ECLI:NL:OGEAM:2022:129

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
22 juli 2024
Zaaknummer
100.00481/20
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting en witwassen door ambtenaren van het Land Sint Maarten met betrekking tot ICT-aanbestedingen

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 21 december 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1971 te Sint Maarten, die samen met medeverdachten betrokken was bij oplichting en witwassen. De verdachte was hoofd van de ICT-afdeling van het Land Sint Maarten en heeft in de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2019, samen met medeverdachten, oplichtingspraktijken gepleegd door aanbestedingen voor ICT-producten te manipuleren. De verdachte en zijn medeverdachten hebben hun posities misbruikt om contracten te verkrijgen voor hun eigen bedrijven, waarbij zij geheime en concurrentiegevoelige informatie hebben gebruikt en de besluitvormingsprocedures van de overheid hebben beïnvloed. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten zich schuldig hebben gemaakt aan oplichting en witwassen, waarbij aanzienlijke bedragen van de overheid zijn verduisterd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren en negen maanden, met inachtneming van de overschrijding van de redelijke termijn van de rechtsgang. Het openbaar ministerie is niet ontvankelijk verklaard in de vervolging voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 19 november 2013, omdat de verjaringstermijn was verstreken. De zaak benadrukt de noodzaak van integriteit binnen de overheid en de gevolgen van corruptie.

Uitspraak

Parketnummer: 100.00481/20
Uitspraak: 21 december 2022
Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op
[datum]1971 te Sint Maarten,
wonende op
[adres]te Sint Maarten,

Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 26 en 27 oktober 2022 en 30 november 2022. Verdachte is telkens verschenen, bijgestaan door raadsvrouw, mr. S.H.M. Ibrahim, advocaat te Sint Maarten.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1 primair
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2015 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, een of meerdere malen en/of telkens, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, het Land Sint Maarten en/of eilandgebied Sint Maarten en/of Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (hierna: USONA) heeft bewogen tot de afgifte van een bedrag van USD 1.775.881,- en/of NAF 1.092.989,- in elk geval van enig bedrag
[bedrijfnaam 1]hebbende verdachte en/of zijn mededader(s), met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/ of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
A.
heimelijk onverenigbare nevenfuncties vervuld door hoofd te zijn van de ICT afdeling van het Land Sint Maarten en/of eilandgebied Sint Maarten en lid te zijn van de beoordelings- en adviescommissie aanbestedingen ICT projecten (awarding committee) van het Land Sint Maarten en/of eilandgebied Sint Maarten en daarnaast belanghebbende en/of feitelijk leidinggevende te zijn van
[bedrijfnaam 1];
B.
het belang en/of de rol en/of de nevenfunctie die hij en zijn mededader(s)
hadden bij
[bedrijfnaam 1]verborgen voor het publiek en/of zijn direct leidinggevenden en/of het Land Sint Maarten en/of eilandgebied Sint Maarten en/of USONA en/of het publiek en/of zijn direct leidinggevenden;
C.
In hoedanigheid van hoofd ICT afdeling van het Land Sint Maarten en/of eilandgebied Sint Maarten:
- zijn positie en gezag aangewend en/ of positief geadviseerd middels een intern advies om te bewerkstelligen dat
[bedrijfnaam 1]contracten voor de levering van ICT producten werden gegund, en/of;
- geheime en/of nog niet openbare en of concurrentiegevoelige (overheids) informatie aan
[bedrijfnaam 1]heeft verstrekt en/of voor
[bedrijfnaam 1]de benodigde (aanbestedings)documenten opgesteld en/of doen opstellen en/of
[bedrijfnaam 1]geadviseerd en of geassisteerd bij het opstellen van een of meerdere (aanbestedings)documenten, en/of;
- namens het Land Sint Maarten en/of eilandgebied Sint Maarten aanbestedingsprocedures voor de aanschaf van ICT producten (mede) uit te voeren en/of te doen uitvoeren en/of terms of references voor de aanschaf van ICT producten op te stellen en/of te doen opstellen en/of heeft deelgenomen aan de beoordeling van offertes van
[bedrijfnaam 1]voor ICT projecten in de beoordelings- en adviescommissie aanbestedingen ICT projecten (awarding committee) van het land Sint Maarten en/of eilandgebied Sint Maarten, en/of;
- adviesbladen en/of IC findings en/of memo's, althans documenten strekkende tot advies om fondsen over te maken aan
[bedrijfnaam 1](mede) op te (doen) stellen en/of te (doen) ondertekenen en/of (te doen) door (te) sturen ter behandeling door de minister en/of de ministerraad en/of het bestuurscollege van het Land Sint Maarten en/of eilandgebied Sint Maarten en/of USONA, en/of;
- facturen van
[bedrijfnaam 1]gericht aan het Land Sint Maarten en/of eilandgebied Sint Maarten voor de aanschaf van ICT producten (mede) (voor akkoord) te ondertekenen;
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) verzuimd heeft te vermelden en/of kenbaar te maken aan het publiek en/of zijn direct leidinggevenden en/of het Land Sint Maarten en/of eilandgebied Sint Maarten en/of Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (USONA) dat hij en/of zijn mededader(s) (middelijk) een (feitelijk) leidinggevende rol/aansturende rol/geldelijk belang had in
[bedrijfnaam 1];
D. met zijn mededader(s) en/ of [naam mededader] en/ of anderen in de beoordelings-en adviescommissie aanbestedingen ICT projecten (awarding committee) van het land Sint Maarten en/ of eilandgebied Sint Maarten heeft/hebben deelgenomen aan de beoordeling van offertes voor ICT projecten van
[bedrijfnaam 1]terwijl hij en/ of zijn mededader(s) en/ of [naam mededader] en/ of anderen in een zakelijke en/ of financiele en/ of vriendschappeUjke relatie tot elkaar stonden en hij/ zij verzuimd heeft/hebben deze relatie kenbaar te maken aan het publiek en/ of zijn direct leidinggevenden en/ of het Land Sint Maarten en/ of eilandgebied Sint Maarten en/ of USONA;
E. de namen van [naam schoonzus van verdachte] en/ of [naam salesmanager] en/ of [medeverdachte2] als afzender gebruikt in e-mails en/ of facturen althans in communicatie namens
[bedrijfnaam 1]gericht aan verdachte en/ of zijn mededader(s) zelf in zijn hoedanigheid als hoofd, althans (senior) beleidsadviseur, althans als waarnemend sectiehoofd van de afdeling ICT van de het Land Sint Maarten en/ of eilandgebied Sint Maarten en/ of de afdeling ICT van het Land Sint Maarten en/ of eilandgebied Sint Maarten;
F. bij binnenkomst van de goederen de registratie en/ of tracking daarvan bemoeilijkt door o.a. de gele trackingstickers te verwijderen en/ of geen sluitende administratie te voeren van de ingekomen ICT producten, en/ of geen transparante rapportage van de uitvoering van de aanbestede projecten op te leveren;
terwijl verdachte en/ of zijn mededader(s) (telkens) verzuimd heeft te vermelden en/ of kenbaar te maken aan het publiek en/ of zijn direct leidinggevenden en/ of het Land Sint Maarten en/ of eilandgebied Sint Maarten en/ of Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (USONA) dat hij en/of zijn mededader(s) (middelijk) een (feitelijk) leidinggevende rol/aansturende rol/geldelijk belang had in
[bedrijfnaam 1];
Feit 1 subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2015 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meerdere malen en/of telkens als ambtenaar (hoofd van de afdeling ICT van het Land Sint Maarten en/of het eilandgebied Sint Maarten) opzettelijke enig goed en/of geld (geldbedragen ter hoogte van USD 1.775.881,- en/of NAF 1.092.989,-) dat toebehoorde aan van het Land Sint Maarten en/of het eilandgebied Sint Maarten en/of Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (USONA) en dat hij anders dan door misdrijf en/of uit hoof de van zijn dienstbetrekking en/of van zijn beroep en/of in zijn bediening, onder zich had als budgethouder en/of als hoofd afdeling ICT (van) het Land Sint Maarten en/of het eilandgebied Sint Maarten, zich wederrechtelijk heeft toegeëigend of heeft toegelaten dat het door een ander wordt weggenomen of verduistert;
Feit 2 primair
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2019 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meerdere malen en/of telkens, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, het Land Sint Maarten heeft bewogen tot de afgifte van een bedrag van USD 2.629.198,- en/of NAF 50.634 - in elk geval van enig bedrag aan (hierna
[bedrijfnaam 2]hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
A.
heimelijk onverenigbare nevenfuncties vervuld door hoofd te zijn van de ICT afdeling bij het Land Sint Maarten en lid te zijn van de beoordelings- en adviescommissie aanbestedingen ICT projecten (awarding committee) van het land Sint Maarten en daarnaast belanghebbende en/of feitelijk leidinggevende te zijn bij
[bedrijfnaam 2];
B.
het belang en/of de rol en/of de nevenfunctie die hij en zijn mededader(s) hadden bij
[bedrijfnaam 2]heeft verborgen voor het publiek en/of zijn direct leidinggevenden en/ of het Land Sint Maarten en/of het publiek en/of zijn direct leidinggevenden en/of het Land Sint Maarten daarover niet heeft geïnformeerd;
C.
in hoedanigheid van hoofd ICT afdeling van het Land Sint Maarten
- zijn positie en gezag aangewend en/of positief geadviseerd middels een intern advies om te bewerkstelligen dat
[bedrijfnaam 2]contracten voor de levering van ICT producten werden gegund, en/of;
- geheime en/of nog niet openbare en of concurrentiegevoelige (overheids) informatie aan
[bedrijfnaam 2]heeft verstrekt en/of voor
[bedrijfnaam 2];
- de benodigde (aanbestedings)documenten opgesteld en/of
[bedrijfnaam 2]
geadviseerd en of geassisteerd bij het opstellen van een of meerdere (aanbestedings)documenten, en/of;
- namens het Land Sint Maarten aanbestedingsprocedures voor de aanschaf van ICT producten (mede) te voeren en/of te doen voeren en/of terms of references voor de aanschaf van ICT producten op te stellen en/of te doen opstellen, en/of;
- deelgenomen aan de beoordeling van offertes van
[bedrijfnaam 2]voor ICT projecten in de beoordelings- en adviescommissie aanbestedingen ICT projecten (awarding committee) van het land Sint Maarten, en/of;
- adviesbladen en/of IC findings en/of memo's, althans documenten strekkende tot advies om fondsen over te maken aan
[bedrijfnaam 2](mede) heeft opgesteld en/of doen opstellen en/of ondertekend en/of te doen ondertekenen en/of verstuurd en/of doen versturen ter behandeling door de minister en/of de ministerraad (van) en/of het Land Sint Maarten, en/of;
- facturen van
[bedrijfnaam 2]gericht aan de het Land Sint Maarten voor de aanschaf van ICT producten (mede) (voor akkoord) heeft ondertekend,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) verzuimd heeft te
vermelden en/of kenbaar te maken aan het publiek en/of zijn (direct)
leidinggevenden en/of het Land Sint Maarten dat verdachte en/of zijn
mededader(s) (middelijk) een (feitelijk) leidinggevende rol en/of een
aansturende rol en/of geldelijk belang had in
[bedrijfnaam 2];
D.
met zijn mededader(s) en/of anderen deelgenomen in de beoordelings- en adviescommissie aanbestedingen ICT projecten (awarding committee) van het land Sint Maarten aan de beoordeling van offertes voor ICT projecten van
[bedrijfnaam 2]terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) en/of anderen in een zakelijke en/of financiele en/of vriendschappelijke relatie tot elkaar stonden en/of hij/ zij verzuimd hebben deze relatie kenbaar te maken aan het publiek en/of zijn (direct) leidinggevenden en/of het Land Sint Maarten;
E.
aan
[bedrijfnaam 2]een gunstigere beoordeling gegeven dan aan de andere aanbieders
door prijzen voor onderhoud op te tellen bij de productprijzen (van
[bedrijfnaam 6]) en door aan
[bedrijfnaam 2]meer kwaliteit toe te dichten dat het in realiteit had (door) en/of in een adviesblad op te nemen en/of te ondertekenen waarin staat dat
[bedrijfnaam 2]een bedrijf is dat niet alleen detailhandel doet maar ervaring heeft en IT services levert aan verschillende clienten op Sint Maarten (adviesblad New Administration Building D2-276);
F.
bij binnenkomst van de goederen de registratie en/of tracking daarvan bemoeilijkt door o.a. de gele trackingstickers te verwijderen en/of geen sluitende administratie te voeren van de ingekomen ICT producten en/of geen transparante rapportage van de uitvoering van de aanbestede projecten op te leveren;
G.
de naam '[G-naam1] gebruikt in emails en/of en/of facturen althans in communicatie namens
[bedrijfnaam 2]gericht aan verdachte en/of zijn mededader(s) zelf in zijn hoedanigheid als hoofd, althans (senior) beleidsadviseur, althans als waarnemend sectiehoofd van de ICT afdeling, althans ambtenaar te zijn van het Land Sint Maarten en/of de afdeling ICT van het Land Sint Maarten;
Feit 2 subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2019 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meerdere malen en/of telkens al dan niet als ambtenaar (hoofd van de afdeling ICT van het Land Sint Maarten en/of het eilandgebied Sint Maarten) opzettelijke enig goed, geld (geldbedragen ter hoogte van USD 2.629.198,- en/of NAF 50.634,-) dat toebehoorde aan het Land Sint Maarten en dat hij anders dan door misdrijf en/of uit hoofde van zijn dienstbetrekking en/of van zijn beroep en/of in zijn bediening, onder zich had als budgethouder en/of hoofd afdeling ICT (van) en/of het Land Sint Maarten, zich wederrechtelijk heeft toegeëigend of heeft toegelaten dat het door een ander wordt weggenomen of verduistert;
Feit 3
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2015 tot en met 31 december 2019 in Sint Maarten, tezamen en in verenging met anderen, althans alleen, in zijn functie als ambtenaar, te weten als hoofd van de ICT afdeling bij de het Land Sint Maarten, in elk geval enig ambtelijke functie, meermalen, althans eenmaal opzettelijk iets heeft gedaan en/ of heeft nagelaten te doen teneinde enig voordeel voor hem en/of een ander te verkrijgen, namelijk de toewijzing van contracten aan
[bedrijfsnaam1] [bedrijfnaam 2], namelijk verdachte heeft:
- heimelijk onverenigbare nevenfuncties vervuld door als hoofd, althans (senior) beleidsadviseur, althans als waarnemend sectiehoofd van de ICT afdeling bij het Land Sint Maarten en lid van de beoordelings- en adviescommissie aanbestedingen ICT projecten (awarding committee) van het land Sint Maarten en daarnaast belanghebbende en/of feitelijk leidinggevende te zijn bij
[bedrijfsnaam1]en/of
[bedrijfnaam 2], en/of;
- het belang en/of de rol en/of de nevenfunctie die hij en zijn mededader(s) hadden bij
[bedrijfsnaam1]en/of
[bedrijfnaam 2]verborgen voor en/of daarvan geen informatie heeft vertrekt aan het publieke en/of (direct) leidinggevenden en/of het Land Sint Maarten, en/of;
- zijn positie en gezag aangewend en/of de besluitvormingsprocedures van het Land Sint Maarten beïnvloed en/of positief geadviseerd middels een intern advies en/of IC findings om te bewerkstelligen dat
[bedrijfsnaam 1]en/of
[bedrijfnaam 2]contracten voor de levering van ICT producten werden gegund door het Land Sint Maarten, en/of;
- geheime en/of nog niet openbare en of concurrentiegevoelige (overheids) informatie aan
[bedrijfsnaam1]en/of
[bedrijfnaam 2]verstrekt en/of en/of
[bedrijfnaam 1]en/of
[bedrijfnaam 2]de benodigde (aanbestedings)documenten opgesteld en/of
[bedrijfsnaam 1]en/of
[bedrijfnaam 2]geadviseerd en of geassisteerd bij het opstellen van een of meerdere (aanbestedings)documenten;
Feit 4
hij en/of een of meer (onbekend gebleven) personen op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2019 in Sint Maarten, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt, althans telkens zich schuldig heeft/hebben gemaakt aan (schuld)witwassen,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (krachtens die gewoonte) (telkens) van (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) van in totaal ongeveer USD 1.775.881,- en/of NAF 1.092.989,-, althans enig geldbedrag, (ontvangen op de bankrekeningen behorende
[bedrijfsnaam 1]
(telkens) de werkelijke aard en/of herkomst en/of vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld, en/of (telkens) verhuld en/of verborgen wie de rechthebbende(n) op dat/ die voorwerp(en) is/zijn
en/of (telkens) (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) van in totaal ongeveer USD 1.775.881,- en/of NAF 1.092.989,-, althans enig geldbedrag, (ontvangen op de bankrekeningen behorende aan
[bedrijfnaam 1]) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik gemaakt,
immers, heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) onder meer:
  • USD 215.000,- althans enig geldbedrag overgemaakt van de bankrekening van
  • USD 68.888,89 althans enig geldbedrag overgemaakt van de bankrekening van
  • USD 10.285,15 en USD 95.832,63, althans enig bedrag van de rekening van
perceel in Sentry Hill en/of
- Cheques uitgeschreven en/of contante opnames en/ of overschrijvingen gedaan van de rekening van
[bedrijfsnaam 1]voor prive doeleinden en/of familieleden en/of mededader(s) waaronder:
o Inyo Pool Services (USD 7.962,86)
o Paradise Pool
o Rene Driving School
o [naam bedrijf echtgenoteverdachte]
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) en/of begre(e)p(en) en/of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat voormeld(e) voorwerp(en) (geheel of gedeeltelijk) onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
EN/OF
[bedrijfnaam 1]) en/of een of meer aanverwante rechtsperso(o)n(en), in elk geval een rechtspersoon, op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2019 in Sint Maarten, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans telkens zich schuldig heeft gemaakt aan schuldwitwassen,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (krachtens die
gewoonte) (telkens) van (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en)
van in totaal ongeveer USD 1.775.881,- en/of NAF 1.092.989,-, althans enig
geldbedrag, (ontvangen op de bankrekeningen behorende aan
[bedrijfnaam 1])
(telkens) de werkelijke aard en/of herkomst en/of vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld, en/of (telkens) verhuld en/of verborgen wie de rechthebbende(n) op dat/ die voorwerp(en) is/zijn
en/of (telkens) (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) van in
totaal ongeveer USD 1.775.881,- en/of NAF 1.092.989,-, althans enig geldbedrag, (ontvangen op de bankrekeningen behorende aan
[bedrijfnaam 1]) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik gemaakt,
immers, heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) onder meer:
- USD 215.000,- althans enig geldbedrag overgemaakt van de bankrekening van
[bedrijfnaam 1]naar de Amerikaanse bankrekening van
[bedrijfnaam 3]en/of
- USD 68.888,89 althans enig geldbedrag van de bankrekening
[bedrijfnaam 1]overgemaakt naar een Amerikaanse bankrekening van Bank of America en Standard Chartered Bank (op naam van verdachte) en/of
- USD 10.285,15 en USD 95.832,63, althans enig bedrag van de bankrekening van
[bedrijfnaam 1]overgemaakt naar de bankrekening van notariskantoor Mingo voor de aanschaf van een longlease op een perceel in Sentry Hill en/of
- Cheques uitgeschreven en/of contante opnames en/of overschrijvingen gedaan van de bankrekening van
[bedrijfnaam 1]voor prive doeleinden en/of familieleden en/of mededader(s) waaronder:
o Inyo Pool Services (USD 7.962,86)
o Paradise Pool
o Rene Driving School
o [naam bedrijf echtgenote verdachte]
zulks terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) tot (het) vorenstaande feit(en) opdracht heeft gegeven en/of feitelijke leiding heeft gegeven aan de vorenstaande verboden gedraging.
Feit 5
hij en/of een of meer (onbekend gebleven) personen op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 mei 2013 tot en met 31 december 2019 in Sint Maarten, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich schuldig heeft gemaakt aan (schuld)witwassen,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (krachtens die gewoonte) (telkens) van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere (grote) contant(e) geldbedrag(en), te weten een totaal bedrag van USD 2.629.198,- en/ of NAF 50.634,- althans een geldbedrag, ontvangen op de bankrekeningen toebehorende aan
[bedrijfnaam 2],
(telkens) de werkelijke aard en/of herkomst en/of vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld, en/of (telkens) verhuld en/of verborgen wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) is/ zijn en/ of (telkens) (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere (grote) contant(e) geldbedrag(en), te weten een totaal bedrag van USD 2.629.198,- en/of NAF 50.634,- althans een geldbedrag, ontvangen op de bankrekeningen toebehorende aan
[bedrijfnaam 2]verworven en/of voorhanden gehad en/ of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik gemaakt,
immers, heeft verdachte en/of zijn mededader(s)
- ( telkens) bedragen van de bankrekening van
[bedrijfnaam 2]overgemaakt naar de (Amerikaanse) bankrekeningen van
[bedrijfnaam 4](ongeveer USD 595.114,-) en/of [
bedrijfnaam 5](ongeveer USD 437.674,-) en/of
[bedrijfnaam 3](ongeveer USD406.620,-), en/ of;
- een bedrag van USD 471.050,- van de bankrekening van
[bedrijfnaam 2]overgemaakt naar de bankrekening van
[bedrijfnaam 6](waarop vanaf de bankrekening van
[bedrijfnaam 6]een bedrag van USD 437.674,- is overmaakt aan
[bedrijfnaam 4]en een bedrag van USD 13.900 is overgemaakt aan
[bedrijfnaam 3]), en/of;
- Cheques uitgeschreven en/of contante opnames en/of overschrijvingen gedaan van de bankrekening van
[bedrijfnaam 2]ten behoeve van familieleden en/of mededader(s) en/of
- vanaf de bankrekeningen van
[bedrijfnaam 4]en/of
[bedrijfnaam 5]en/of
[bedrijfnaam 3]uitgaven gedaan ten behoeve van privedoeleinden en/of familieleden en/of mededader(s) waaronder voor:
o Beleggingen
o Aanschaf en huur van auto's
o Inventaris voor de kleding winkel van [naam bedrijf echtgenote verdachte]
o Levensmiddelen, voedsel en kleding
o Vliegtickets
o Timeshare en vakantieverblijven
o Verzekeringen
o Studiekosten voor zoon [naam zoon van verdachte]
o Betalingen aan [naam medeverdachte1], [naam medeverdachte2], [naam echtgenote verdachte] en [naam salesmanager],
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) en/of begre(e)p(en) en/of redelijkerwijs moest vermoeden dat voormeld voorwerp (geheel of gedeeltelijk) onmiddellijk of middellijk afkomstig was uit enig misdrijf
EN/OF
[bedrijfnaam 2]en/of
[bedrijfnaam 4]en/of
[bedrijfnaam 5]en/of
[bedrijfnaam 3]en/of een of meer aanverwante rechtsperso(o)n(en), in elk geval een rechtspersoon, op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 mei 2013 tot en met 31 december 2019 in Sint Maarten, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans telkens zich schuldig heeft gemaakt aan schuldwitwassen,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (krachtens die gewoonte) (telkens) van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere (grote) contant(e) geldbedrag(en), te weten een totaal bedrag van USD 2.629.198,- en/of NAF 50.634,- althans een geldbedrag, ontvangen op de bankrekeningen toebehorende aan
[bedrijfnaam 2],
(telkens) de werkelijke aard en/of herkomst en/of vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld, en/of (telkens) verhuld en/of verborgen wie de rechthebbende(n) op dat/ die voorwerp(en) is/ zijn, en/of (telkens) (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere (grote) contant(e) geldbedrag(en), te weten een totaal bedrag van USD 2.629.198,- en/of NAF 50.634,- althans een geldbedrag, ontvangen op de bankrekeningen toebehorende aan
[bedrijfnaam 2]verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik gemaakt,
immers, heeft verdachte en/of zijn mededader(s)
- ( telkens) bedragen van de bankrekening van
[bedrijfnaam 2]overgemaakt naar de (Amerikaanse) bankrekeningen van
[bedrijfnaam 4](ongeveer USD 595.114,-) en/of
[bedrijfnaam 5](ongeveer USD 437.674,-) en/of
[bedrijfnaam 3](ongeveer USD406.620,-), en/ of;
- een bedrag van USD 471.050,- van de bankrekening van
[bedrijfnaam 2]overgemaakt naar de bankrekening van
[bedrijfnaam 6](waarop vanaf de bankrekening van
[bedrijfnaam 6]een bedrag van USD 437.674,- is overmaakt
[bedrijfnaam 4]en een bedrag van USD 13.900,- is overgemaakt aan
[bedrijfnaam 3]), en/of;
- Cheques uitgeschreven en/of contante opnames en/of overschrijvingen gedaan van de bankrekening van
bedrijfnaam 2]ten behoeve van familieleden en/of mededader(s), en/of;
- vanaf de bankrekeningen van
[bedrijfnaam 4]en/of
[bedrijfnaam 5]en/of
[bedrijfnaam 3]uitgaven gedaan voor prive doeleinden waaronder voor:
o Beleggingen
o Aanschaf en huur van auto's
o Inventaris voor de kleding winkel van [naam bedrijf echtgenote verdachte]
o Levensmiddelen, voedsel en kleding
o Vliegtickets
o Timeshare en vakantieverblijven
o Verzekeringen
o Studiekosten voor zoon [naam zoon van verdachte]
o Betalingen aan [naam medeverdachte1], [naam medeverdachte2], [naam echtgenote verdachte] en [naam salesmanager],
zulks terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) tot (het) vorenstaande feit(en) opdracht heeft gegeven en/of feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging.

Formele voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

Gedeeltelijke niet ontvankelijkheid openbaar ministerie

Het Gerecht stelt vast dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk is in zijn vervolging met betrekking tot de ten laste gelegde periode van 1 januari 2010 tot en met 19 november 2013 onder feit 1 primair en feit 2 primair. Het Gerecht overweegt daartoe als volgt.
Op grond van het Wetboek van Strafrecht Sint Maarten (WvSr) is de maximale straf voor oplichting vier jaren gevangenisstraf. Ingevolge artikel 1:145 WvSr vervalt het recht tot strafvervolging door verjaring en bedraagt de verjaringstermijn voor oplichting twaalf jaren. Echter, tot 1 juni 2015 was het oude wetboek van Strafrecht Nederlandse Antillen (SrNA) van toepassing. Op grond van dit wetboek was de maximale straf voor oplichting destijds drie jaren en krachtens artikel 72 SrNA betrof de verjaringstermijn voor oplichting daarom zes jaren. Uit het arrest van de Hoge Raad van 29 januari 2010 [1] volgt dat in geval van verandering van wetgeving met betrekking tot de verjaring als uitgangspunt geldt dat deze verandering direct van toepassing is, met dien verstande dat een reeds voltooide verjaring wordt geëerbiedigd. Het Gerecht dient daarom te beoordelen of de oplichting in de ten laste gelegde periode van 1 januari 2010 tot en met 31 mei 2015 verjaard is volgens de oude wetgeving.
Ingevolge artikel 1:147 Sr kan elke daad van vervolging de verjaring stuiten, mits die daad de vervolgde bekend is of hem betekend is. Op 19 november 2019 heeft er een huiszoeking in de woning van de verdachte plaatsgevonden en daarmee is de verjaring gestuit voor wat betreft de periode na 19 november 2013. Gelet op het voorgaande is de tenlastegelegde oplichting in de periode van 1 januari 2010 tot en met 19 november 2013 daarom verjaard. Het openbaar ministerie is derhalve niet ontvankelijk in zijn vervolging met betrekking tot deze ten laste gelegde periode onder feit 1 primair en feit 2 primair.
Gelet op de zeer vele bedragen, de grote omvang van het dossier en omdat er in het dossier veelal per jaar berekeningen zijn gemaakt, zal het Gerecht de feiten die aan verdachte ten laste zijn gelegd beoordelen vanaf 1 januari 2014.

Vrijspraak feit 1 subsidiair en 2 subsidiair, periode voor 1 januari 2014

Zoals hierna is weergegeven is het Gerecht tot een bewezenverklaring gekomen van de feiten 1 primair en 2 primair, voor wat betreft de periode na 1 januari 2014. Derhalve dient het Gerecht ook de feiten zoals tenlastegelegd onder 1 subsidiair en 2 subsidiair ten aanzien van de periode voor 1 januari 2014 te beoordelen, omdat voor die periode in de primaire varianten van deze feiten geen veroordeling volgt.
Het Gerecht is van oordeel dat verdachte de geldbedragen, voor zover deze verkregen zijn in de periode voor 1 januari 2014, heeft verkregen door middel van oplichting. Dat het Openbaar Ministerie de primair tenlastegelegde feiten over de periode voor 19 november 2013 niet meer mag vervolgen wegens verjaring, doet daar niet aan af.
Oplichting is een misdrijf. Voor verduistering is nodig dat de geldbedragen niet door middel van misdrijf zijn verkregen. Daarom dient verdachte te worden vrijgesproken van feit 1 subsidiair voor wat betreft de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2013, en voor feit 2 subsidiair ten aanzien van de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013.

Bewezenverklaring

Feit 1 primair, feit 2 primair en feit 3
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat niet ter discussie staat, vastgesteld:
Functies verdachte en medeverdachte[naam medeverdachte 1]
Vanaf 2009 was verdachte waarnemend hoofd van de afdeling ICT van het Land Sint Maarten. Hij is vanaf 2010 tot en met heden hoofd van diezelfde afdeling. [2] Medeverdachte [naam medeverdachte 1] is vanaf 2007 tot en met heden werkzaam voor het Land Sint Maarten. Hij werkte regelmatig op de afdeling ICT. [3]
, eenmanszaak en NV[bedrijfnaam 1](beiden hierna:[bedrijfnaam 1])
Op 15 juli 2003 heeft medeverdachte [naam medeverdachte 2] de eenmanszaak
[bedrijfnaam 1]opgericht. Dit bedrijf werd bij de Kamer van koophandel ingeschreven met het adres [adres] [4] . Dit was het adres van verdachte [5] . [naam medeverdachte 2] heeft in 2003 bij de Winward Islands Bank (WIB) ten behoeve van de eenmanszaak een dollar- en een guldenrekening geopend, waarop zijzelf en verdachte geautoriseerd zijn. [6] Op deze rekeningen is door het Land Sint Maarten in 2014 ANg 12.000 en USD 16.664,88 betaald voor toegekende ICT-aanbestedingen. In 2015 is door het Land Sint Maarten een bedrag van 4.880 dollar op de dollarrekening overgemaakt voor een toegekende ICT-aanbesteding [7] .
Op 13 september 2011 werd
[bedrijfnaam 1]opgericht door medeverdachte [naam medeverdachte 2]. [8] [naam schoonzus verdachte], de schoonzus van verdachte, en [naam medeverdachte 2] zijn als managing directors van dit bedrijf geregistreerd. [9] Op 11 april 2012 werden bij de First Caribbean International Bank (FCIB) een dollar- en een guldenrekening geopend. [naam schoonzus verdachte] en verdachte waren geautoriseerd voor deze rekeningen en bevoegd tot internetbankieren. [10]
Naar de dollarrekeningen is in 2014 door de stichting Usona USD 4.750.- overgemaakt, en door het Land Sint Maarten drie keer USD 75.166,31 voor toegekende ICT-aanbestedingen. [11] Naar de guldenrekening is in 2014 door Usona in totaal een bedrag van ANg 96.096,50 overgemaakt als betaling voor toegekende ICT-projecten [12] .
[bedrijfnaam 1]heeft derhalve na 1 januari 2014 voor toegewezen ICT-aanbestedingen, van het Land Sint Maarten en/of Usona, ontvangen: USD 251.793,81 en ANg 108.096,50
(hierna:[bedrijfnaam 2])
[bedrijfnaam 2]is opgericht op 20 mei 2013 door [naam ex-vrouw medeverdachte], destijds de echtgenote van medeverdachte [medeverdachte 1]. In de akte van oprichting staat vermeld dat [naam van de directrice bedrijfsnaam2] de directrice van het bedrijf is. [13] [bedrijfnaam 2]heeft een dollar en een guldenrekening bij de Banco di Caribe. In november 2013 is autorisatie bij deze bank aangevraagd voor online-banking. Op de aanvraag staat het telefoonnummer [telefoonnummer] vermeld [14] . Dit is het telefoonnummer van medeverdachte [naam medeverdachte 1] [15] .
Op deze rekeningen zijn betalingen voor ICT-aanbestedingen binnengekomen van het Land Sint Maarten. In 2014 betrof dit USD 108.854,60, in 2015 USD 46.140, in 2016 ANg 31.304 en USD 258.357,86, in 2017 USD 2.165.379,86, in 2018 USD 6.898,32 en in 2019 USD 35.515,97.
Derhalve in totaal USD 2.621.146,01 en ANg 31.304.
Aanbestedingsprocedure overheid Sint Maarten
Verdachte heeft verklaard dat de Procure-to-Pay van de overheid voorschrijft dat er bij een aanbestedingsproject van boven de NAf 15.000 drie offertes zijn vereist. Bij een aanbesteding van boven de NAf 50.000 is bij de inkoop van goederen en diensten het mandaat van de Council of Ministers noodzakelijk. Bij aanbestedingen lager dan NAf 50.000 heeft de Minister zelf het mandaat. [16] Bij dergelijke aanbestedingen onder de NAf 50.000 wordt er een proposal uitgestuurd naar minimaal drie bedrijven die op een lijst staan bij de betrokken afdeling van het Land Sint Maarten. Deze bedrijven worden uitgenodigd om biedingen te doen op de aan te besteden projecten. Verdachte, als hoofd van de afdeling ICT, adviseert de Minister of er apparatuur moet worden ingekocht en derhalve of er een aanbesteding nodig is. Meestal is het zo dat de bieder met de laagste prijs de aanbesteding wint.
Bij aanbestedingen boven de NAf 50.000 wordt door verdachte, als hoofd van de afdeling ICT een budget bepaald aan de hand van te benodigde apparatuur. Het budget wordt vervolgens goed- of afgekeurd door de Council of Ministers. Daarna wordt er een public tender uitgebracht door middel van een advertentie in de media. Bedrijven die daarop reageren, ontvangen een e-mail met informatie en de deadline voor de bieding. De biedingen worden aangeleverd in gesloten enveloppen die worden geopend in aanwezigheid van alle meebiedende bedrijven. Vervolgens worden de geboden bedragen aan alle aanwezigen bekend gemaakt. Daarna worden de biedingen door een Awarding Committee, dat uit drie personen bestaat, beoordeeld aan de hand van een scoresysteem en brengt het comité hierover advies uit aan de Council of Ministers. Verdachte zat als hoofd van de ICT-afdeling altijd in het Awarding Committee. Ook medeverdachte [naam medeverdachte1] heeft een aantal keren plaats genomen in dit comité. [17]
Standpunt van de officier van justitie
Volgens de officier van justitie kunnen verdachte en medeverdachte [naam medeverdachte 1] feitelijk als leidinggevende dan wel belanghebbende van
[bedrijfnaam 1]en
[bedrijfnaam 2]worden aangemerkt en kan daarom wettig en overtuigend worden bewezen dat zij het Land Sint Maarten hebben opgelicht. Verdachte en medeverdachte [naam medeverdachte 1] hebben als respectievelijk hoofd dan wel medewerker van de ICT-afdeling en als leden van de Awarding Committee belangrijke informatie onthouden aan de overheid van Sint Maarten die bij monde van de Council of Ministers moest beslissen over de allocatie van gelden voor ICT-projecten. De informatie die door hen werd achtergehouden was onder andere dat zij zelf belanghebbenden waren van
[bedrijfnaam 1]en
[bedrijfnaam 2]en dat deze bedrijven aan door de ICT-afdeling georganiseerde aanbestedingen meededen. Na positief advies van verdachte en medeverdachte [medeverdachte1] over de offertes van
[bedrijfnaam 1]en
[bedrijfnaam 2], zijn vervolgens een groot deel van de aanbestedingen aan deze bedrijven toegekend. Indien de overheid zou hebben geweten dat verdachte en [naam medeverdachte 1] de belanghebbenden waren van
[bedrijfnaam 1]en
[bedrijfnaam 2], zouden deze aanbestedingen nooit aan deze bedrijven hebben toegekend, aldus de officier van justitie.
Verdachte en medeverdachte [naam medeverdachte 1] hebben hun positie als respectievelijk hoofd van de ICT-afdeling en medewerker van die afdeling misbruikt om projecten voor de aankoop van ICT-apparatuur toe te wijzen aan bedrijven die feitelijk door hen geleid werden, en zich daarmee ook schuldig gemaakt aan feit 3.
Standpunt van de verdediging
Verdachte ontkent iedere betrokkenheid bij de bedrijven
[bedrijfnaam 1]en
[bedrijfnaam 2]. Met betrekking tot het bedrijf
[bedrijfnaam 1]heeft verdachte verklaard dat het bedrijf van zijn zus is en dat hij haar slechts bij bepaalde bedrijfsmatige handelingen behulpzaam was en slechts met haar toestemming. Met het bedrijf
[bedrijfnaam 2]heeft verdachte naar eigen zeggen niks van doen gehad.
De raadsvrouw van verdachte heeft aangevoerd dat niet is komen vast te staan dat de bedrijfsstructuur van
[bedrijfnaam 1]door verdachte was bedacht en opgezet en ook niet dat alle wezenlijke beslissingen door hem werden genomen. Met betrekking tot het bedrijf
[bedrijfnaam 2]heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte als hoofd van de ICT-afdeling af mocht gaan op de informatie zoals door
[bedrijfnaam 2]bij de aanbestedingsprocedures werd aangeleverd. Op grond van deze informatie is niet gebleken dat medeverdachte [naam medeverdachte1] enige betrokkenheid had bij
[bedrijfnaam 2]. Voorts is er geen sprake van medeplegen ten aanzien van het bedrijf
[bedrijfnaam 2], omdat er geen nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en
[bedrijfnaam 2]bestond. Bovendien heeft verdachte als waarnemend hoofd dan wel hoofd van de ICT-afdeling van de overheid te allen tijde in lijn met de geldende procedure van de ICT-afdeling van de overheid een sluitende administratie van ingekomen ICT-producten gevoerd. Tot slot dient er voor oplichting een intentie te zijn om een nadeel toe te brengen en in casu kan die conclusie niet worden getrokken, aldus de raadsvrouw. De raadsvrouw heeft het Gerecht daarom verzocht verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde onder feit 1, feit 2 en feit 3 wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
Beoordeling door het Gerecht van de feiten 1, 2 en 3
Rol van verdachte bij[bedrijfnaam 1]
[naam schoonzus verdachte] is door verdachte gevraagd om managing director te worden van
[bedrijfnaam 1]. Het bedrijf werd op haar naam gezet en zij hoefde niks voor het bedrijf te doen. In 2015 heeft [naamschoonzus verdachte] namens
[bedrijfnaam 1]met de belastingdienst gesproken, omdat verdachte haar heeft gevraagd dit te doen. [18] Zij heeft bij de belastingdienst verklaard dat zij managing director was bij
[bedrijfnaam 1]en dat zij hier USD 700,- per maand voor kreeg en verder niks voor het bedrijf hoefde te doen. [19] Het document betreffende de autorisatie van de
[bedrijfnaam 1]rekeningen bij FCIB heeft zij getekend, maar het was verdachte die daadwerkelijk voor de rekening was geautoriseerd. Zij was zelf niet in het bezit van een chequeboek, bankpas of creditcard van die rekeningen. Daarnaast heeft zij nooit haar handtekening gezet op een offerte voor een public tender. Zij heeft ook geen e-mails namens
[bedrijfnaam 1]verzonden aan de overheid. [20]
Bij een huiszoeking in de woning van [naam medeverdachte 2] werd een HP laptop aangetroffen met het serienummer [nummer]. Op die laptop zijn documenten aangetroffen die gerelateerd zijn aan de IT-afdeling van de overheid. Deze documenten zijn gemaakt door een persoon met de gebruikersnaam [G-naam]. [21] Deze gebruikersnaam kan gerelateerd worden aan het e-mailaccount [email adres 1] Verdachte is de gebruiker van deze gebruikersnaam. [22] Op de laptop zijn tien offertes van
[bedrijfnaam 1]aangetroffen. De offertes zijn gericht aan de overheid van Sint Maarten, in de persoon van [naam medeverdachte 1]. Verdachte heeft deze offertes als Excel-bestanden met het e-mailadres [email adres 2] verstuurd naar zijn eigen e-mailadres bij de overheid. De totale waarde op de offertes bedraagt USD 180.618,00. [23] De offertes worden enkele dagen later door [email adres 2], maar dan ondertekend door [naam medeverdachte 2], naar de werk-mail van medeverdachte [naam medeverdachte 1] verstuurd. De bedragen zijn dan aangepast. De totale waarde van de offertes is dan USD 178.058,00. [24] Tot slot is er een e-mail met facturen voor de toegekende offertes aangetroffen die namens
[bedrijfnaam 1]is verstuurd door [naam medeverdachte 2] aan [naam medeverdachte 1]. [25]
Tijdens het onderzoek heeft de politie vanaf de overheidsserver de e-mailboxen van verdachte en [naam medeverdachte 1] gekopieerd en inbeslaggenomen. In de e-mailbox van verdachte zijn diverse e-mails van en naar
[bedrijfnaam 1]aangetroffen. Onderaan deze e-mails staat veelvuldig de naam van [naam schoonzus verdachte] vermeld. Daarnaast worden de e-mails ondertekend met de naam [naam medeverdachte 2] of [naam salesmanager], die zich salesmanager bij
[bedrijfnaam 1]noemt. Op 18 februari 2015 wordt er door
[bedrijfnaam 1]een e-mail naar [naam] verstuurd. Deze e-mail wordt echter verstuurd vanaf het werk e-mailadres van verdachte in plaats van het e-mailadres van
[bedrijfnaam 1]. [26]
Daarnaast zijn in de woning van verdachte de originele oprichtingsakte van
[bedrijfnaam 1], verschillende chequeboeken op naam van
[bedrijfnaam 1]die werden gebruikt door verdachte, bestellingen, facturen en bills of lading op naam van
[bedrijfnaam 1]met veelal het telefoonnummer van verdachte daarop, aangetroffen. [27] Al deze documenten hebben rechtstreeks te maken met de oprichting en het beheer van[bedrijfsnaam 1].
[bedrijfnaam 1]
Tot slot waren zelfs de eigen boekhouders van het bedrijf, [drie namen van boekhouders], in de veronderstelling dat verdachte de contactpersoon en leidinggevende was van
[bedrijfnaam 1]. [28] [Getuige 2], werkzaam voor het Land Sint Maarten als ‘director of the department Resources and Support Services’, waar de ICT-afdeling onder valt, wist niet dat verdachte eigenaar was van
[bedrijfnaam 1]. [29]
Gelet op het voorgaande stelt het Gerecht vast dat verdachte bemoeienis, invloed en vele bevoegdheden heeft gehad binnen het bedrijf
[bedrijfnaam 1]. Het Gerecht is daarom van oordeel dat verdachte feitelijk als leidinggevende dan wel belanghebbende van
[bedrijfsnaam 1]kan worden aangemerkt.
Rol vande[naam medeverdachte 1]
bij[bedrijfnaam 1]
Medeverdachte [naam medeverdachte 1]werkte intensief samen met verdachte. Volgens een collega van de ICT-afdeling trad [naam medeverdachte 1], bij afwezigheid van verdachte, op als hoofd van de afdeling. [naam medeverdachte 1] wist tevens wat er allemaal speelde binnen het departement en hij handelde alsof hij onderdeel was van het management. [30] Bovendien werden alle facturen van
[bedrijfnaam 1]ten aanzien van de overheid gericht aan [naam medeverdachte 1] in plaats van aan verdachte als hoofd van de ICT-afdeling. [31] Voorts was [naam medeverdachte 1] als medewerker van de ICT-afdeling een aantal keer onderdeel van de Awarding Committee en beoordeelde hij in deze hoedanigheid de binnengekomen offertes van
[bedrijfnaam 1]. Na analyse van de bankrekening van [naam medeverdachte1] is gebleken dat hij in de ten laste gelegde periode veelvuldig grote geldbedragen van verdachte en
[bedrijfnaam 1]heeft ontvangen. [32]
Gelet op het voorgaande is het Gerecht van oordeel dat [naam medeverdachte 1] een belangrijke rol heeft gespeeld bij het toekennen van aanbestedingen aan
[bedrijfnaam 1]en het verhullen van de rol van verdachte met betrekking tot
[bedrijfnaam 1]. [naam medeverdachte1] heeft hiermee een wezenlijke bijdrage geleverd aan de oplichting van de overheid als het gaat om het bedrijf
[bedrijfnaam 1].
Rol van[naam medeverdachte 2]
bij[bedrijfnaam 1]
[naam medeverdachte 2] heeft met verdachte en medeverdachte [naam medeverdachte 1] nauw samengewerkt bij de totstandbrenging van de bedrijven
[bedrijfnaam 1]en
[bedrijfnaam 2]. Zij heeft beide bedrijven opgericht en was samen met verdachte geautoriseerd voor de bankrekeningen van de bedrijven. Ze heeft ingestemd dat verdachte de bankpassen van de rekeningen en de chequeboekjes van beide bedrijven in zijn bezit had. Bovendien was ze op de hoogte van de functie van verdachte als waarnemend hoofd en hoofd van de ICT-afdeling. Daarnaast heeft ze wisselend verklaard over de rol van verdachte bij
[bedrijfnaam 1]. Zo heeft ze eerst verklaard dat verdachte degene is geweest die de administratie en financiën van
[bedrijfnaam 1]deed en vervolgens, nadat zij werd geconfronteerd met de verdenkingen jegens haar en verdachte, verklaard dat verdachte enkel hielp bij bepaalde zaken en enkel met haar toestemming handelde [33] . Daarnaast heeft [naam medeverdachte2] het bedrijf
[bedrijfnaam 3]opgericht. Dit bedrijf heeft een grote rol gespeeld bij het witwassen van de door
[bedrijfnaam 1]en
[bedrijfnaam 2]verkregen gelden van de overheid.
[naam medeverdachte 2] heeft door de bedrijven op haar naam te zetten geholpen bij het verborgen houden van de rol van verdachte bij
[bedrijfnaam 1]. Ze heeft hierbij intensief samengewerkt met verdachte, zowel in de voorbereiding als bij de uitvoering van de oplichting door
[bedrijfnaam 1]. Het Gerecht concludeert er sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking tussen [naam medeverdachte 2] en verdachte.
Rol van[naam medeverdachte1]
bij[bedrijfnaam 2]
[naam ex-vrouw van medeverdachte 1], die in 2013 de levenspartner was van medeverdachte [naam medeverdachte 1], heeft het bedrijf
[bedrijfnaam 2]op verzoek van [naam medeverdachte1] opgericht, omdat [naam medeverdachte1] bij de overheid werkte en daarom geen eigen bedrijf mocht hebben. Zij heeft zelf niks met het bedrijf te maken gehad. [naam medeverdachte 1] heeft [naam directrice van bedrijfsnaam] gevraagd om managing director te worden. [34] [bedrijfnaam 2]zou de ‘baby’ van [naam medeverdachte 1] zou zijn. [medeverdachte 1] heeft het bedrijf aan [naam] verkocht en met hem onderhandeld. [naam medeverdachte] heeft slechts de bill of sale ondertekend. [35] [naam directrice van bedrijf 2] heeft nooit met [naam medeverdachte 1] gesproken over leveringen aan de overheid en heeft ook nooit facturen voor de overheid opgemaakt. Zij heeft die facturen ook niet ondertekend. De handtekening op de facturen is niet door haar gezet. Zij beschikte niet over een bankpas voor de rekening van
[bedrijfnaam 2]. [36] [naam medeverdachte] heeft samen met [naam medeverdachte1] een rekening geopend voor
[bedrijfnaam 2]bij Banco di Caribe. Zij was geautoriseerd voor het chequeboek en mocht belasting betalen, maar zij was niet bevoegd om te internetbankieren. [naam medeverdachte1] was hiertoe wel geautoriseerd. Daarnaast had zij geen e-mailaccount bij
[bedrijfnaam 2]en had alleen [naam medeverdachte 1] toegang tot de e-mailaccounts van
[bedrijfnaam 2]. [naam medeverdachte] heeft nooit contact gehad met cliënten, bestellingen gedaan of facturen opgemaakt. Ze heeft wel een keer een offerte getekend voor de aanbesteding van het nieuwe overheidsgebouw. Vervolgens heeft ze die offerte naar het overheidsgebouw gebracht. Daar waren verdachte, [naam medeverdachte 1] en [naam Getuige 2] aanwezig. Ze heeft de offerte afgegeven. Iedereen zat daar een tijdje en daarna ging iedereen weg. De facturen met haar naam eronder werden opgemaakt door [naam medeverdachte 1]. [37]
De boekhouders van
[bedrijfnaam 2], [twee namen van boekhouders], waren in de veronderstelling dat het bedrijf van [naam medeverdachte 1] was. [38] Volgens [naam] , degene die in de periode omstreeks 2014 tot en met 2017 de boekhouding deed voor
[bedrijfnaam 2], is [naam medeverdachte 1] eigenaar van
[bedrijfnaam 2]. [39] [naam Getuige 2], werkzaam voor het Land Sint Maarten als ‘director of the department Resources and Support Services’, waar de ICT-afdeling onder valt, weet niets van dat medeverdachte [naam medeverdachte1] eigenaar was van
[bedrijfnaam 2]. [40]
Gelet op het voorgaande stelt het Gerecht vast dat [naam medeverdachte 1] bemoeienis, invloed en bevoegdheden heeft gehad binnen het bedrijf
[bedrijfnaam 1]. Het Gerecht is daarom van oordeel dat [naam medeverdachte1] feitelijk als leidinggevende dan wel belanghebbende van
[bedrijfnaam 2]moet worden aangemerkt.
Rol van verdachte bij[bedrijfnaam 2]
Bij de doorzoeking in de woning van verdachte zijn verschillende documenten die betrekking hebben op
[bedrijfnaam 2], zoals facturen en beslisbladen, aangetroffen. [41] Voorts is er een e-mail aangetroffen in de werkmail van verdachte waarin verdachte en [naam medeverdachte 1] de aanschaf van twee HP Smartbuy Z620 ES-1620 en twee HP NVIDIA Quadro K2000 PCle 2.0x 16 Graphic Cards voor het Land Sint Maarten bespreken [42] en volgt er op 28 juli 2014 een factuur van
[bedrijfnaam 2]aan de overheid van Sint Maarten met betrekking tot exact deze ICT-producten. In deze factuur van
[bedrijfnaam 2]staat de naam ‘’[G-naam1] als verkoper genoemd [43] .
Gelet op het voorgaande acht het Gerecht bewezen dat ook verdachte een rol heeft gespeeld binnen de bedrijfsvoering van
[bedrijfnaam 2]. Het Gerecht is daarom van oordeel dat ook verdachte feitelijk als leidinggevende dan wel belanghebbende van
[bedrijfnaam 2]moet worden aangemerkt.
Bevoordeling[bedrijfnaam 2]
Getuige [naam Getuige 1] heeft verklaard dat zijn bedrijf
[bedrijfnaam 6]een lager bedrag bood dan
[bedrijfnaam 2]voor de aanbesteding die zag op hardware en software voor het Nieuwe Administratiegebouw, terwijl de aanbesteding voor het grootste deel aan
[bedrijfnaam 2]werd gegund. [naam Getuige 1] heeft gezien dat verdachte de door
[bedrijfnaam 6]geboden bedragen voor onderhoudscontracten bij het bedrag van de te leveren apparatuur had opgeteld, terwijl
[bedrijfnaam 2]geen onderhoudscontracten had aangeboden[naam Getuige 1] verklaarde dat
[bedrijfnaam 6]ook op de aanbesteding voor de telefooncentrale in het nieuwe administratiegebouw had geboden.
[bedrijfnaam 6]had een bedrag van USD 259.000 geboden en
[bedrijfnaam 2]bood een bedrag van USD 405.000. Ondanks de lagere bieding van
[bedrijfnaam 2], werd de aanbesteding aan
[bedrijfnaam 2]gegund. [44] Bij de beoordeling van de biedingen voor de ‘ICT Implementatie New Administration Building’, waren verdachte en medeverdachte [naam medeverdachte 1] betrokken. [45]
Is er sprake van oplichting?
Voor een veroordeling wegens oplichting is onder meer vereist dat sprake is van het bezigen van één of meer van de in die bepaling specifiek aangeduide oplichtingsmiddelen: het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, het gebruik van listige kunstgrepen of het gebruik van verdichtsels.
Verdachte en medeverdachte [naam medeverdachte 1] maakten als respectievelijk hoofd en medewerker van de ICT-afdeling deel uit van het Awarding Committee, een commissie die de verschillende biedingen met betrekking tot de aanschaf van nieuw ICT-apparatuur beoordeelde en hierover advies uitbracht aan de Counsil of Ministers. Bovendien was verdachte als hoofd van de ICT-afdeling op de hoogte van het maximale budget ten aanzien van een aanbesteding. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het een voordeel is als je kennis hebt van het maximale te besteden budget als je bedrijf mee doet aan biedingen, omdat je dan informatie hebt die andere bedrijven die meedoen aan de biedingen niet hebben. [46] Daarnaast beoordeelden verdachte en [naam medeverdachte 1] ook de biedingen van bedrijven, waaronder die van
[bedrijfnaam 1]en
[bedrijfnaam 2]. Door de bedrijven door anderen op te laten richten, waardoor niet zichtbaar was wie de werkelijke eigenaren waren van
[bedrijfnaam 1]en [bedrijfsnaam 2], hebben zij verhuld voor het Land Sint Maarten dat zij feitelijk leidinggevende of belanghebbende waren bij bedrijven aan wie door het Land Sint Maarten meerdere aanbestedingen werden gegund.
[bedrijfnaam 1]en
[bedrijfnaam 2]zijn daardoor in bevoorrechte posities geplaatst en na gunning van de aanbestedingen daadwerkelijk wederrechtelijk bevoordeeld. Door aldus te handelen was er voor de overheid een gerede kans om niet de laagste prijs of juiste kwaliteit te krijgen en is er namens de overheid onbetrouwbaar en niet transparant gehandeld.
Het Gerecht is van oordeel dat uit voormelde gang van zaken volgt dat verdachte en zijn medeverdachten zich hebben bediend van bedrieglijke handelingen, die geschikt zijn om een valste voorstelling ingang te doen vinden en daaraan kracht bij te zetten, zodat naar het oordeel van het Gerecht sprake is van listige kunstgrepen en dat derhalve sprake is van oplichting in de zin van de wet.
Het gerecht is van oordeel dat verdachte zich met dit handelen ook schuldig heeft gemaakt aan het onder 3 tenlastegelegde feit.
Feit 4 en feit 5
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat niet ter discussie staat, vastgesteld:
[bedrijfnaam 1], tussen 1 januari 2014 en 31 december 2019 (feit 4)
Het bedrijf
[bedrijfnaam 1]heeft gelden ontvangen van de overheid Sint Maarten door middel van toegewezen aanbestedingen. Vanuit de bankrekeningen van
[bedrijfnaam 1]zijn er bedragen overgemaakt naar het bedrijf
[bedrijfnaam 3]. [47]
Op 17 oktober 2011 werd het bedrijf
[bedrijfnaam 3]opgericht in de Verenigde Staten. [naam echtgenote verdachte] en [naam medeverdachte 2], respectievelijk de vrouw en de zus van verdachte, werden aangesteld als managing directors van dit bedrijf. [48]
Na analyse van de bankrekening van
[bedrijfnaam 3]is gebleken dat in de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 een bedrag van USD 89,000.00 op die rekening is bijgeschreven door
[bedrijfnaam 1]. [49] Voorts volgt uit analyse van de bankrekeningen van
[bedrijfnaam 1]dat er gelden zijn overgemaakt naar een Amerikaanse bankrekening van Bank of America op naam van verdachte. In totaal is er in 2014 een bedrag van NAf 7,098.00 overgemaakt naar deze rekening. [50]
Daarnaast heeft verdachte cheques uitgeschreven en contante opnames gedaan van de rekening van
[bedrijfnaam 1]. In totaal gaat het om ANg 67,827.40 en USD 127,801.37 aan cheques en ANg 16,380.00 en USD 5,050.00 aan contant opnames. Verdachte heeft daarvan USD 7,962.82 gebruikt voor de aanleg van een zwembad, USD 3,585.00 voor poolservice, USD 450.00 voor rijlessen en USD 1,000 voor Christina’s Boutique. [51]
Met betrekking tot het bedrijf[bedrijfnaam 2](feit 5)
Het bedrijf
[bedrijfnaam 2]heeft gelden ontvangen van de overheid Sint Maarten door middel van toegewezen aanbestedingen. Vanuit de bankrekeningen van
[bedrijfnaam 2]zijn er bedragen overgemaakt naar de bankrekeningen van de bedrijven
[bedrijfnaam 4],
[bedrijfnaam 5],
[bedrijfnaam 6]en
[bedrijfnaam 3]. [52]
Het bedrijf
[bedrijfnaam 4]is op 29 oktober 2015 opgericht met als managing director [naam zoon verdachte], de zoon van verdachte. [53] In totaal is er USD 595,114.00 overgemaakt van
[bedrijfnaam 2]naar de bankrekening van
[bedrijfnaam 4]. [54]
Het bedrijf
[bedrijfnaam 5]is op 3 maart 2017 opgericht door [naam van de oprichter van ucel] met eveneens [naam zoon verdachte], de zoon van verdachte, als managing director. [55] In totaal is er USD 434,114.00 overgemaakt van
[bedrijfnaam 2]naar de bankrekening van
[bedrijfnaam 5]. [56]
Naar het bedrijf
[bedrijfnaam 3]heeft
[bedrijfnaam 2]na 1 januari 2014 in totaal USD 406,620.00 overgemaakt. [57]
Standpunt van de officier van justitie
Volgens de officier van justitie kan wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte, samen met zijn medeverdachten, de gelden die
[bedrijfnaam 1]en
[bedrijfnaam 2]door middel van oplichting van de overheid Sint Maarten heeft witgewassen. Hetgeen aan verdachte onder feit 4 en feit 5 als ‘en/of’ ten laste is gelegd, dient te worden begrepen als een subsidiair ten laste gelegd feit, aldus de officier van justitie.
Standpunt van de verdediging
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de betalingen die hij van
[bedrijfnaam 1]heeft ontvangen, de opnames van rekeningen van
[bedrijfnaam 1], en de cheques van
[bedrijfnaam 1]die hij heeft uitgeschreven voor privéuitgaven leningen betreffen, waar geen leenovereenkomsten aan ten grondslag liggen. [naam medeverdachte2] was van al deze transacties op de hoogte. Verdachte heeft betrokkenheid bij
[bedrijfnaam 2], [bedrijfnaam 3],
[bedrijfnaam 5],
[bedrijfnaam 4]en
[bedrijfnaam 6]ontkend.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de gelden die
[bedrijfnaam 1]en
[bedrijfnaam 2]hebben ontvangen van de overheid, betalingen betreffen die gedaan zijn voor levering van ICT-apparatuur. Dit wordt onderbouwd door facturen. De bron van de gelden is derhalve herleidbaar en niet afkomstig uit (enig) misdrijf. Daar komt volgens de verdediging nog bij dat de transacties met betrekking tot
[bedrijfnaam 4],
[bedrijfnaam 3]en
[bedrijfnaam 5]allen binnen de jurisdictie van de Verenigde Staten plaatsgevonden, waarbij wettelijke bepalingen geldend aldaar niet zijn overtreden, waardoor het geen strafbare feiten zijn binnen de jurisdictie van Sint Maarten.
Beoordeling door het Gerecht van feit 4 en 5
Met het oog op een bewezenverklaring van het aan verdachte ten laste gelegde witwassen onder feit 4 en feit 5, is allereerst van belang dat bewezen moet worden dat hij de geldbedragen die zijn vermeld in de tenlastelegging voorhanden heeft gehad. Dat voorhanden hebben dient te blijken uit de inhoud van wettige bewijsmiddelen. De ten laste gelegde witwasbedragen omvatten de gelden die de bedrijven
[bedrijfnaam 1]en
[bedrijfnaam 2]op hun bankrekeningen hebben ontvangen van het Land Sint Maarten en Usona.
Aangezien verdachte en medeverdachte feitelijk leidinggevende dan wel belanghebbende waren van deze bedrijven en geautoriseerd waren voor de bijbehorende rekeningen, acht het Gerecht het wettig en overtuigend bewezen dat zij deze geldbedragen voorhanden hebben gehad. Op grond van de overwegingen en de bewijsmiddelen met betrekking tot feit 1 primair, feit 2 primair, en feit 3 acht het Gerecht het eveneens wettig en overtuigend bewezen dat de ten laste gelegde geldbedragen afkomstig waren van een misdrijf, namelijk van de door verdachte en medeverdachte zelf begane oplichting van de overheid van Sint Maarten. Zij wisten derhalve dat de gelden door misdrijf afkomstig waren.
Ten aanzien van het verwerven of voorhanden hebben van voorwerpen die onmiddellijk uit eigen misdrijf afkomstig zijn, geldt dat die gedragingen niet zonder meer als witwassen kunnen worden gekwalificeerd. In een dergelijk geval moeten de gedragingen van verdachte ook gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het voorwerp. Er moet dus sprake zijn van een gedraging die meer omvat dan het enkele verwerven of voorhanden hebben en die een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat door eigen misdrijf verkregen voorwerp gericht karakter heeft. [58]
Het Gerecht oordeelt hieromtrent als volgt.
[bedrijfnaam 1](feit 4)
De managing director van
[bedrijfnaam 3], [naam schoonzus verdachte], is geconfronteerd met de oprichtingspapieren en heeft verklaard dat het de eerste keer is dat zij deze papieren ziet en nooit iets heeft ondertekend. Zij weet niks van het bedrijf
[bedrijfnaam 3]af. [59] Na onderzoek is gebleken dat verdachte, evenals zijn zus [naam medeverdachte 2], is geautoriseerd voor de rekening van
[bedrijfnaam 3]. [60] In de werkmail van verdachte is een e-mailbericht aangetroffen afkomstig van [naam van een boekhouder], boekhouder van verdachte. Zij schrijft in deze e-mail onder andere dat verdachte in de bijlage bij het bericht de facturen van elk van zijn bedrijven, waaronder
[bedrijfnaam 3], aantreft. [61] Gelet op het voorgaande overweegt het Gerecht dat het bedrijf
[bedrijfnaam 3]eveneens toebehoort aan verdachte en dat verdachte, door de gelden van
[bedrijfnaam 1]die zijn verkregen door middel van oplichting over te maken naar de rekening van
[bedrijfnaam 3], de criminele herkomst van deze gelden heeft verborgen of verhuld en derhalve heeft witgewassen. Met betrekking tot de gelden die zijn overgemaakt naar de bankrekening van verdachte bij de Bank of America, de uitgeschreven cheques door verdachte en de contante opnames door verdachte oordeelt het Gerecht overeenkomstig. Ook van deze gelden is de criminele herkomst door verdachte verborgen en verhuld en derhalve witgewassen.
Het Gerecht acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte een bedrag van USD 101.440,88, zijnde het door oplichting verkregen voordeel zoals bewezen geacht in feit 1, en een bedrag van ANg 91,305,40 in de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 heeft witgewassen.
Het Gerecht acht niet bewezen dat er ten aanzien van dit feit sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte. Weliswaar was medeverdachte [naam medeverdachte2] geautoriseerd voor de bankrekening van
[bedrijfnaam 3], doch is niet gebleken dat zij handelingen zoals onder feit 4 tenlastegelegd heeft verricht.
Met betrekking tot[bedrijfnaam 2](feit 5)
Het Gerecht zal verdachte vrijspreken van hetgeen hem ten laste is gelegd onder het tweede gedachtestreepje, te weten de transactie van
[bedrijfnaam 2]naar het bedrijf
[bedrijfnaam 6], aangezien onbekend is gebleven aan wie het bedrijf
[bedrijfnaam 6]toebehoort en om die reden niet kan worden vastgesteld dat verdachte deze gelden heeft witgewassen.
Met betrekking tot de bedrijven
[bedrijfnaam 4]en
[bedrijfnaam 5]is het Gerecht van oordeel dat verdachte eigenaar was van deze bedrijven. Verdachte is voor de bankrekeningen van beide bedrijven geautoriseerd [62] , er zijn bij verdachte facturen ten name van beide bedrijven aangetroffen [63] en zowel [naam oprichter van ucel] als [naam zoon verdachte] verklaren dat zij op verzoek van verdachte de bedrijven op hun naam hebben gezet en verder niks tot zeer weinig met de bedrijven van doen hebben gehad [64] .
Het Gerecht is van oordeel dat de gelden die
[bedrijfnaam 2]heeft overgemaakt naar de rekeningen van
[bedrijfnaam 3],
[bedrijfnaam 4]en
[bedrijfnaam 5], van de bewezenverklaarde oplichting afkomstig zijn.
Daarnaast heeft medeverdachte [naam medeverdachte 1] vanaf de rekening van
[bedrijfnaam 2]in 2014 in totaal een bedrag van USD 42.000 overgemaakt aan [naam ex-vrouw van medeverdachte], en heeft hij in de periode van februari 2014 tot en met februari 2015 in totaal een bedrag van USD 15.740,21 opgenomen in een bankfiliaal. Voorts is er in de periode van maart 2014 tot en met oktober 2019 in totaal USD 24.942,79 bij geldautomaten opgenomen. [65] . Nu het Gerecht bewezen heeft geacht dat medeverdachte [naam medeverdachte 1] eigenaar was van
[bedrijfnaam 2]en [naam directrice van bedrijfsnaam 2] verklaard heeft dat zij niet over een bankpas voor de rekening van
[bedrijfnaam 2]beschikte [66] , acht het Gerecht bewezen dat [naam medeverdachte1] dit geld heeft opgenomen bij geldautomaten.
Verder is na analyse van de rekeningen van
[bedrijfnaam 3],
[bedrijfnaam 5]en
[bedrijfnaam 4]gebleken dat er van deze bankrekeningen uitgaven zijn gedaan voor privédoeleinden waaronder voor beleggingen, huurauto’s levensmiddelen, vliegtickets, timeshare en vakanties, verzekeringen, studiekosten en kleding voor [naam bedrijf vrouw van verdachte]. [67] Tot slot zijn er van deze rekeningen betalingen verricht aan [naam medeverdachte 1] [68] , [naam medeverdachte 2] [69] en [naam salesmanager] [70] . Het Gerecht acht bewezen dat verdachte deze betalingen feitelijk heeft verricht, omdat hij de eigenaar was van deze bedrijven en hij geautoriseerd was op de bijbehorende bankrekeningen.
Met hun handelen hebben verdachte en zijn medeverdachte [naam medeverdachte 1], de criminele herkomst van deze gelden verborgen en verhuld. Daarmee hebben zij zich schuldig gemaakt aan witwassen.
Jurisdictie
Het verweer van de verdediging inhoudende dat de transacties hebben plaatsgevonden binnen de jurisdictie van de Verenigde Staten, waardoor er geen strafbare feiten zijn gepleegd binnen de jurisdictie van Sint Maarten wordt verworpen. Verdachte woonde immers op Sint Maarten, de gelden werden door de overheid naar de rekeningen van
[bedrijfnaam 1]in Sint Maarten overgemaakt, en verdachte was ten aanzien van deze bankrekeningen beschikkingsbevoegd. Derhalve is het Gerecht van oordeel dat het feit binnen de jurisdictie van Sint Maarten valt.
Gewoontewitwassen
Het Gerecht acht, gelet op de duur van de periode en de frequentie van de gepleegde handelingen, tevens wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en medeverdachte [naam medeverdachte 1] van het plegen van witwassen een gewoonte hebben gemaakt.

Bewezenverklaring

Het Gerecht acht - op grond van de hiervoor vermelde redengevende feiten en omstandigheden, de daaraan ten grondslag liggende bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3, feit 4 en feit 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 1 primair
hij in
of omstreeksde periode van
1 januari 20101 januari 2014 tot en met 31 december 2015 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
een of meerdere malen en/oftelkens, met het oogmerk om zich en/of
(een)ander
(en
)wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/ofdoor een of meer listige kunstgrepen en
/of door een samenweefsel van verdichtsels,het Land Sint Maarten en/of
eilandgebied Sint Maartenen
/ofStichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (hierna: USONA) heeft bewogen tot de afgifte van een bedrag van USD 251.793,81 en
/ofNAF 108.096,50
in elk geval van enig bedrag)
[bedrijfnaam 1]hebbende verdachte en/of zijn mededader
(s
), met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk en/oflistiglijk en
/ of bedrieglijk en/ofin strijd met de waarheid
A.
heimelijk onverenigbare nevenfuncties vervuld door hoofd te zijn van de ICT afdeling van het Land Sint Maarten en/of
eilandgebied Sint Maartenen lid te zijn van de beoordelings- en adviescommissie aanbestedingen ICT projecten (awarding committee) van het Land Sint Maarten
en/of eilandgebied Sint Maartenen daarnaast belanghebbende en/of feitelijk leidinggevende te zijn van en/of
[bedrijfnaam 1];
B.
het belang en/of de rol en/of de nevenfunctie die hij en zijn mededader
(s
)
hadden bij
[bedrijfnaam 1]verborgen voor het publiek en
/ofzijn direct leidinggevenden en
/ofhet Land Sint Maarten
en/of eilandgebied Sint Maartenen
/ofUSONA;
C.
In hoedanigheid van hoofd ICT afdeling van het Land Sint Maarten
en/of eilandgebied Sint Maarten:
- zijn positie en gezag aangewend en
/ ofpositief geadviseerd middels een intern advies om te bewerkstelligen dat
[bedrijfnaam 1]contracten voor de levering van ICT producten werden gegund, en
/of;
- geheime en
/ofnog niet openbare en of concurrentiegevoelige (overheids) informatie aan
[bedrijfnaam 1]heeft verstrekt en
/ofvoor
[bedrijfnaam 1]de benodigde (aanbestedings)documenten opgesteld en
/of doen opstellen en/of ez[bedrijfnaam 1]geadviseerd en of geassisteerd bij het opstellen van een of meerdere (aanbestedings)documenten,en
/of;
- namens het Land Sint Maarten
en/of eilandgebied Sint Maartenaanbestedingsprocedures voor de aanschaf van ICT producten (mede) uit te voeren
en/of te doen uitvoeren en/of terms of references voor de aanschaf van ICT producten op te stellen en/of te doen opstellenen
/of
- heeft deelgenomen aan de beoordeling van offertes van
[bedrijfnaam 1]voor ICT projecten in de beoordelings- en adviescommissie aanbestedingen ICT projecten (awarding committee) van het land Sint Maarten
en/of eilandgebied Sint Maarten,en
/of;
- adviesbladen en/of IC findings en/of memo's,
althans documenten strekkende tot adviesom fondsen over te maken aan
[bedrijfnaam 1](mede)op te
(doen)stellen en
/ofte
(doen)ondertekenen en
/of (te doen)door
(te
)sturen ter behandeling door de minister en/of de ministerraad en/of het bestuurscollege van het Land Sint Maarten
en/of eilandgebied Sint Maartenen
/ofUSONA, en
/of;
- facturen van
[bedrijfnaam 1]gericht aan het Land Sint Maarten en
/of eilandgebied Sint Maartenvoor de aanschaf van ICT producten
(mede)(voor akkoord) te ondertekenen;
terwijl verdachte en
/ofzijn mededader
(s
) (telkens
)verzuimd hebben te vermelden en
/ofkenbaar te maken aan het publiek en
/ofzijn direct leidinggevenden en
/ofhet Land Sint Maarten
en/of eilandgebied Sint Maartenen
/ofStichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (USONA) dat hij en
/ofzijn mededader
(s) (middelijk)een (feitelijk) leidinggevende rol/aansturende rol/geldelijk belang had in
[bedrijfnaam 1];
D. met zijn mededader
(s) en/ of[naam mededader] en
/ ofanderen in de beoordelings-en adviescommissie aanbestedingen ICT projecten (awarding committee) van het land Sint Maarten
en/ of eilandgebied Sint Maartenheeft
/hebbendeelgenomen aan de beoordeling van offertes voor ICT projecten van
[bedrijfnaam 1]terwijl hij en
/ ofzijn mededader
(s) en/ of[naam mededader]
en/ of anderenin een zakelijke en
/ offinanciele en
/ ofvriendschappeijke relatie tot elkaar stonden
en hij/ zij verzuimd heeft/hebben deze relatie kenbaar te maken aan het publiek en/ of zijn direct leidinggevenden en/ of het Land Sint Maarten en/ of eilandgebied Sint Maarten en/ of USONA;
E. de namen van [naam schoonzus verdachte] en
/ of[naam salesmanager] en
/ of[naam medeverdachte2] als afzender gebruikt in e-mails
en/ of facturen althans in communicatie[bedrijfnaam 1]gericht aan verdachte en/ of zijn mededader
(s)zelf in zijn hoedanigheid als hoofd, althans
(senior)beleidsadviseur, althans als waarnemend sectiehoofd van de afdeling ICT van de het Land Sint Maarten
en/ of eilandgebied Sint Maarten en/ of de afdeling ICT van het Land Sint Maarten en/ of eilandgebied Sint Maarten;
F. bij binnenkomst van de goederen de registratie en/ of tracking daarvan bemoeilijkt door o.a. de gele trackingstickers te verwijderen en/ of geen sluitende administratie te voeren van de ingekomen ICT producten, en/ of geen transparante rapportage van de uitvoering van de aanbestede projecten op te leveren;
Feit 2 primair
hij in
of omstreeksde periode van 1 januari 2014
2013tot en met 31 december 2019 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, een of meerdere malen en/oftelkens, met het oogmerk om zich en
/of (een) ander
(en
)wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/ofdoor een of meer listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels, het Land Sint Maarten heeft bewogen tot de afgifte van een bedrag van USD 2.621.146,01 en NAF 31.304,-
in elk geval van enig bedragaan
[bedrijfnaam 2]hebbende verdachte en/of zijn mededader
(s)met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk en/oflistiglijk en
/of bedrieglijken
/ofin strijd met de waarheid
A.
heimelijk onverenigbare nevenfuncties vervuld door hoofd te zijn van de ICT afdeling bij het Land Sint Maarten en lid te zijn van de beoordelings- en adviescommissie aanbestedingen ICT projecten (awarding committee) van het land Sint Maarten en daarnaast belanghebbende en/of feitelijk leidinggevende te zijn bij
[bedrijfnaam 2];
B.
het belang en/of de rol en/of de nevenfunctie die hij en zijn mededader
(s)hadden bij
[bedrijfnaam 2]heeft verborgen voor het publiek en
/ofzijn direct leidinggevenden en
/ ofhet Land Sint Maarten en
/ofhet publiek en
/ofzijn direct leidinggevenden en
/ofhet Land Sint Maarten daarover niet heeft geïnformeerd;
C.
in hoedanigheid van hoofd ICT afdeling van het Land Sint Maarten
- zijn positie en gezag aangewend en
/ofpositief geadviseerd middels een intern advies om te bewerkstelligen dat
[bedrijfnaam 2]contracten voor de levering van ICT producten werden gegund, en
/of;
- geheime en
/ofnog niet openbare en of concurrentiegevoelige (overheids) informatie aan
[bedrijfnaam 2]heeft verstrekt en
/ofvoor
[bedrijfnaam 2]de benodigde (aanbestedings)documenten opgesteld
en/of[bedrijfnaam 2]geadviseerd en of geassisteerd bij het opstellen van een of meerdere (aanbestedings)documenten,en
/of;
- namens het Land Sint Maarten aanbestedingsprocedures voor de aanschaf van ICT producten (mede) te voeren
en/of te doen voeren en/of terms of references voor de aanschaf van ICT producten op te stellen en/of te doen opstellen,en
/of;
- deelgenomen aan de beoordeling van offertes van
[bedrijfnaam 2]voor ICT projecten in de beoordelings- en adviescommissie aanbestedingen ICT projecten (awarding committee) van het land Sint Maarten, en
/of;
- adviesbladen en/of IC findings en/of memo's
, althans documenten strekkende tot adviesom fondsen over te maken aan
[bedrijfnaam 2](mede)heeft opgesteld
en/of doen opstellenen
/ofondertekend
en/of te doen ondertekenenen
/ofverstuurd
en/of doen versturenter behandeling door de minister en/of de ministerraad (van) en/of het Land Sint Maarten, en
/of;
- facturen van
[bedrijfnaam 2]gericht aan de het Land Sint Maarten voor de aanschaf van ICT producten
(mede)(voor akkoord) heeft ondertekend,
terwijl verdachte en/of zijn mededader
(s) (telkens
)verzuimd heeft te vermelden en
/ofkenbaar te maken aan het publiek en
/ofzijn (direct) leidinggevenden en
/ofhet Land Sint Maarten dat verdachte en
/ofzijn mededader
(s) (middelijk) een (feitelijk) leidinggevende rol en/of een aansturende rol en/of geldelijk belang had in
[bedrijfnaam 2];
D.
met zijn mededader
(s)en
/of anderendeelgenomen in de beoordelings- en adviescommissie aanbestedingen ICT projecten (awarding committee) van het land Sint Maarten aan de beoordeling van offertes voor ICT projecten van
[bedrijfnaam 2]terwijl verdachte en/
ofzijn mededader
(s) en/of anderenin een zakelijke en
/offinanciele en
/ofvriendschappelijke relatie tot elkaar stonden
en/of hij/ zij verzuimd hebben deze relatie kenbaar te maken aan het publiek en/of zijn (direct) leidinggevenden en/of het Land Sint Maarten;
E.
aan
[bedrijfnaam 2]een gunstigere beoordeling gegeven dan aan de andere aanbieders
door prijzen voor onderhoud op te tellen bij de productprijzen (van
[bedrijfnaam 2]) en
door aan[bedrijfnaam 2]meer kwaliteit toe te dichten dat het in realiteit had (door) en/ofin een adviesblad op te nemen en/of te ondertekenen waarin staat dat
[bedrijfnaam 2]een bedrijf is dat niet alleen detailhandel doet maar ervaring heeft en IT services levert aan verschillende clienten op Sint Maarten (adviesblad New Administration Building D2-276);
F.
bij binnenkomst van de goederen de registratie en/of tracking daarvan bemoeilijkt door o.a. de gele trackingstickers te verwijderen en/of geen sluitende administratie te voeren van de ingekomen ICT producten en/of geen transparante rapportage van de uitvoering van de aanbestede projecten op te leveren;
G.
de naam '[G-naam1] gebruikt in
emails en/of en/ofeenfactu
ur
en althans in communicatienamens
[bedrijfnaam 2]gericht aan verdachte en/of zijn mededader
(s) zelf in zijn hoedanigheid als hoofd, althans (senior) beleidsadviseur, althans als waarnemend sectiehoofd van de ICT afdeling, althans ambtenaar te zijn van het Land Sint Maarten en/of de afdeling ICT van het Land Sint Maarten;
Feit 3
hij in
of omstreeksde periode van 1 juni 2015 tot en met 31 december 2019 in Sint Maarten,
tezamen en in verenging met anderen, althans alleen,in zijn functie als ambtenaar, te weten als hoofd van de ICT afdeling bij de het Land Sint Maarten,
in elk geval enig ambtelijke functie,meermalen,
althans eenmaalopzettelijk iets heeft gedaan en/of heeft nagelaten te doen teneinde enig voordeel voor hem en/of een ander te verkrijgen, namelijk de toewijzing van contracten (
[bedrijfnaam 1]) en/of
[bedrijfnaam 2], namelijk verdachte heeft:
- heimelijk onverenigbare nevenfuncties vervuld door als hoofd,
althans (senior) beleidsadviseur, althans als waarnemend sectiehoofdvan de ICT afdeling bij het Land Sint Maarten en lid van de beoordelings- en adviescommissie aanbestedingen ICT projecten (awarding committee) van het land Sint Maarten en daarnaast belanghebbende en/of feitelijk leidinggevende te zijn bij
[bedrijfnaam 1]en/of
[bedrijfnaam 2], en
/of;
- het belang en/of de rol en/of de nevenfunctie die hij en zijn mededader(s) hadden bij
[bedrijfnaam 1]en/of
[bedrijfnaam 2]verborgen voor en/of daarvan geen informatie heeft vertrekt aan het publiek
een
/of(direct) leidinggevenden en
/ofhet Land Sint Maarten, en
/of;
- zijn positie en gezag aangewend en/of de besluitvormingsprocedures van het Land Sint Maarten beïnvloed en/of positief geadviseerd middels een intern advies en/of IC findings om te bewerkstelligen dat
[bedrijfnaam 1]en/of
[bedrijfnaam 2]contracten voor de levering van ICT producten werden gegund door het Land Sint Maarten, en
/of;
- geheime en/of nog niet openbare en of concurrentiegevoelige (overheids) informatie aan
[bedrijfnaam 1]en/of
[bedrijfnaam 2]verstrekt en/of voor
[bedrijfnaam 1]en/of
[bedrijfnaam 2]de benodigde (aanbestedings)documenten opgesteld
en/of[bedrijfnaam 1]en/of[bedrijfnaam 2]geadviseerd en of geassisteerd bij het opstellen van een of meerdere (aanbestedings)documenten;
Feit 4
hij en
/of een of meer (onbekend gebleven)personen
op meerdere tijdstippenin
of omstreeksde periode van 1 januari 2014
2010tot en met 31 december 2019 in Sint Maarten,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,van het plegen van witwassen een gewoonte heeft
/hebbengemaakt
, althans telkens zich schuldig heeft/hebben gemaakt aan (schuld)witwassen,
immers heeft
/hebbenhij, verdachte,
en/of zijn mededader(s)(krachtens die gewoonte)
(telkens
)van
(een)voorwerp
(en
), te weten
(een)geldbedrag
(en
)van in totaal ongeveer USD 101.440,88 en
/ofNAF 91.305,40,
althans enig geldbedrag, (ontvangen op de bankrekeningen behorende
[bedrijfnaam 1]
(telkens
)de werkelijke aard en
/ofherkomst
en/of vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsingverborgen en
/ofverhuld,
en/of (telkens) verhuld en/of verborgen wie de rechthebbende(n) op dat/ die voorwerp(en) is/zijn
en/of (telkens) (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) van in totaal ongeveer USD 1.775.881,-en/of NAF 1.092.989,-althans enig geldbedrag, (ontvangen op de bankrekeningen behorende aan[bedrijfnaam 1]) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik gemaakt,
immers, heeft
/hebbenverdachte
en/of zijn mededader(s) onder meer:
  • USD
  • USD 68.888,89NAf 7.089,-
    althans enig geldbedragovergemaakt van de bankrekening van
    [bedrijfnaam 1]naar een Amerikaanse bankrekening van Bank of America en Standard Chartered Bank
    (op naam van verdachte
    )en
    /of
  • USD 10.285,15 en USD 95.832,63, althans enig bedrag van de rekening van[bedrijfnaam 1]overgemaakt naar de bankrekening van notariskantoor Mingo voor de aanschaf van een longlease op een

perceel in Sentry Hill en/of

- Cheques uitgeschreven en
/ofcontante opnames en
/ ofoverschrijvingen gedaan van de rekening van
[bedrijfnaam 1]voor prive doeleinden
en/of familieleden en/of mededader(s) waaronder:
o Inyo Pool Services
(USD 7.962,86)
o Paradise Pool
o Rene Driving School
o [naam bedrijf echtgenote verdachte ]
terwijl hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s) (telkens
)wist
(en)en
/ofbegre
(e
)p
(en) en/of redelijkerwijs moest(en) vermoedendat voormeld
(e
)voorwerp
(en
) (geheel
of gedeeltelijk)onmiddellijk of middellijk – afkomstig
was/waren uit enig misdrijf;
Feit 5
hij en
/of een ofmeer
(onbekend gebleven)personen
op meerdere tijdstippenin
of omstreeksde periode van
20 mei 20131 januari 2014 tot en met 31 december 2019 in Sint Maarten,
(telkens
)tezamen en in vereniging met een ander
of anderen,
althans alleen,van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt
, althans zich schuldig heeft gemaakt aan (schuld)witwassen,
immers heeft
/hebbenhij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s)(krachtens die gewoonte)
(telkens
)van
(een)voorwerp
(en
), te weten een of meerdere
(grote
) contant(e)geldbedrag
(en
), te weten een totaal bedrag van USD 1.428.531,-
2.629.198,- en/of NAF 50.634,- althans een geldbedrag,ontvangen op de bankrekeningen toebehorende aan
[bedrijfnaam 2]),
(telkens
)de werkelijke aard en/of herkomst
en/of vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsingverborgen en
/ofverhuld, en
/of (telkens) verhuld en/of verborgen wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) is/ zijn
en/ of (telkens) (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere (grote) contant(e) geldbedrag(en), te weten een totaal bedrag van USD 2.629.198,- en/of NAF 50.634,- althans een geldbedrag, ontvangen op de bankrekeningen toebehorende aan[bedrijfnaam 2]verworven en/of voorhanden gehad en/ of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik gemaakt,
immers, heeft verdachte en
/ofzijn mededader
(s)
-
(telkens)bedragen van de bankrekening van
[bedrijfnaam 2]overgemaakt naar de (Amerikaanse) bankrekeningen van
[bedrijfnaam 4](ongeveer USD 505.114,-) en
/of[bedrijfnaam 5](ongeveer USD 434.114,-) en
/of[bedrijfnaam 3](ongeveer USD 406.620,-), en
/ of;
-
een bedrag van USD 471.050,- van de bankrekening van[bedrijfnaam 2]overgemaakt naar de bankrekening van[bedrijfnaam6](waarop vanaf de bankrekening van[bedrijfnaam 6]een bedrag van USD 437.674,- is overmaakt aan[bedrijfnaam 4]en een bedrag van USD 13.900 is overgemaakt aan[bedrijfnaam 3], en/of;
-
Cheques uitgeschreven en/of contante opnames en/ofoverschrijvingen gedaan van de bankrekening van
[bedrijfnaam 2]ten behoeve van familieleden
en/of mededader(s) en/of
- vanaf de bankrekeningen van
[bedrijfnaam 4]en
/of[bedrijfnaam 5]en
/of[bedrijfnaam 3]uitgaven gedaan ten behoeve van privedoeleinden en
/offamilieleden en
/ofmededader
(s
)waaronder voor:
o Beleggingen
o Aanschaf en huur van auto's
o Inventaris voor de kleding winkel van [naam bedrijf echtgenote verdachte]
o Levensmiddelen, voedsel en kleding
o Vliegtickets
o Timeshare en vakantieverblijven
o Verzekeringen
o Studiekosten voor zoon [naam zoon verdachte]
o Betalingen aan [naam medeverdachte1], [naam medeverdachte2], [naam echtgenote verdachte] en [naam salesmanager],
terwijl hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
)(telkens
)wist
(en
)en
/ofbegre
(e)p
(en
) en/of redelijkerwijs moest vermoedendat voormeld voorwerp
(geheel
of gedeeltelijk)onmiddellijk of middellijk afkomstig was uit enig misdrijf.

Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde

Het bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
feit 1 primair en feit 2 primair
telkens: oplichting
ten aanzien van feit 3
Het Gerecht is van oordeel dat het feit, zoals het is tenlastegelegd en bewezenverklaard, niet als misdrijf is voorzien en strafbaar gesteld. De steller van de tenlastelegging heeft mogelijk bedoeld aan verdachte het misdrijf van ‘misbruik van functie’ ten laste te leggen, maar de hiervoor essentiële bestanddelen ‘met misbruik van zijn functie of positie’ ontbreken in de tenlastelegging en zijn derhalve ook niet bewezen verklaard. Gelet hierop kan het bewezenverklaarde niet leiden tot kwalificatie van enig strafbaar feit. Verdachte zal daarom met betrekking tot feit 3 van alle rechtsvervolging worden ontslagen.
feit 4 en feit 5
telkens: van het plegen van witwassen een gewoonte maken

Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
Verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.

Motivering van de straf

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het Gerecht verzocht in geval van een bewezenverklaring rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn, het feit dat verdachte aan het onderzoek heeft meegewerkt, de persoonlijke omstandigheden van verdachte en het feit dat hij niet eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld.
Oordeel van het Gerecht
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte en zijn medeverdachten hebben zich gedurende een periode van vijf jaar schuldig gemaakt aan oplichting van de overheid van Sint Maarten. Verdachte was in deze periode hoofd van de afdeling ICT van het Land Sint Maarten en zijn medeverdachte [naam medeverdachte 1] was een collega die ook voor die afdeling werkte. Bij die werkzaamheden behoorde ook het beoordelen van offertes voor de aanschaf van ICT-apparatuur die door bedrijven werden uitgebracht in aanbestedingsprocedures.
Verdachte en medeverdachte [naam medeverdachte 1] hebben met eigen bedrijven, te weten
[bedrijfnaam 1]en
[bedrijfnaam 2]in aanbestedingsprocedures voor ICT-apparatuur meegeboden. Verdachte en zijn medeverdachten hebben offertes naar verdachte, als hoofd van de ICT-afdeling, of medeverdachte [naam medeverdachte 1], die medewerker was op die afdeling, gestuurd. Vervolgens heeft verdachte, veelal samen met de medeverdachte, over de binnengekomen offertes, waaronder die van hun eigen bedrijven, geadviseerd aan de Council of Ministers, of aan de Minister. Bij de aanbesteding van ICT apparatuur en een telefooncentrale voor het nieuwe overheidsgebouw hebben verdachte en zijn medeverdachte geadviseerd deze aanbesteding aan
[bedrijfnaam 2]te gunnen, terwijl een ander bedrijf een veel lager bedrag bood.
[bedrijfnaam 2]heeft die aanbesteding toen gewonnen.
Door het Land Sint Maarten zijn, dankzij de adviezen van verdachte en medeverdachte [naam medeverdachte 1], meerdere aanbestedingen gegund aan de
[bedrijfnaam 1]-bedrijven en aan
[bedrijfnaam 2], en werden door het Land Sint Maarten forse bedragen als betaling voor de gegunde projecten naar de bankrekeningen van de
[bedrijfnaam 1]-bedrijven en van
[bedrijfnaam 2]overgemaakt.
Om te verhullen dat verdachte eigenaar van de
[bedrijfnaam 1]-bedrijven was, zijn deze bedrijven opgericht door medeverdachte [naam medeverdachte2], de zus van verdachte. De aangestelde managing directors waren familieleden van verdachte en zijn zus.
[bedrijfnaam 2]is, op verzoek van medeverdachte [naam medeverdachte1], opgericht door zijn toenmalige echtgenote. Zij had echter niets met
[bedrijfnaam 2]van doen. [naam medeverdachte 1] was degene die het bedrijf runde.
Daarnaast zijn er in de Verenigde Staten bedrijven opgericht door [naam medeverdachte 2] en andere familieleden van verdachte, terwijl verdachte de werkelijke eigenaar van die bedrijven was. Vanaf de bankrekeningen van de
[bedrijfnaam 1]-bedrijven en van
[bedrijfnaam 2], zijn geldbedragen overgemaakt naar de rekeningen van die Amerikaanse bedrijven.
Van zowel de rekeningen van de
[bedrijfnaam 1]-bedrijven, van
[bedrijfnaam 2]en van de Amerikaanse bedrijven zijn vervolgens geldbedragen opgenomen of gebruikt voor privéaankopen.
Hoewel de bedrijven van verdachte en zijn medeverdachte wel apparatuur hebben geleverd, was er voor de overheid een gerede kans om niet de laagste prijs of juiste kwaliteit te krijgen. Het Land Sint Maarten is hierdoor benadeeld, terwijl verdachte en zijn medeverdachten zich ten koste van publieke middelen gedurende geruime tijd hebben verrijkt.
Het Gerecht rekent dit verdachte en zijn medeverdachten zwaar aan. Voor het goed functioneren van een overheid is het immers van essentieel belang dat ambtenaren integer handelen. Burgers moeten er immers op kunnen vertrouwen dat ambtenaren objectief en onafhankelijk zijn. Verdachte en zijn medeverdachten hebben dat vertrouwen ernstige schade toegebracht.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezenverklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. De persoonlijke omstandigheden van verdachte maken dat niet anders. Dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten, is geen omstandigheid waarvan een strafmitigerende werking uitgaat.
Het Gerecht stelt vast dat de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) in dit geval is overschreden. Als uitgangspunt heeft te gelden dat de behandeling van een zaak ter terechtzitting moet zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaren nadat de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsvrouw op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld. Naar het oordeel van het Gerecht doen zich zodanige bijzondere omstandigheden niet voor. De op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is in de onderhavige zaak aangevangen op 19 november 2019, zijnde de datum waarop de woning van verdachte is doorzocht. Nu het Gerecht op 21 december 2022 vonnis wijst, is de redelijke termijn met een periode van dertien maanden overschreden.
Het Gerecht is van oordeel dat in beginsel een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorlopige hechtenis, in beginsel passend en geboden is. Dit betreft een lagere gevangenisstraf dan door de officier van justitie is geëist, aangezien het Gerecht minder feiten bewezen acht en tot een kortere bewezenverklaarde periode komt met betrekking tot de oplichting en het witwassen, dan door de officier van justitie is gevorderd.
Het Gerecht zal vanwege de overschrijding van de redelijke termijn een strafkorting toepassen van drie maanden. Derhalve zal verdachte veroordeeld worden tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren en negen maanden.

Beslag

De officier van justitie heeft verzocht de opbrengst van een vervreemde een auto van verdachte waarop conservatoir beslag was gelegd, verbeurd te verklaren. Het Gerecht overweegt dat conservatoir beslag wordt gelegd met het oog op, voor zover thans relevant, verhaal van een op te leggen ontnemingsmaatregel. Het Gerecht is van oordeel dat het geen beslissing hoeft te nemen ten aanzien van het conservatoire beslag. Daaraan doet niet af dat het voorwerp waarop dit conservatoire beslag was gelegd, inmiddels vervreemd is. Een beslaglijst met betrekking tot ander beslag is door de officier van justitie niet overgelegd.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 1:62, 1:136, 2:305, 2:404 en 2:405, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het Gerecht:
verklaart het openbaar ministerie niet ontvankelijk in de vervolging met betrekking tot de ten laste gelegde periode van 1 januari 2010 tot en met 19 november 2013 onder feit 1 primair en feit 2 primair;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte onder feit 1 subsidiair en feit 2 subsidiair met betrekking tot de periode van 1 januari 2010 tot en met 19 november 2013 ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3, feit 4 primair en feit 5 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het onder feit 3 bewezenverklaarde niet strafbaar;
ontslaat verdachte ter zake van het onder feit 3 bewezenverklaarde van alle rechtsvervolging;
kwalificeert het onder feit 1 primair, feit 2 primair, feit 4 primair en feit 5 bewezenverklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het onder feit 1 primair, feit 2 primair, feit 4 primair en feit 5 primair bewezenverklaarde strafbaar en verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren en 9 (negen) maanden;
beveelt dat de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. H.G. Eskes, bijgestaan door mr. A.H.A. van Roessel, griffier, en op 21 december 2022 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht te Sint Maarten.

Voetnoten

1.Hoge Raad, 29 januari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK1998.
2.Verklaring van verdachte ter terechtzitting op 26 en 27 oktober 2022.
3.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam medeverdachte1] d.d. 29 september 2020, p. 4; Proces-verbaal van verhoor getuige[naam], p. 2.
4.Relaas zaaksdossier 1, p. 10
5.Proces-verbaal van tweede verhoor verdachte [naam medeverdachte2] d.d. 15 oktober 2020, p. 3
6.D-141
7.D-35; D-36; Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, p. 17 en p. 20.
8.D-313
9.D-080
10.D-24, D-58 en D-60
11.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 mei 2019 - 08052019.008.FIN; Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, p. 17 en p. 20; D-055 en D-073.
12.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 januari 2019 - 08052019.009.FIN; Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel p. 17 en p. 20; D-055 en D-072.
13.D-168
14.D-470; Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel p. 20.
15.Relaas zaaksdossier 2, p. 13.
16.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 februari 2021 - 08022021.0910.AMB.
17.Verklaring van verdachte ter terechtzitting op 26 en 27 oktober 2022.
18.Proces-verbaal van verhoor [naam]d.d. 22 oktober 2020.
19.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 september 2019 - 29082019.1215.AMB; D-019a.
20.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam]d.d. 22 oktober 2020.
21.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 november 2020 – 14112020.1300.IBN.
22.Verklaring van verdachte ter terechtzitting op 26 en 27 oktober 2022.
23.D-427
24.D-428
25.D-429
26.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 maart 2020 – 12032020.1600.OIG.
27.Proces-verbaal van onderzoek in beslaggenomen goed d.d. 7 januari 2020 – 07012020.0900.OIG;
28.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam]d.d. 27 oktober 2020; Proces-verbaal van verhoor getuige [naam] d.d. 27 oktober 2020.
29.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam] d.d. 24 november 2020
30.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam] d.d. 4 november 2020.
31.Proces-verbaal van onderzoek inbeslaggenomen goed d.d. 20 januari 2020 – 20012020.1000.OIG.
32.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 april 2021 - 07042021.1000.FIN; D-014 en D-015
33.Proces-verbaal van tweede verhoor verdachte [naam medeverdachte 2] d.d. 15 oktober 2020.
34.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam] d.d. 2 oktober 2020; Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam] d.d. 1 oktober 2020.
35.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam] d.d. 2 oktober 2020.
36.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam] d.d. 1 oktober 2020.
37.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam]d.d. 1 oktober 2020.
38.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam] d.d. 27 oktober 2020; Proces-verbaal van verhoor getuige [naam] d.d. 27 oktober 2020.
39.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam] d.d. 3 december 2019.
40.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam] d.d. 24 november 2020.
41.Proces-verbaal van Onderzoek inbeslaggenomen goed d.d. 6 februari 2020 -17012020.1530.OIG.
42.Proces-verbaal van Onderzoek inbeslaggenomen goed d.d. 4 januari 2021 - 26032020.1030.OIG.
43.D-267.
44.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam Getuige1] d.d. 20 november 2017.
45.D-276.
46.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel p. 28
47.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel p. 28
48.D-044
49.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel p. 28
50.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel p. 45
51.Verklaring van verdachte ter terechtzitting op 26 en 27 oktober 2022; Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel p. 47 en 48; D-303a.
52.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel p. 28
53.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2019 – 19042019.0800.AMB, p. 2.
54.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 maart 2020 – 24032020.AMB, p. 6.
55.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2019 – 19042019.0800.AMB, p. 3.
56.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 maart 2020 – 24032020.AMB, p. 7.
57.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 maart 2020 – 24032020.AMB, p. 6.
58.HR 26 oktober 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM4440; HR 8 januari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BX4449; HR 17 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:2001.
59.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam schoonzus verdachte] d.d. 10 december 2020.
60.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 oktober 2020 – 29102020.1400.FIN.
61.Proces-verbaal van onderzoek inbeslaggenomen goed – 05032020.1311.OIG
62.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 oktober 2020 – 29102020.1400.FIN, p. 2.
63.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 maart 2020 – 29032020.1245.OIG, p. 2;
64.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam zoon van verdachte] d.d. 15 oktober 2020 en 16 oktober 2020; Proces-verbaal van verhoor getuige [naam oprichter van ucel] d.d. 6 november 2020.
65.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 maart 2020 - 24032020.0900.AMB
66.Zie noot 37.
67.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel p. 31, 33 en 38.
68.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel p. 32.
69.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel p. 29.
70.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel p. 33.