Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
verzoekster,
gemachtigde: dhr. E.I. MADURO,
verweerster,
gemachtigde: mr. C.J. KOSTER.
1.Het procesverloop
2.De feiten
- werknemers nemen vóór 14 april 2020 10 vakantiedagen (opgebouwd in 2019) op waarbij het volledig loon wordt doorbetaald tot 14 april,
- daarna betaalt de werkgever 80% van het loon door tot en met 30 juni 2020 en worden de werknemers voor 4 dagen per week ingeroosterd en voor 80% doorbetaald. Vrijstelling van werk per week te evalueren,
- als het vliegverkeer weer opleeft gaan de werknemers “multitasken”: ze zijn bereid om andere functies dan hun eigen functie uit te oefenen,
- evaluatie medio mei 2020.
- opnemen restant vakantiedagen 2019,
- loon naar 80% voor werknemers die multitasken,
- loon naar 50% voor werknemers die niet multitasken, met vrijstelling van werk.
3.Het geschil
4.De beoordeling
(“… the following was agreed…”)met een opsomming van de overeenstemming. Die e-mail is toen onweersproken gelaten en de afspraken zijn uitgevoerd zonder protest van de vakbond. Op 11 mei 2020 zendt de directeur een e-mail aan de voorzitter van de vakbond
(“As per below agreement, we would review the situation around the middle of May.”). Hieruit volgt dat sprake is van overeenstemming en overigens ook van evaluatie. Dat betekent dat de vorderingen van de werkneemster voor zover die zien op de periode tot 30 juni 2020 moeten worden afgewezen.
“Bij de beantwoording van de vraag tot welke gevolgen een wijziging van de omstandigheden voor een individuele arbeidsrelatie kan leiden, dient immers in de eerste plaats te worden onderzocht of de werkgever daarin als goed werkgever aanleiding heeft kunnen vinden tot het doen van een voorstel tot wijziging van de arbeidsvoorwaarden, en of het door hem gedane voorstel redelijk is. In dat kader moeten alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen, waaronder de aard van de gewijzigde omstandigheden die tot het voorstel aanleiding hebben gegeven en de aard en ingrijpendheid van het gedane voorstel, alsmede - naast het belang van de werkgever en de door hem gedreven onderneming - de positie van de betrokken werknemer aan wie het voorstel wordt gedaan en diens belang bij het ongewijzigd blijven van de arbeidsvoorwaarden. Nu de werknemer op deze wijze beschermd wordt tegen onredelijke voorstellen van de werkgever, en nu vervolgens nog dient te worden onderzocht of aanvaarding van het door de werkgever gedane redelijke voorstel in het licht van de omstandigheden van het geval in redelijkheid van de werknemer gevergd kan worden, is het belang van de werknemer bij een ondanks de veranderde omstandigheden ongewijzigd voortduren van de arbeidsvoorwaarden voldoende gewaarborgd.”
“ingrijpendheid”van het voorstel weegt niet op tegen het voordeel van baanbehoud. Het multitasken mag tijdelijk van werknemers worden gevraagd om ervoor te zorgen dat de lasten gelijkelijk worden verdeeld; werknemers zitten deels thuis en daarom moeten ploegen deels bemenst worden door andere collega’s. Tot slot geldt dat het voorstel tijdelijk van aard is, namelijk tot juni 2021. Als de COVID-19-pandemie minder wordt dan trekt het vliegverkeer aan, wordt er meer omzet gemaakt en kunnen de lonen weer op het oude niveau worden uitbetaald. Zie ook de tegenvorderingen van de werkgeefster waar aangeknoopt wordt bij een vluchtvolume van 500 per maand.
“business interruption”verzekering heeft afgesloten, zoals met orkanen te doen gebruikelijk is. Het Gerecht overweegt dat dit argument niet kan worden gevolgd. Tegen de gevolgen van de COVID-19-pandemie kan niet worden “opverzekerd”. Daarvoor zijn deze te veelomvattend en te kostbaar. De werkneemster laat ook niet zien dat een dergelijke verzekering überhaupt bestaat. De vergelijking met een orkaan gaat niet op; dergelijke verzekeringen bieden slechts 3 maanden dekking en dat schiet schromelijk te kort bij omzetschade als in het onderhavige geval. Om dezelfde redenen vindt het Gerecht niet dat aan de werkgeefster kan worden verweten dat zij geen reserves heeft aangelegd om dit soort calamiteiten het hoofd te bieden.
“medically unable to do any physical work like lifting or moving, due to medical reasons.”Dat betekent voor de werkneemster dat zij niet kan multitasken en dus maar 50% van het loon in plaats van 80% ontvangt. Het Gerecht oordeelt dat deze beslissing van de werkgeefster strijdig is met goed werkgeverschap. Als de werkneemster aantoont met een dergelijke doktersverklaring dat zij niet kan multitasken dan betekent dit dat de werkgeefster daarvan uit moet gaan en haar 80% van het salaris moet uitbetalen. Als de werkgeefster twijfelt aan de medische verklaring, die op Sint Maarten doorgaans door de huisarts wordt opgesteld en waar wel vaker vraagtekens bij worden gezet door werkgevers, dan dient zij ervoor te zorgen dat de werkneemster wordt gezien door een arbo-arts die hierover een eigen oordeel vormt. De werkneemster dient mee te werken aan een dergelijk onderzoek. De werkgeefster heeft echter geen aanleiding gezien om een arbo-arts in te schakelen en heeft de werkneemster aangemerkt als weigerachtig om te multitasken en dat is dus strijdig met de eisen van goed werkgeverschap. Een en ander betekent dat het Gerecht aan de werkneemster zal toewijzen het verschil tussen 50% en 80% salaris, zoals in de beslissing is vermeld. Daarover zijn toewijsbaar de wettelijke verhogingen die worden gemaximeerd tot 10% alsmede de wettelijke rente.