ECLI:NL:OGEAM:2022:61

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
16 september 2022
Publicatiedatum
20 september 2022
Zaaknummer
SXM202200192 en SXM202200193
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijkheid van proceskostenvergoeding en griffierecht in belastingzaken

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, is het geschil ontstaan over de vraag of de belanghebbende recht heeft op vergoeding van proceskosten en griffierecht. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen twee naheffingsaanslagen, maar de Inspecteur had deze aanslagen voorafgaand aan de beroepsprocedure vernietigd. Hierdoor oordeelt het Gerecht dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat het instellen van het beroep overbodig was. De belanghebbende was voorafgaand aan het beroep al geïnformeerd over de vernietiging van de aanslagen, zowel telefonisch als per e-mail. Dit betekent dat er geen recht op proceskostenvergoeding bestaat, aangezien de Inspecteur niet ernstig onzorgvuldig heeft gehandeld en de belanghebbende geen aangiften had gedaan ten tijde van de naheffingsaanslagen. Het Gerecht concludeert dat er geen recht bestaat op vergoeding van kosten in zowel de bezwaarfase als de beroepsfase, en verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Uitspraak van 16 september 2022
BBZ nrs. SXM202200192 en SXM202200193
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken 1940 van:
[Belanghebbende], gevestigd te Sint Maarten,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend te Sint Maarten,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is op 25 februari 2021 een naheffingsaanslag loonbelasting opgelegd over het tijdvak januari 2018 naar een verschuldigde belasting van NAf 475.
1.2
Aan belanghebbende is op 25 februari 2021 een naheffingsaanslag premie AVBZ over het tijdvak februari 2018 naar een verschuldigde premie van NAf 50.
1.3
Belanghebbende heeft op 16 april 2021 tegen de naheffingsaanslagen bezwaar gemaakt.
1.4
De Inspecteur heeft op respectievelijk 30 september 2021 (loonbelasting) en 15 oktober 2021 (premie AVBZ) de naheffingsaanslagen vernietigd.
1.5
Belanghebbende heeft op 15 februari 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van tweemaal NAf 150.
1.6
De Inspecteur heeft op 30 mei 2022 en 22 juli 2022 verweerschriften ingediend.
1.7
Belanghebbende heeft op 26 juli 2022 een nader stuk ingediend.
1.8
De zitting heeft plaatsgevonden op 24 augustus 2022 te Philipsburg. Namens belanghebbende is verschenen [A] (directeur-grootaandeelhouder). Namens de Inspecteur zijn verschenen [B] en [C]. Gelijktijdig zijn behandeld de zaken van belanghebbende met nummers SXM202200174, SXM202200190 en SXM202200194. Belanghebbende heeft een pleitnota voorgedragen en ingebracht.

2.OVERWEGINGEN

Ontvankelijkheid beroep

2.1
Een beroep moet niet-ontvankelijk worden verklaard als de indiener van dat rechtsmiddel geen belang daarbij heeft. Daarvan is sprake als het aanwenden van het rechtsmiddel, ongeacht de gronden waarop het steunt, hem niet in een betere positie kan brengen met betrekking tot het bestreden besluit en eventuele bijkomende (rechterlijke) beslissingen (vgl. HR 12 mei 2017, ECLI:NL:HR:2017:844).
2.2
De Inspecteur heeft voorafgaand aan de beroepsprocedure de naheffingsaanslagen loonbelasting januari 2018 en premie AVBZ februari 2018 vernietigd. In zoverre kan het beroep belanghebbende niet in een betere positie brengen en dient het beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard (vgl. HR 8 september 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU4755).

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Bezwaarfase

3.1
In gevallen, zoals het onderhavige, waarin in de bezwaarfase de naheffingsaanslagen vernietigd zijn en de Inspecteur dus geheel aan de bezwaren van belanghebbende is tegemoetgekomen, bestaat recht op een vergoeding van de kosten van de bezwaarfase als aan de in artikel 32a Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL) en aan de in de Regeling proceskostenvergoeding bezwaarfase belastingzaken (de Regeling) gestelde voorwaarden is voldaan.
3.2
Ingevolge artikel 32a, lid 1 ALL worden, op verzoek van de belastingplichtige, de kosten die de belastingplichtige in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken, vergoed voor zover de aanslag door ernstige onzorgvuldigheid in strijd met het recht is opgelegd. Ingevolge artikel 32a, lid 2 ALL moet het verzoek worden gedaan voordat de Inspecteur op het bezwaar heeft beslist. In artikel 1 van de Regeling is bepaald dat een vergoeding van kosten van de bezwaarfase uitsluitend betrekking kan hebben op kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
3.3
Belanghebbende heeft voorafgaand aan de vernietiging van de naheffingsaanslagen verzocht om een proceskostenvergoeding. De Inspecteur treft echter niet het verwijt dat hij ernstig onzorgvuldig heeft gehandeld. Belanghebbende had immers ten tijde van het opleggen van de naheffingsaanslagen geen aangiften ingediend. Het Gerecht is dan ook van oordeel dat belanghebbende geen recht heeft op een kostenvergoeding voor de bezwaarfase.
Beroepsfase
3.4
Indien in gevallen als de onderhavige geheel aan de bezwaren is tegemoetgekomen vóórdat beroep is ingesteld, zal in de regel geen recht bestaan op een vergoeding van kosten van de beroepsfase en evenmin recht op vergoeding van het griffierecht. De belastingplichtige heeft dan immers geen belang meer bij het instellen van beroep, zodat het beroep overbodig is. Deze regel kan uitzondering leiden indien de belastingplichtige ten tijde van het indienen van het beroep niet op de hoogte was van de tegemoetkoming door de Inspecteur.
3.5
Belanghebbende heeft in dat verband gesteld dat zij geen uitspraken op bezwaar heeft ontvangen en dat zij niet door de Inspecteur is geïnformeerd over de vernietiging van de naheffingsaanslagen. Het Gerecht overweegt als volgt. Op 14 juli 2021 heeft een telefonisch gesprek plaatsgevonden tussen belanghebbende en de Inspecteur onder andere over de onderhavige naheffingsaanslagen loonbelasting en premie AVBZ. De Inspecteur heeft daarna per e-mail van 14 juli 2021 bevestigd wat telefonisch is besproken. De Inspecteur heeft in zijn e-mail aangegeven dat de naheffingsaanslagen loonbelasting en premieheffing, waaronder onderhavige naheffingsaanslagen, verwijderd worden. Het Gerecht leidt hieruit af dat belanghebbende ten tijde van het instellen van het beroep op 15 februari 2022 wist dat de naheffingsaanslagen loonbelasting januari 2018 en premie AVBZ februari 2018 reeds vernietigd waren dan wel zouden worden. Gelet hierop was instelling van het beroep overbodig zodat geen recht bestaat op een vergoeding van de kosten van de beroepsfase. Overigens komt daar in dit geval nog bij dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is geweest van door een derde beroepsmatig verleende bijstand.
3.6
Gelet op hetgeen het Gerecht in 3.5 heeft overwogen heeft belanghebbende geen recht op vergoeding van het griffierecht

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. drs. M.M. de Werd, rechter, en is uitgesproken op 16 september 2022, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.C.M.J. Bucx.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Frontstreet 58 (The Courthouse)
Philipsburg
Sint Maarten
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van NAf 300 verschuldigd.