Uitspraak
1.Aanduiding bestreden beschikkingen
2.Het verloop van de procedure
3.Feiten
4.Het geschil
- de bewaring met onmiddellijke ingang op te heffen;
5.De beoordeling
Het bevel tot bewaring van eiser
10.De beslissing
- verklaart het beroep tegen het bevel tot bewaring van eiser per 3 juli 2023 niet-ontvankelijk;
- vernietigt de verwijderingsbeschikking van 3 juli 2023, voor zover eiser daarbij ongewenst is verklaard en aan hem een terugkeerverbod van drie jaar is opgelegd en verklaart het beroep in zoverre gegrond;
- verklaart het beroep ongegrond voor het overige;
- bepaalt dat verweerder aan eiser zal betalen een bedrag ad NAf 1.400,-- aan proceskosten en een bedrag van NAf 150,-- aan gestort griffierecht.
- Tegen deze uitspraak kunnen alle partijen hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.
- Het hoger beroepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
- Het hoger beroep moet worden ingediend bij het Gerecht dat de uitspraak heeft gedaan.
- De indiener van het hoger beroep moet in ieder geval:
- Partijen kunnen gebruik maken van de mogelijkheid om binnen de gegeven hoger beroepstermijn te volstaan met een pro-forma hoger beroepschrift. Dit betekent dat de hoger beroepsgronden op een later moment worden ingediend.
- Voor het instellen van het hoger beroep is griffierecht verschuldigd.