ECLI:NL:OGHACMB:2016:160
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van bezwaar tegen aanslag grondbelasting en bewijs van ontvangst
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift dat appellante heeft ingediend tegen een aanslag grondbelasting. De aanslag werd op 27 juli 2012 opgelegd, maar appellante diende pas op 6 juni 2013 bezwaar in, na de wettelijke bezwaartermijn van twee maanden. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie oordeelt dat appellante er niet in is geslaagd het vermoeden van ontvangst van de aanslag te ontzenuwen. Het Hof acht het geloofwaardig dat de aanslagen aangetekend zijn verzonden door de inspecteur, en dat appellante, door betalingen per cheque te doen, impliciet heeft erkend op de hoogte te zijn van de aanslag. Het Hof concludeert dat, zelfs als appellante het vermoeden van ontvangst zou hebben ontzenuwd, zij alsnog niet tijdig bezwaar heeft gemaakt. De uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg, die het bezwaar niet-ontvankelijk verklaarde, wordt bevestigd. De uitspraak is gedaan op 8 december 2016.