Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, is de hoogte van de aftrek van buitengewone lasten wegens studiekosten van de kinderen van belanghebbende aan de orde. Belanghebbende had een aanslag inkomstenbelasting ontvangen voor het jaar 2021, waarbij een bedrag aan studiekosten in aftrek was toegestaan. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag, waarna de Inspecteur de aanslag gedeeltelijk heeft verminderd. Belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De zaak draait om de studiekosten van de zoon van belanghebbende, die in Nederland studeerde. Belanghebbende had kosten voor collegegeld en een vliegticket in aftrek gebracht, maar de Inspecteur was van mening dat niet alle kosten op belanghebbende drukten, omdat de zoon een collegegeldkrediet kon aanvragen maar daarvan had afgezien. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de zoon geen gebruik heeft gemaakt van het collegegeldkrediet en dat de door belanghebbende betaalde bedragen voor collegegeld op haar hebben gedrukt.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat belanghebbende recht heeft op een hogere aftrek van buitengewone lasten dan eerder was toegestaan. De aanslag is verminderd naar een belastbaar inkomen van NAf 93.814. De Inspecteur is ook verplicht om het betaalde griffierecht aan belanghebbende te vergoeden. De uitspraak is gedaan op 11 april 2024.