ECLI:NL:OGHACMB:2016:162
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen belastingaanslag wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 8 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, wonende te Rotterdam, had bezwaar ingediend tegen een definitieve aanslag inkomstenbelasting/AZV 2009 die op 31 juli 2013 door de inspecteur der belastingen in Aruba was opgelegd. Het bezwaar van de appellant werd echter niet-ontvankelijk verklaard omdat het niet binnen de daarvoor gestelde termijn was ingediend. De appellant had op 11 november 2013 bezwaar gemaakt, terwijl de termijn voor het indienen van bezwaar twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet was. De uitspraak op bezwaar, gedateerd 30 september 2014, bevestigde deze niet-ontvankelijkheid, en het beroep dat de appellant tegen deze uitspraak had ingesteld, werd op 10 juni 2015 door het Gerecht in eerste aanleg van Aruba ongegrond verklaard.
In hoger beroep werd opnieuw de vraag aan de orde gesteld of de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar terecht was. Het Hof oordeelde dat de appellant geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die de termijnoverschrijding verschoonbaar konden maken. Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De beslissing werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen twee maanden beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.