Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 3 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een hotelexploitant en de Gouverneur van Sint Maarten. De belanghebbende, eigenaar van een hotel dat in 2017 door orkaan Irma zwaar beschadigd raakte, verzocht om belastingvrijstelling op basis van de Landsverordening ter Bevordering van bedrijfsvestiging en hotelbouw (LBBH). De belanghebbende stelde dat de schade en de daaropvolgende renovatie zodanig ingrijpend waren dat er feitelijk een nieuw gebouw was ontstaan, en vroeg om erkenning als bedrijf in de zin van de LBBH.
De Gouverneur had eerder het verzoek afgewezen, met de stelling dat de werkzaamheden niet kwalificeerden als nieuwbouw maar als herstel van een bestaand gebouw. Het Gerecht oordeelde dat de delen van het hotel die na de sloop overeind waren gebleven, essentieel waren voor de constructie en dat er geen sprake was van nieuwbouw. De rechtbank concludeerde dat de bestaande bouwkundige constructie niet zodanig was gewijzigd dat er in wezen een nieuw gebouw was ontstaan. De belanghebbende had onvoldoende bewijs geleverd voor haar stelling dat de renovatie als nieuwbouw moest worden aangemerkt.
Uiteindelijk verklaarde het Gerecht het beroep ongegrond en wees het verzoek om belastingvrijstelling af. De uitspraak benadrukt de strikte interpretatie van de LBBH en de voorwaarden voor belastingfaciliteiten in het kader van hotelbouw en -exploitatie op Sint Maarten.