Uitspraak
[GEÏNTIMEERDE 1],
[GEÏNTIMEERDE 2],
[GEÏNTIMEERDE 3],
[GEÏNTIMEERDE 4],
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Francesco [APPELLANT] tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, waarin hem werd verboden commerciële activiteiten, waaronder de verhuur van appartementen, op zijn perceel aan [straat] in Aruba te verrichten. De zaak is ontstaan uit een kort geding dat door de [geïntimeerden] was aangespannen, die zich benadeeld voelden door de voorgenomen commerciële verhuur van appartementen door [appellant]. De [geïntimeerden] wonen aan een doodlopende smalle onverharde weg en hebben bezwaren tegen de overlast die de verhuur met zich mee zou brengen. Het Hof heeft in zijn beoordeling gekeken naar de aard, ernst en duur van de hinder die [appellant] zou veroorzaken en heeft vastgesteld dat de verhuur onrechtmatig zou zijn jegens de [geïntimeerden]. Het Hof bevestigt het vonnis van het GEA en oordeelt dat de vorderingen van de [geïntimeerden] terecht zijn toegewezen. [Appellant] wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.