ECLI:NL:OGEAM:2020:59
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet wegens geweld jegens collega’s; beoordeling van dringende reden en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 3 juli 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werkneemster en haar werkgever. De werkneemster was op 11 februari 2020 op staande voet ontslagen wegens vermeend geweld jegens een collega. De werkneemster heeft het ontslag betwist en vorderde onder andere betaling van haar salaris vanaf 1 februari 2020. De werkgever heeft het ontslag verdedigd op basis van de ontslagbrief, waarin geweldpleging werd genoemd als reden voor het ontslag. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 juni 2020 is het Gerecht ingelicht over de omstandigheden van het ontslag en de eerdere incidenten die door de werkgever zijn aangevoerd. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de werkgever niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de dringende reden van ontslag, vooral omdat er geen eerdere schriftelijke waarschuwingen waren gegeven aan de werkneemster. Het Gerecht oordeelde dat het ontslag op staande voet voorlopig nietig was, gezien de omstandigheden en de gevolgen voor de werkneemster, vooral in het licht van de economische situatie door de Covid-crisis. De werkneemster kreeg gelijk in haar vorderingen, en de werkgever werd veroordeeld tot betaling van het salaris en de proceskosten.