Uitspraak
1.Procesverloop
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
.
4.Het oordeel van het Gerecht
MvT Landsverordening inzake de uitvoering van de belastingwetgeving (Algemene
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarbij de appellante, gevestigd in Anguilla, in beroep was gekomen tegen een aanslag winstbelasting voor het jaar 2007. De Inspecteur had een aanslag opgelegd op basis van een belastbare winst van Afl. 100.000, terwijl appellante een winst van Afl. 33.172 had aangegeven. Appellante stelde dat de Inspecteur onzorgvuldig had gehandeld door ongemotiveerd van de aangifte af te wijken en geen tijdige uitspraak op bezwaar te doen. Het Gerecht had het beroep van appellante gegrond verklaard voor het niet tijdig doen van uitspraak op het bezwaar, maar het beroep verder ongegrond verklaard. Appellante ging in hoger beroep, waarbij de vraag centraal stond of de aanslag nietig was of vernietigd diende te worden. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur bij het vaststellen van de aanslag gemotiveerd moest afwijken van de aangifte en dat het niet naleven van deze verplichting niet tot nietigheid van de aanslag leidt. Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht, maar wees op de noodzaak voor de Belastingdienst om zijn organisatie en administratie aan te passen om belastingplichtigen tijdig zekerheid te bieden over hun aanslagen.