Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
verzoekster,
gemachtigde: mr. J.G. SNOW,
1.de besloten vennootschap
verweerster,
2. [bestuurder 1],wonende in Sint Maarten,
verweerder,
3. [bestuurder 2],wonende in Sint Maarten,
verweerster,
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
sales consultantmet een basissalaris van NAf. 706,40 bruto per 2 weken. Daarnaast ontvangt zij loon uit commissies, berekend op basis van de verkopen die zij doet in de juwelierswinkel die de werkgeefster exploiteerde.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Inleiding
“bonus/commission”structuur echter een stuk meer dan dat en zij verdient dat al vele jaren vanaf haar indiensttreding in 1997. Zo bedraagt haar gemiddelde reguliere salaris NAf. 3.398,43 bruto per maand. Als zij enkel het basissalaris zou ontvangen (dat ligt op ongeveer de hoogte van het wettelijk minimumloon van NAf. 8,83 per uur), komt dat bij een 40-urige werkweek uit op NAf. 1.589,40 per maand. Dat is een daling van ongeveer 53%. Een dergelijke daling zou juist reden moeten zijn voor de werkgeefster om tot redelijk overleg met de werkneemster te willen komen.
“geen werk, geen loon”heeft te gelden. Dat wordt door de werkneemster betwist.
“geen werk, geen loon”-verweer is een bevrijdend verweer. Dat betekent dat de stelplicht en de bewijslast in principe aan de zijde van de werkgeefster liggen. Zij brengt de nodige stukken in het geding waaruit volgt dat de werknemers op Sint Maarten niet dan wel nauwelijks online omzet hebben gemaakt, maar de werkneemster betwist de juistheid daarvan. Verder geldt dat door de werkgeefster niet is gesteld dat de werknemers een computer ter beschikking hebben gekregen om thuis de online verkopen te verrichten, zodat niet kan worden vastgesteld dat de werkneemster daartoe werkelijk in de gelegenheid is gesteld. Bovendien rijst daardoor de vraag hoe serieus de instructie tot het realiseren van online verkopen is geweest. Tot slot geldt dat niet wordt uitgelegd door de werkgeefster dat haar Sint Maartense werknemers qua online verkopen heel ongunstig afsteken vergeleken met haar werknemers op de andere Caribische eilanden. Het Gerecht is, alles bij elkaar genomen, dan ook van oordeel dat de werkgeefster niet heeft voldaan aan haar stelplicht zodat het “
geen werk, geen loon”-verweer niet op gaat.