Uitspraak
Veroordeelde],
Procesgang
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Grondslag van de ontnemingsvordering
De steekpenningen
Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
- de betaling van USD 5.000 (NAf 8.900) niet bestemd was voor de veroordeelde;
- uit de gebezigde bewijsmiddelen niet volgt dat de veroordeelde de betaling van USD 22.700 (NAf 40.406) heeft aangenomen;
- uit de gebezigde bewijsmiddelen niet volgt dat de veroordeelde de betaling van NAf 188.800 heeft aangenomen.
- er geen bewijs is dat de factuur van [bedrijf A] op de stelpost is geboekt en via een verzamelfactuur is aangeboden. De werkzaamheden van [bedrijf A] maakten deel uit van de door [bedrijf 2] te verrichten werkzaamheden. Van enig door de veroordeelde verkregen voordeel was dan ook geen sprake, althans het volledige voordeel kan niet aan de veroordeelde worden toegerekend nu dit aan de erven van [R.B.] is toegekomen;
- er geen bewijs is dat de producten/diensten van [bedrijf B] aan de veroordeelde zijn geleverd. De beschrijving van de geleverde producten (14 draadloze contactpunten) strookt niet met een levering aan [veroordeelde] voor diens privéwoning. Dat geldt ook ten aanzien van de vermeende beveiliging bij het huis van [M.B.] en bij het huis van haar moeder. Ook te dien aanzien staat niet vast dat deze dienst daadwerkelijk is geleverd en dat de veroordeelde daardoor voordeel heeft genoten.
Ten aanzien van de steekpenningen
USD 9.427,25(NAf 16.780,51) van [bedrijf B] is vervalst. Met betrekking tot deze offerte geldt dat de veroordeelde van meet af aan heeft ontkend dat het op die offerte vermelde camerasysteem in zijn woning of op zijn terrein is geplaatst. Het Gerecht stelt vast dat uit het dossier alleen blijkt dat voornoemd camerasysteem op de stelpost Sewage Plant is doorbelast, terwijl het systeem, volgens [A.S.] [2] , niet aan de Sewage Plant is geleverd. Nu echter op grond van het dossier niet met voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat het camerasysteem aan de veroordeelde is geleverd, staat niet vast dat de veroordeelde op dit punt wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten, waardoor dit bedrag niet voor ontneming in aanmerking komt.
USD 546(NAf 971,88) van [bedrijf B] staat vast dat deze is vervalst. Uit de op de factuur vermelde omschrijving volgt dat het deels gaat om diensten met betrekking tot “[M.B. residence]” (ter waarde van USD 312 (NAf 555,36)). Gelet echter op de inhoud van het dossier, waaronder de wisselende verklaringen van de getuige [U.S.], en hetgeen de veroordeelde op dit punt naar voren heeft gebracht, kan het Gerecht niet vaststellen dat deze (beveiligings)dienst toén aan [M.B] is geleverd. Reeds hierdoor kan niet worden vastgesteld dat (ook) de veroordeelde dit voordeel heeft genoten, zodat dit bedrag niet voor ontneming in aanmerking komt.
USD 790 (NAf 1.406,20)van [bedrijf A]. Uit het dossier blijkt dat de factuur betrekking heeft op een onderzoek naar
the lands of [R.B.]en dat dit onderzoek werd verricht in opdracht van de veroordeelde en diverse van zijn familieleden. Het is in dit verband goed mogelijk dat de veroordeelde voor de kosten van het onderzoek zou opdraaien en dat hij door de factuur via de stelpost te laten doorbelasten voordeel heeft genoten. Het is echter evengoed mogelijk dat die kosten door een ander zouden worden gedragen. Niet is gebleken van enig onderzoek op dit punt. Zonder nadere onderbouwing staat derhalve naar het oordeel van het Gerecht niet vast dat de veroordeelde dit (gehele) voordeel heeft genoten, zodat dit bedrag
Verplichting tot betaling aan de Staat
Beslissing
NAf 229.206 (tweehonderdnegenentwintig duizend tweehonderd zes gulden).
NAf 229.206 (tweehonderdnegenentwintig duizend tweehonderd zes gulden).
drie (3) jaar.