ECLI:NL:OGEAC:2024:172

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
1 oktober 2024
Publicatiedatum
2 oktober 2024
Zaaknummer
CUR202403143
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vervanging vereffenaar ontbonden vennootschap en heropening van de vereffening

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao op 1 oktober 2024 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot vervanging van de vereffenaar van de ontbonden vennootschap Stanton-Chase International N.V. De verzoeker, vertegenwoordigd door de gemachtigden mrs. T.M. Gaffar en D.C. Narvaez, heeft op 15 augustus 2024 een verzoekschrift ingediend waarin hij primair verzoekt om zijn benoeming tot vereffenaar op basis van artikel 2:29 lid 1 BW, en subsidiair om heropening van de vereffening op basis van artikel 2:32 lid 1 BW. De Kamer van Koophandel en Nijverheid, als verweerder, heeft de vennootschap op 22 augustus 2023 ontbonden verklaard en verweerder sub 1, de 2e Secretaris van de Kamer, benoemd tot vereffenaar.

De verzoeker stelt dat de vennootschap niet is opgehouden te bestaan, omdat de verklaring van beëindiging van de vereffening niet is gepubliceerd in de Landscourant, wat volgens hem noodzakelijk is volgens artikel 2:31 lid 7 BW. Indien de vennootschap wel is opgehouden te bestaan, verzoekt hij om heropening van de vereffening, waarbij hij ook verwijst naar een verklaring van de Kamer die geen bezwaar heeft tegen heropening.

Het gerecht heeft de verweerders in de gelegenheid gesteld om te reageren op de stelling van de verzoeker dat de vennootschap nog bestaat. Tevens is er een vraag gerezen of verzoeker, die in Baltimore, Maryland woont, tot vereffenaar kan worden benoemd, gezien het feit dat zowel hij als de vennootschap geen adres in Curaçao hebben. De zaak is verwezen naar de (familie)rolzitting voor verdere behandeling, waarbij verweerders een akte moeten indienen en verzoeker daarna een antwoordakte kan nemen. De beslissing van het gerecht houdt iedere verdere beslissing aan.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202403143
Beschikking van 1 oktober 2024
inzake
[VERZOEKER],
verzoeker,
gemachtigden: mrs. T.M. Gaffar en D.C. Narvaez,
tegen

1.[VERWEERDER SUB 1],

2. DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN NIJVERHEID,
beide te Curaçao,
verweerders.
Partijen worden hierna verzoeker, de Kamer en verweerder sub 1 genoemd.

1.Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 15 augustus 2024 strekkende tot vervanging van de vereffenaar van Stanton-Chase International N.V. (artikel 2:29 lid 1 BW), danwel heropening van de vereffening (artikel 2:32 lid 1 BW);
  • de e-mail van de griffier aan de gemachtigde van verzoeker van 10 september 2024 met de vraag of een lokale vereffenaar beschikbaar is en het antwoord daarop van 11 september 2024 dat dat niet het geval is.

2.De beoordeling

2.1.
Bij beschikking van 22 augustus 2023 heeft de Kamer de rechtspersoon Stanton-Chase International N.V. (hierna: de vennootschap) ontbonden verklaard op grond van artikel 2:25 BW, met benoeming van verweerder sub 1, zijnde de 2e Secretaris van de Kamer, tot vereffenaar.
2.2.
Verzoeker verzoekt te worden benoemd tot vereffenaar van de vennootschap. Hij baseert dit verzoek primair op artikel 2:29 lid 1 BW en subsidiair op artikel 2:32 lid 1 BW. Bij het primaire verzoek (ontslag van de huidige vereffenaar en benoeming van verzoeker) neemt verzoeker tot uitgangspunt dat de vennootschap niet is opgehouden te bestaan omdat niet is gebleken dat de verklaring dat de vereffening is geëindigd is gepubliceerd in de Landscourant, waardoor niet is voldaan aan de wettelijke vereisten van artikel 2:31 lid 7 BW. Voor het geval evenwel geconcludeerd moet worden dat de vennootschap wel is opgehouden te bestaan, verzoekt verzoeker heropening van de vereffening, met zijn benoeming tot vereffenaar. Verzoeker wijst in dit verband naar een door verweerders afgegeven verklaring, waarin staat dat zijdens de Kamer geen bezwaar bestaat tegen heropening.
2.3.
Het gerecht zal verweerders in de gelegenheid stellen te reageren op de stelling van verzoeker dat de vennootschap niet is opgehouden te bestaan (zie ook alinea 4.4 van het verzoekschrift). Als de vennootschap nog bestaat en nog in liquidatie is, is het primaire verzoek tot ontslag en benoeming aan de orde. Is dat niet het geval, dan is de subsidiair verzochte heropening met benoeming van een vereffenaar aan de orde.
2.4.
Zowel bij het primaire als bij het subsidiaire verzoek rijst de vraag of verzoeker, zoals hij verzoekt, tot (enig) vereffenaar kan worden benoemd. Het verzoekschrift vermeldt niet de woonplaats van verzoeker. Uit de bijlagen bij het verzoekschrift leidt het gerecht af dat verzoeker woont in Baltimore, Maryland, Verenigde Staten. De vennootschap is statutair gevestigd in Curaçao. Het bij het verzoekschrift gevoegde uittreksel uit het handelsregister vermeldt bij adres echter ‘Unknown Address’ en bij correspondentieadres ‘(same as above)’.
2.5.
Bij beschikking van 6 december 2022 (ECLI:NL:OGHACMB:2022:136,
Impetus primaris) heeft het Gemeenschappelijk Hof geoordeeld dat ondernemingen en rechtspersonen een adres in Curaçao moeten opgeven om te kunnen worden ingeschreven in het handelsregister van Curaçao. Verzoeker noch de vennootschap hebben een adres in Curaçao. Afgezien van deze hofbeschikking, is bij het gerecht de vraag gerezen of - in het algemeen - bij de vereffening van ontbonden rechtspersonen niet de voorkeur naar een in Curaçao wonende of gevestigde vereffenaar zou moeten uitgaan, eventueel naast een vereffenaar in het buitenland. Dit mede gezien de wettelijke (formele) taken die de vereffenaar alhier moet verrichten, zoals de terinzagelegging en publicaties bedoeld in artikel 2:31 BW.
2.6.
Het gerecht zal verweerders in de gelegenheid stellen te reageren op de vorige overweging en daarmee op het verzoek van verzoeker tot zijn benoeming.
2.7.
De zaak zal naar de (familie)rolzitting worden verwezen voor het indienen door verweerders van een akte, peremptoir (in beginsel geen uitstel mogelijk). Vervolgens zal verzoeker een antwoordakte kunnen nemen en zal op het verzoek worden beslist.

3.De beslissing

Het gerecht:
3.1.
verzoekt de griffier een exemplaar van het verzoekschrift aan verweerders te zenden (één exemplaar, naar het adres van de Kamer);
3.2.
verwijst de zaak naar de (familie)rolzitting van dinsdag 26 november 2024 om 8.30 uur voor het indienen door verweerders van een akte (P1);
3.3.
bepaalt dat verzoeker vervolgens op een nader te bepalen rolzitting een antwoordakte zal kunnen nemen;
3.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort, en op 1 oktober 2024 in het openbaar uitgesproken.