm ja. Dan doen we dat dinsdag. Maar dan moet ik alleen nog die, van die jongens, zal ik maar meegeven he.
[A]: Maar wel. Had je er een van 73 voor mij?
[D]: Ja, die moet ik ook nog, ja.
Ik heb bij jou gesnoept, maar dat maakt niet uit, dat heb ik weggestopt, je weet wel waar he, de bank he.
[A]: Ja, dat maakt niet uit, dat is goed.
[D]: Maar ik heb hier nog liggen in de bank.
[A]: Maar 73 heb je nog liggen?
[D]: Jajaja, ik verzamel die wel even.
[A]: Ja.
[D]: 73 en dan moet ik nog 40 klaarmaken voor de grote baas, want ik teveel toen van de vijfjes als je weet wat ik bedoel.
[A]: Ja, heb je het allemaal goed genoteerd? Ja.
[D]: Jajaja, dat is heel gemakkelijk. Je begint bij drie, begin maar te tellen he, dan moet dat kloppen.
[A]: Ja, precies (stuk onverstaanbaar). Jij bent toch hier als dat uitgeladen wordt?
[D]: Ja, ik gaan dat nu klaarmaken en dan gaan we woensdag of dinsdag laden.
[A]: Dat is goed. En laat de (stuk onverstaanbaar) maar bij jou liggen. Dan zeggen we gewoon: ja, dat was het, dat was, je had alles klaarstaan, alleen die zullen we later doen als er meer bijkomt. [65]

54.Op 6 juni 2015 is het volgende gesprek gevoerd:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
8109
6 juni 2015
09:14:55 uur
[A]
([telefoonnummer verdachte])
[D]
([telefoonnummer D])
Inhoud
[D]: Ik ga nu maken ehm 73 en 40 nog dan weet je wat ik bedoel he.
[A]: Waar zijn die 40 van, misten die nog?
[D]: Van onze vriend, die grootste.
[A]: Oh, die misten nog, die 40 dan.
[D]: Ja, die eh, die moest ik nog, en dan heb ik hier nog een doos met 1 2 (spreek uit een twee).
[A]: Van mij – van die jongens.
[D]: Ja. En van jou heb ik dan nog 4 7 (vier zeven) maar die leg ik dan he die leg ik weg.
[A]: Ja, dat komt wel goed, maar eh wat wil je doen met die jongens, is het denk je een goed idee of loopt die gewoon (stuk onverstaanbaar).
[D]: Ja, maar dat maakt me niet uit, maar eh zal ik ze maar ook inpakken.
[A]: Pak ze maar in dan hebben we ze hier. Anders komen ze toch bij mij, komen ze toch bij mij iedere keer lenen.
[D]: Ja, ik moet wel deeg, ander deeg maken, kan ik een klein partijtje maken.
[A]: Hoezo? Heb je geen gruis meer dan?
[D]: Ja, gruis heb ik, zal 50 ton. Dan moet ik veel te veel maken, ik zal, ik tel eens even uit of me dat lukt.
[A]: Dat krijg je vandaag toch wel af of niet?
[D]: Nee, dat doe, dat maak ik maandag, dan komen ze laden (stuk onverstaanbaar). Nee, want ik heb de hele dag liggen te klooien en nou, dan maak ik dat maandagavond, oké, dan weet ik alles ja?
[A]: En dan eh, niet aanstaande vrijdag maar de vrijdag daarna kan die container (stuk onverstaanmaar) weg.
[D]: ok en die 4 7, 4 7 (vier zeven, vier zeven) van jou die bewaar ik wel die heb ik hier eh.
[A]: Ja bewaar, ik hoop dat ze toch nog een keer wat doen dat ik dat erbij kan gooien
[D]: wat verwacht jij?
[A]: Jaah, ik vind het alemaal een beetje, ik vind het een beetje raar allemaal, ik ik, ik weet het niet.
[D]: Waarom zeggen ze niet dat en dat, ok, dan weet je wat.
[A]: Ja, dat zeg ik ook, ik bedoel ze kunnen het gerust zeggen, als het afgelopen is, is het afgelopen snap je maar ik denk, ik heb
een klein beetje het idee omdat ze altijd over die procenten liggen te kutten dat ze misschien met een andere bezig zijn waar zij dan... weet je wel.... waarde rollen omgedraaid zijn.. dat zij krijgen wat wij krijgen snap je. [66]

55.[D] heeft over dit gesprek het volgende verklaard:

“Mij wordt voorgehouden dat ik met [A] over 73 en 40 van de grootste vriend. Ja, ik moest dat geld nog verwerken. Eerder was de deeg op. Toen moest ik nieuwe maken en
dat was lastig. Toen heb ik spullen uit de productie gehaald, kippendijen en dat heb ik erdoor gedaan.” [67]

56.Op 11 juni 2015 hebben [A] en [D] het volgende gesprek gevoerd:

Sessienummer
Tijdstip
Beller
Gebelde
8654
11 juni 2015
12:32:40 uur
[A]
([telefoonnummer verdachte])
[D]
([telefoonnummer D])
Inhoud
[A]: Ho luister, heb j nog een container naar Curaçao.
[D]: Ja, binnenkort.
[A]: Ok, kunnen wij daar hetzelfde werk doen?
[D]: Ja, je bedoelt onze hobby?
[A]: Ja, onze hobby ja
[D]: Sinds wanneer is dat dan?
[A]: Ja! Dat is even, dat wel iemand anders.
Dit gaat nu over eh ja het zelfde wat nu komt (stilte) begrijp je wat ik bedoel.
[D]: Jajajaaja, 3 (drie) kilo is dat he. Nee 3 (drie) ton.
[A]: 3 (drie) ton ja.
[D]: Uhu, ja dat is toch nog leuk.
[A]: Ja en de commissie die we krijgen is hetzelfde, dus dat is toch netjes.
[D]: Zijn dat dezelfde leveranciers?
[A]: Nee, dat zijn andere leveranciers, dat zijn andere leveranciers maarre ja het zijn wel vertrouwde mensen.
[D]: Zijn dat klanten van jou? of van die anderen?
[A]: Nou, nee nee, die hebben niets met die andere te maken, nee niets die anderen weten er ook niets van.
[D]: Ah dat is fijn.
[A]: Ja, maarja er is iemand anders en die moet daar ook iets van vangen begrijp je, daaro blijft de commissie hetzelfde begrijp je?
[D]: Jajajaja, dat is toch goed. [68]
Bewijsoverwegingen

Totaal getransporteerde gelden
Het Hof overweegt ambtshalve het volgende ten aanzien van het totaal getransporteerde geld. Samen met de politie en het Gerecht in eerste aanleg komt het Hof tot de conclusie dat voor zowel de verdachte als medeverdachte [D] per transport een commissie van 4% werd gereserveerd en dat de medeverdachte [B] en [C] beiden per transport een commissie van 2% ontvingen.
Het Hof acht hiervoor de volgende omstandigheden van belang:
  • voor de later onderschepte container had medeverdachte [D] “3 ton kip” liggen (bewijsmiddel 47);
  • voor diezelfde container had medeverdachte [D] “1 2” voor de verdachte liggen en nog eens “1 2” voor “de jongens” (bewijsmiddelen 33 en 54);
  • met “de jongens” doelde medeverdachte [D] op de medeverdachten [B] en [C] (bewijsmiddelen 16 en 17);
  • van de “1 2” voor de verdachte zou medeverdachte [D] “73” verzamelen en “4 7” bewaren (bewijsmiddelen 53 en 54);
  • de verdachte en medeverdachte [D] hebben gesproken over een hetzelfde hogere percentage, dat zij ten opzichte van de medeverdachte [B] en [C] ontvingen (bewijsmiddel 31);
  • voor de container had [D] verder nog “2 6 4” liggen “kant en klaar ingepakt” (bewijsmiddel 33);
  • met “1 2” werd 120.000,-- euro bedoeld, met “73” 73.000,-- euro, met “4 7” 47.000,-- euro en met “2 6 4” 2.640.000,--, zo kan worden afgeleid uit verklaringen van medeverdachte [D] (bewijsmiddelen 19 en 55);
  • in de onderschepte container werd een bedrag van 2.833.340,-- euro aangetroffen.
Uit deze omstandigheden volgt dat het in de container aangetroffen geld bedrag nagenoeg overeenkomt met de volgende verdeling:
  • “1 2” – “4 7” = “73” voor de verdachte: 73.000,-- euro;
  • “1 2” voor de medeverdachten [B] en [C]: 120.000,-- euro;
  • “2 6 4” als overigens te transporteren geld: 2.640.000,-- euro;
----------------------
2.833.000,-- euro.
Ervan uitgaande dat medeverdachte [D] eenzelfde commissie heeft ontvangen als de verdachte (120.000,-- euro) en door medeverdachte [D] nog 47.000 euro voor de verdachte in bewaring werd gehouden, komt het totaalbedrag uit op exact 3.000.000,-- euro, wat goed aansluit bij de “3 ton kip”. Een commissie van 4% van dat bedrag komt uit op de hiervoor genoemde 120.000,--.
Aangezien de medeverdachten [B] en [C] samen een commissie van gelijke hoogte ontvangen en uit het onderzoek ter terechtzitting geen aanleiding naar voren is gekomen waarom geen sprake zou zijn van een pondspondsgewijze verdeling, moet hun percentage worden vastgesteld op 2%.
Tot zover kan het Hof de redenering van de politie en het Gerecht volgen. Het Hof volgt de redenering echter niet voor zover alleen wordt aangesloten bij (commissie)gelden die de verdachte in bewaring had gegeven aan zijn broer en zus (493.100,-- euro en 160.000,-- euro), die voor hem met de in beslag genomen container waren meegezonden (73.000,-- euro) en die zijn aangewend voor betalingen aan derden (minimaal vier betalingen à 50.000,-- euro aan de Chinese man, een betaling in Harderwijk à 8.000 euro en een betaling van 40.000 euro aan [M]). Uit de bewijsmiddelen volgt namelijk dat dit slechts een deel van zijn commissiegelden was. Dat volgt uit de notities die op de telefoon van de verdachte zijn aangetroffen (bewijsmiddel 27).
Op grond van deze notities kan op eenvoudige wijze meer accuraat worden berekend wat hij aan commissiegelden heeft ontvangen:
  • pakket 1 = 80: 80.000,-- euro;
  • pakket 2 = 90: 90.000,-- euro;
  • pakket 3 = 80: 80.000,-- euro;
  • pakket 4 = 140 140.000,-- euro;
  • pakket 5 = 70 70.000,-- euro;
  • pakket 6 = 100 100.000,-- euro;
  • pakket 7 = 70 70.000,-- euro;
  • pakket 8 = 75 75.000,-- euro;
  • pakket 9 = 115 115.000,-- euro;
  • pakket 10 = 50 50.000,-- euro;
  • pakket 11 = 75 75.000,-- euro;
  • pakket 12 = 85 85.000,-- euro;
  • pakket 13 = 60 60.000,-- euro;
----------------------
1.090.000,-- euro.
In aanmerking wordt verder genomen dat deze notities in oktober 2014 zijn gemaakt en dat medeverdachte [D] het geld voor de in beslag genomen container eerst in december 2014 heeft ontvangen (bewijsmiddelen 17 en 27). Daaruit kan worden afgeleid dat de commissie voor dat transport – de meergenoemde 120.000 euro (73.000,-- euro in de container en 47.000,-- euro bewaard door medeverdachte [D]) – niet in een van de dertien hiervoor beschreven pakketten zat. De commissiegelden van de verdachte moeten daarom naar het oordeel van het Hof worden vastgesteld op 1.210.000,-- euro.
Aangezien dit 4% van het totaal getransporteerde geld betreft, moet dat totaal worden vastgesteld op 30.250.000,-- euro.

Criminele herkomst van de gelden
De verdediging heeft vrijspraak bepleit en daartoe onder meer aangevoerd dat uit de bewijsmiddelen niet kan volgen dat het geld dat in de containers is vervoerd, van misdrijf afkomstig is.
Het Hof kan de verdediging daarin niet volgen. Het Hof stelt daarbij voorop dat geen van de betrokkenen hierover heeft verklaard en dat dit ook overigens niet aannemelijk is geworden.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat het geld, als getelde en gebundelde pakketjes in zakken, tassen en/of koffers werd aangeleverd aan medeverdachte [B] en/of zijn vriend [voornaam M] – [bijnaam M] – [achternaam M]. Zij spraken daarvoor af in Amsterdam met een onbekend gebleven persoon, die vervolgens met de door hun gebruikte (huur)auto in zijn eentje het geld ging halen; bij terugkomst lag het geld in de kofferbak in de auto. Vervolgens werd het geld afgeleverd aan medeverdachte [D] in Roermond (eerst rechtstreeks aan hem door medeverdachte [B], vervolgens aan zijn vriendin, [K], door [M]). Medeverdachte [D] heeft het geld daarna, op verzoek van de verdachte, medeverdachte [B] en/of medeverdachte [C], verstopt. Hij heeft papier en plastic om de pakketjes met geld gedaan en het vacuüm getrokken. Vervolgens heeft hij ze in vloeibaar kippenvlees gelegd en het in de vorm van een kiprollade gedrukt.
Deze toedracht wijst er evident op dat het om crimineel geld ging. Zonder contra-indicaties, die ontbreken, kan naar het oordeel van het Hof zonder meer de conclusie worden gerechtvaardigd dat het in de containers vervoerde geld, uit misdrijf afkomstig was.

Wetenschap van de criminele herkomst van de gelden bij de verdachte
De verdediging heeft ter onderbouwing van het tot vrijspraak strekkende verweer in de tweede plaats aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat de verdachte wist dat het geld uit misdrijf afkomstig was.
Het Hof is van oordeel dat ook dit onderdeel van het verweer niet kan slagen. Uit de inhoud van de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat de verdachte wist van de criminele herkomst van de gelden. Zo heeft hij op een gegeven moment tegen medeverdachte [D] gezegd dat zij overal vanaf weten en heeft [D] aan hem ook gevraagd “of ze gepakt zijn of zo”. Voorts wordt in de gesprekken steeds verwezen naar “de grote baas” als zijnde de eigenaar van het geld, hetgeen duidt op een organisatorisch verband gelijk aan dat van een drugsorganisatie. [D] heeft bovendien naderhand verklaard dat hij wel had begrepen dat het geen zuivere koffie was en dat daarbij “aan drugs en zo” kon worden gedacht.
Daar komt nog bij dat de wetenschap in zekere zin ook uit de wijze van het transporteren van het geld kan worden afgeleid, maar ook uit het handelen van de verdachte. Zo sprak hij per telefoon niet alleen in versluierde taal over de geldtransporten, maar heeft hij zijn pakketten met commissiegeld ook laten verstoppen in het bedrijfspand van zijn broer en de woning van zijn zus.

Medeplegen
Het derde argument dat in de optiek van de verdediging tot vrijspraak zou moeten leiden, is gelegen in de medeplegen-jurisprudentie. Volgens de verdediging schiet het bewijs tekort om te kunnen vaststellen dat tussen de verdachte en zijn medeverdachten met betrekking tot het uitvoeren van containers met geld een nauwe en bewuste samenwerking heeft bestaan.
Ook dit onderdeel van het verweer treft geen doel. Uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat de verdachte bij de organisatie van de containertransporten een zeer belangrijke rol heeft gespeeld. Hij heeft het bedrijf [bedrijf 3] aangezocht om kip/kiprollades te bestellen bij [bedrijf 1], zodat langs die weg de door medeverdachte [D] in die kip/kiprollades geplaatste geldpakketten vanuit Nederland naar Aruba konden worden vervoerd. De verdachte had over het versturen van de containers veelvuldig contact met medeverdachte [D], waarbij hij ook duidelijk zeggenschap had. Op een gegeven moment besliste hij mee of bepaalde gelden wel of niet zouden worden meegezonden. De verdachte was ook degene die medeverdachte [D] op de hoogte hield over zijn contacten met medeverdachten [B] en [C].
De belangrijke rol van de verdachte is ook vertaald in het percentage dat hij aan commissiegeld kreeg: 4% van de waarde van het transport. Daaruit blijkt dat de bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is geweest om van medeplegen te kunnen spreken.
Het verweer van de verdediging wordt bijgevolg in al zijn onderdelen verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde was in de periode tot 15 februari 2014 voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 430c juncto artikel 430b, eerste lid, aanhef, onder a en b, en artikel 49, eerste lid, aanhef, onder a, van het toenmalige Wetboek van Strafrecht van Aruba. Op 15 februari 2014 is het huidige Wetboek van Strafrecht van Aruba in werking getreden. [69] Het onder 1 bewezen verklaarde is vanaf die datum voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:405 juncto artikel 2:404, eerste lid, aanhef, onder a en b, en artikel 1:123, eerste lid, aanhef, onder a, van dit wetboek.
Het Hof stelt, evenals het Gerecht in eerste aanleg, vast dat bij de invoering van het nieuwe wetboek geen overgangsrecht bijzondere overgangsbepalingen zijn opgenomen. Dat betekent dat de nieuwe strafbepalingen direct van toepassing zijn op het onder 1 bewezen verklaarde in de periode vanaf 15 februari 2014. Voor zover het onder 1 bewezen verklaarde voor die tijd is begaan, heeft te gelden dat die bepalingen alleen van toepassing zijn, indien en voor zover deze ten gunste van de verdachte zouden werken. Het Hof stelt in dat verband vast dat het onder 1 bewezen verklaarde gewoontewitwassen in beide strafbepalingen op dezelfde wijze is omschreven en met dezelfde straffen wordt bedreigd, namelijk met een gevangenisstraf van ten hoogste 9 jaren of een geldboete van Afl. 100.000,--. De bijbehorende strafbepalingen voor het opzettelijk witwassen is evenwel iets anders komen te luiden. Waar dat feit in de oude strafbepaling nog was bedreigd met een gevangenisstraf van ten hoogste 6 jaren of een geldboete van Afl. 100.000,--, is het in de nieuwe strafbepaling bedreigd met een gevangenisstraf van ten hoogste 8 jaren of een geldboete van Afl. 100.000,--. Hoewel het verschil voor het bewezen verklaarde marginaal is (het bewezen verklaarde wordt immers met dezelfde straf bedreigd), kan niet worden gezegd dat de nieuwe strafbepalingen gunstiger zijn voor de verdachte. Dat betekent dat de oude strafbepalingen worden toegepast op het bewezen verklaarde voor zover dat voor 15 februari 2014 is begaan.
Tot een andere kwalificatie zal dit een en ander niet leiden. De delictsomschrijving van gewoontewitwassen is immers gelijk gebleven. Het onder 1 bewezen verklaarde wordt daarom als volgt gekwalificeerd:
Medeplegen van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
Het onder 2 bewezen verklaarde was tot 15 februari 2014 voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2, eerste en tweede lid, juncto artikel 7, eerste lid, van de toenmalige Landsverordening meldplicht in- en uitvoer contant geld. In de huidige Landsverordening is het onder 2 bewezen verklaarde strafbaar gesteld in dezelfde artikelen. Het onder 2 bewezen verklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
Opzettelijk geen melding maken van de in- of uitvoer van geld als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Landsverordening meldplicht in- en uitvoer contant geld, meermalen gepleegd.
Het onder 1 en 2 bewezen verklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.
Oplegging van straf
Het Hof heeft bewezen verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van gewoontewitwassen en aan het meerdere keren geen melding maken van de in- en/of uitvoer van geld ter waarde van meer dan 20.000 Arubaanse florin.
Het Gerecht in eerste aanleg heeft de verdachte daarvoor veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van voorarrest.
De procureur-generaal heeft zich achter deze beslissing geschaard.
De verdediging heeft, bij wijze van een subsidiair standpunt, een strafmaatverweer gevoerd.
Het Hof overweegt als volgt.
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de daarop gestelde wettelijke strafmaxima en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich samen met zijn mededaders gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan het uit gewoonte witwassen van grote geldbedragen. In totaal werd ruim dertig miljoen euro witgewassen, geld dat naar alle waarschijnlijkheid uit de drugshandel afkomstig was en vanuit Nederland naar Aruba en Venezuela werd doorgesluisd. Dat werd op ingenieuze wijze gedaan: het geld werd verstopt in vloeibaar gemaakte kip, die vervolgens tot kiprollade werden gevormd en bevroren werden uitgevoerd. Er werd berekenend te werk gegaan. Risico’s werden ingeschat en gewogen. Zo werden op een gegeven moment, nadat “hot nieuws” was gezien, twee containers zonder geld verstuurd, kennelijk in een poging zich ervan te verzekeren dat zij de containers niet onder de loep werden genomen. De hoge bedragen die de verdachte en de medeverdachten aan commissie genoten, werden grotendeels weggesluisd. Zij hebben zich er blijkbaar niet om bekommerd dat met het witwassen van crimineel vermogen de onderliggende (drugs)criminaliteit wordt gefaciliteerd, hetgeen het Hof de verdachte en de medeverdachten zwaar aanrekent.
Naar het oordeel van het Hof kan op zulke feiten niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
Het Hof is van oordeel dat de door het Gerecht in eerste aanleg opgelegde en door de procureur-generaal gevorderde gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, in beginsel een passende reactie vormt op het bewezen verklaarde.
Desalniettemin zal het Hof daarvan afwijken. De reden daarvan is gelegen in de door de verdediging geschetste bedrijfsbelangen en in het feit dat de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep tot op zekere hoogte opening van zaken heeft gegeven. Het Hof houdt daarmee in strafmatigende zin rekening.
Het Hof is tot de slotsom gekomen dat in het geval van de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
In beslag genomen voorwerpen
Ten aanzien van de in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen beslist het Hof overeenkomstig de gemotiveerde beslissingen van het Gerecht in eerste aanleg.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:62 en 1:68 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
BESLISSING
Het Hof:
vernietigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg en doet opnieuw recht als volgt;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor bewezen verklaard, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot
een gevangenisstraf voor de 4 (vier) jaren;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
verklaart verbeurd de in beslag genomen geldbedragen (€ 73.000,-- en € 2.640.340,--) en de overige in beslag genomen voorwerpen (twee mobiele telefoons met foto’s van notities over de verdeling van geldbedragen).
Dit vonnis is gewezen door mrs. T.E. van der Spoel, G.C.C. Lewin en K.A.M. Lasten, leden van het Hof, en in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao, door middel van een directe beeld- en geluidsverbinding met het gerechtsgebouw in Aruba, uitgesproken op 31 juli 2017.
mr. G.C.C. Lewin is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in de wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die zijn opgenomen in de verschillende onderdelen (zoals het zaakdossier witwassen en de diverse persoonsdossiers) van het politiedossier van het Korps Politie Aruba, Recherche Samenwerkingsteam, vestiging Aruba, Afdeling Tactiek, dat op 31 maart 2016 is gesloten en is voorzien van de onderzoeksnaam “TUNIS”.
2.Proces-verbaal bevindingen dozen vlees inhoud geld d.d. 1 juli 2015, pagina’s 719-728 van het zaaksdossier witwassen.
3.Proces-verbaal telling inbeslaggenomen geld uit zeecontainer d.d. 27 juni 2015, pagina’s 730-731 van het zaaksdossier witwassen.
4.Proces-verbaal inbeslagname container d.d. 19 juni 2015, pagina 679 van het zaaksdossier witwassen.
5.Proces-verbaal d.d. 31 maart 2016, pagina 621 van het zaaksdossier witwassen.
6.Proces-verbaal inbeslagname container d.d. 19 juni 2015, pagina 679 van het zaaksdossier witwassen.
7.Proces-verbaal d.d. 31 maart 2016, pagina 621 van het zaaksdossier witwassen.
8.Proces-verbaal d.d. 31 maart 2016, pagina 621 van het zaaksdossier witwassen.
9.Proces-verbaal van aantreffen foto d.d. 2 september 2015, pagina’s 959-962 van het zaaksdossier witwassen.
10.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 25 juni 2015, pagina 742.
11.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 3 juli 2015, pagina’s 736-740 van het zaaksdossier witwassen.
12.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 30 juni 2015, pagina’s 1797-1800 van het zaaksdossier witwassen.
13.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 24 juni 2015, pagina’s 204-205 van het persoonsdossier van [A].
14.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 25 juni 2015, pagina’s 212-213 van het persoonsdossier van [A].
15.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 18 augustus 2015, pagina 1478-180 van het zaaksdossier witwassen.
16.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 8 juli 2015, pagina 749 en 750 van het zaaksdossier witwassen.
17.Proces-verbaal bevinding container CXRUII24O38 d.d. 18 januari 2016, pagina’s 1298-1300 van het zaaksdossier witwassen.
18.Proces-verbaal bevinding container CXRUII24O38 d.d. 18 januari 2016, pagina 1300 van het zaaksdossier witwassen.
19.Proces-verbaal bevinding container SZLU9855437 d.d. 20 januari 2016, pagina’s 1261-1263 van het zaaksdossier witwassen.
20.Proces-verbaal bevinding container SZLU9855437 d.d. 20 januari 2016, pagina 1263 van het zaaksdossier witwassen.
21.Proces-verbaal d.d. 19 januari 2016, pagina 1081 van het zaaksdossier witwassen.
22.Proces-verbaal d.d. 31 maart 2016, pagina 624 van het zaaksdossier witwassen.
23.Proces-verbaal d.d. 31 maart 2016, pagina 624 van het zaaksdossier witwassen.
24.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 24 juni 2015, pagina 965 en 967-972 van het zaaksdossier witwassen.
25.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 25 juni 2015, pagina’s 976-979 van het zaaksdossier witwassen.
26.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 26 juni 2015, pagina’s 983, 987 en 988 van het zaaksdossier witwassen.
27.Proces-verbaal van verhoor verdachte d .d. 14 juli 2015, pagina’s 1012 en 1013 van het zaaksdossier witwassen.
28.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 juli 2015, pagina’s 1453-1456, 1458, 1461-1463 van het zaaksdossier witwassen.
29.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 juli 2015, pagina’s 1858-1860 van het zaaksdossier witwassen.
30.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juli 2015, pagina’s 1863-1866 van het zaaksdossier witwassen.
31.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 augustus 2015, pagina’s 1869 en 1870 van het zaaksdossier witwassen.
32.Proces-verbaal d.d. 31 maart 2016, pagina 631 van het zaaksdossier witwassen.
33.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 7 juli 2015, pagina’s 1496-1498 en 1500 van het zaaksdossier witwassen.
34.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 7 juli 2015, pagina 1508 van het zaaksdossier witwassen.
35.Proces-verbaal bevindingen d.d. 15 december 2015, pagina’s 1524-1527 van het zaaksdossier witwassen.
36.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 7 juli 2015, pagina’s 1513-1516 van het zaaksdossier witwassen.
37.Proces-verbaal van verhoor verdachte d .d. 18 november 2015, pagina’s 1519-1520 van het zaaksdossier witwassen.
38.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 november 2015, pagina 1619 en 1621 van het zaaksdossier witwassen.
39.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 18 november 2015, pagina 1635-1636 van het zaaksdossier witwassen.
40.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 19 november 2015, pagina 1646 van het zaaksdossier witwassen.
41.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.19 november 2015, pagina’s 1650-1651 van het zaaksdossier witwassen.
42.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 26 november 2015, pagina 1634-1636 van het zaaksdossier witwassen.
43.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina’s 1792-1794 van het zaaksdossier witwassen.
44.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina’s 1826-1828 van het zaaksdossier witwassen.
45.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina’s 1448 en 1449 van het zaaksdossier witwassen.
46.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina’s 1754 van het zaaksdossier witwassen.
47.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina’s 1755-1757 van het zaaksdossier witwassen.
48.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 26 juni 2015, pagina 982 van het zaaksdossier witwassen.
49.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina’s 1758 en 1759 van het zaaksdossier witwassen.
50.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 26 juni 2015, pagina 983 van het zaaksdossier witwassen.
51.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina 1761 van het zaaksdossier witwassen.
52.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina’s 1795-1796 van het zaaksdossier witwassen.
53.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina 1713 van het zaaksdossier witwassen.
54.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina 1716 van het zaaksdossier witwassen.
55.Proces-verbaal bevindingen d.d. 5 mei 2015, pagina 581 van het persoonsdossier van [C].
56.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina’s 1762 en 1764 van het zaaksdossier witwassen.
57.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina’s 1733 en 1734 van het zaaksdossier witwassen.
58.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina’s 1735 en 1736 van het zaaksdossier witwassen.
59.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina’s 701 en 702 van het zaaksdossier witwassen.
60.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina 703 en 704 van het zaaksdossier witwassen.
61.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina’s 1741 en 1742 van het zaaksdossier witwassen.
62.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina 1743 van het zaaksdossier witwassen.
63.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina’s 1744-1746 van het zaaksdossier witwassen.
64.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina 705 en 706 van het zaaksdossier witwassen.
65.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina 707 en 708 van het zaaksdossier witwassen.
66.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina’s 712 en 713 van het zaaksdossier witwassen.
67.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 26 juni 2015, pagina 990 van het zaaksdossier witwassen.
68.Schriftelijk bescheid, te weten uitwerking van een tapgesprek, pagina’s 1785 en 1786 van het zaaksdossier witwassen.
69.Zie het Landsbesluit van 14 februari 2014 no. 1, houdende inwerkingtreding van het Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 2012 no. 24) en van de Landsverordening van 10 februari 2014 houdende bepalingen in verband met de invoering van een nieuw Wetboek van Strafrecht van Aruba, alsmede tot aanpassing van diverse landsverordeningen met het oog op de modernisering, het aanbrengen van correcties en het herstel van omissies (invoering Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 2012 no. 24) en reparatie bijzondere wetgeving) (AB 2014 no. 11), Afkondigingsblad van Aruba 2014, 12.