ECLI:NL:OGHACMB:2017:162

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
2 mei 2017
Publicatiedatum
21 februari 2018
Zaaknummer
KG 77217 – H 170/16
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van een vonnis in kort geding met betrekking tot een onverdeeld gebleven gemeenschap en verzoek tot afwikkeling

In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, betreft het een kort geding dat is aangespannen door een appellant, wonende in Curaçao, tegen een geïntimeerde, eveneens wonende in Curaçao. De appellant, vertegenwoordigd door mr. A.V.G. Rooijer, was oorspronkelijk eiser en heeft in deze procedure een verzoek ingediend dat verband houdt met een onverdeeld gebleven gemeenschap, specifiek met betrekking tot de plantage Gato. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 29 november 2016, waarna een comparitie ter plaatse heeft plaatsgevonden op 2 december 2016. Beide partijen hebben op 10 januari 2017 een akte genomen, en de appellant heeft op 7 maart 2017 een akte na comparitie ingediend.

Het Hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de woning op de plantage Gato vrijwel is afgebouwd en reeds bewoond wordt door de geïntimeerde. De appellant heeft aangegeven niet te willen praten over een voorstel dat door de geïntimeerde is gedaan, en wenste voort te procederen. Het Hof heeft geconcludeerd dat een bevel tot ontruiming en afbraak geen passende ordemaatregel is in deze situatie. Tevens is er een verzoek ingediend tot afwikkeling van de onverdeelde gemeenschap bij het GEA, waarbij de appellant als belanghebbende kan optreden.

Uiteindelijk heeft het Hof besloten het bestreden vonnis te bevestigen en de appellant in de kosten van het hoger beroep te verwijzen, die aan de zijde van de geïntimeerde zijn gevallen en tot op heden op nihil zijn begroot. Dit vonnis is uitgesproken op 2 mei 2017 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2017 Vonnis no.:
Registratienummer: KG 77217 – H 170/16
Uitspraak: 2 mei 2017
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Vonnis in kort geding de zaak van:
[APPELLANT],
wonend in Curaçao,
hierna te noemen: [appellant],
oorspronkelijk eiser, thans appellant,
gemachtigde: mr. A.V.G. Rooijer,
tegen
[GEÏNTIMEERDE],
wonende in Curaçao,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
oorspronkelijk gedaagde, thans geïntimeerde,
gemachtigde: [naam].

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het Hof verwijst naar zijn tussenvonnis van 29 november 2016.
1.2.
De in dat tussenvonnis gelaste comparitie ter plaatse heeft plaatsgevonden op 2 december 2016. Hiervan is een proces-verbaal opgemaakt.
1.3.
Op 10 januari 2017 hebben beide partijen een akte genomen.
1.4.
Op 7 maart 2017 heeft [appellant] een akte na comparitie van partijen genomen.
1.5.
Vonnis is bepaald op heden.

2.Beoordeling

2.1.
Blijkens de aktes van 10 januari 2017 heeft [appellant] niet willen praten met de heer [naam] over het door deze gedane voorstel (te weten, blijkens de akte van [geïntimeerde] van 10 januari 2017, p. 3: ‘een kosteloos offerta … voor een perceel’). [appellant] wenste voort te procederen.
2.2.
Het gaat hier om een kort geding. Het Hof heeft zich in zijn tussenvonnis van 29 november 2016 (rov. 4.6) afgevraagd of een ordemaatregel mogelijk is. Ter comparitie ter plaatse is gebleken dat de woning vrijwel is afgebouwd en reeds is bewoond door [geïntimeerde]. Een bevel tot ontruiming en afbraak is geen passende ordemaatregel in dit geval (vgl. het tussenvonnis van het Hof, rov. 4.9 slot).
2.3.
Inmiddels is een verzoek als bedoeld in artikel 3:200f BW tot afwikkeling van Gato als langdurig onverdeeld gebleven gemeenschap ingediend bij het GEA (www.gemhofvanjustitie.org/uitspraken/onverdeelde-boedels, onder Gato). [appellant], die stelt eenmalig NAf 11.000,= betaald te hebben en reeds zeventien jaren huur, lijkt als belanghebbende in die procedure voor zijn belangen te kunnen opkomen.
2.4.
Uit het voorgaande volgt dat het Hof het treffen van een ordemaatregel thans niet aangewezen acht, zodat het bestreden vonnis moet worden bevestigd. [appellant] dient de kosten van het hoger beroep te dragen.

3.Beslissing

Het Hof bevestigt het bestreden vonnis en verwijst [appellant] in de kosten van het hoger beroep aan de zijde van [geïntimeerde] gevallen en tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J. de Boer, G.C.C. Lewin en D. Radder, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 2 mei 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.