Op 3 februari 2021 zijn aan de belanghebbende naheffingsaanslagen loonbelasting, premie AOV/AWW en AVBZ over het jaar 2019 opgelegd. De belanghebbende heeft op 28 november 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar, waarvoor zij griffierecht heeft betaald. Na de intrekking van de beroepen, omdat de Inspecteur aan het bezwaar tegemoet is gekomen, heeft de belanghebbende verzocht om vergoeding van de kosten van bezwaar, proceskosten en het griffierecht. Het Gerecht heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is voor vergoeding van de proceskosten, omdat de belanghebbende niet tijdig om een kostenvergoeding heeft verzocht. De beroepen zijn aangemerkt als samenhangende zaken, wat betekent dat de kosten voor beroepsmatige bijstand als één zaak worden beschouwd. Het Gerecht heeft bepaald dat de Inspecteur het betaalde griffierecht aan de belanghebbende moet vergoeden, maar heeft het verzoek om vergoeding van de kosten van bezwaar afgewezen. De uitspraak is gedaan op 11 juni 2024.