ECLI:NL:OGHACMB:2017:134
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Beschikking
- J. de Boer
- G.C.C. Lewin
- S.A. Carmelia
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en klokkenluiderbescherming in civiele procedure
In deze zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gaat het om een hoger beroep in een civiele procedure met betrekking tot een ontslag op staande voet. De appellant, wonende in Curaçao, was oorspronkelijk verzoeker in conventie en verweerder in voorwaardelijke reconventie, en procedeerde in persoon. De tegenpartij, Curaçao Refinery Utilities B.V. (CRU), was oorspronkelijk verweerster in conventie en verzoekster in voorwaardelijke reconventie.
De procedure volgde op een eerdere beschikking van 16 mei 2017, waarin de appellant was toegelaten tot tegenbewijs. Echter, de appellant heeft geen getuigen voorgebracht of ander bewijsmateriaal ingediend. Het Hof heeft daarom aangenomen dat de appellant de bron is van een krantenartikel waarover in deze procedure wordt gediscussieerd. De grieven van de appellant werden verworpen, en het Hof concludeerde dat de verzoeken van de appellant niet voor toewijzing in aanmerking kwamen.
CRU had een zelfstandig tegenverzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, voor het geval de arbeidsovereenkomst nog zou bestaan. Het Hof oordeelde dat het GEA ten onrechte artikel 7A:1615w BW buiten toepassing had gelaten, en dat de omstandigheden die leidden tot het ontslag op staande voet een vertrouwensbreuk en een verstoorde arbeidsrelatie met zich meebrachten. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden per datum van de beschikking, en de appellant werd veroordeeld in de proceskosten van beide instanties. De beschikking werd op 7 november 2017 uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.